De nieuwe vermaakelyke gaare-keuken
(1746-1747)–Anoniem Nieuwe vermaakelyk gaare-keuken– AuteursrechtvrijZingende en kwelende verscheyde aardige en boertige liederen en ernstige gezangen. Alle op bekende voyzen. Noyt in deze order zo Gedrukt. IIIde stuk
Op een aangename Voys.
ADieu schoon Rotterdam,
Voor uw zo moet ik vlugten,
Al om dat edel Nat,
| |
[pagina 29]
| |
Waar voor wy niet en zugten,
Holla, holla, holla,
Waar voor wy niet en zugten.
In de Doel of van Overschie,
Gingen wy zitten Drinken,
Za Waard tapt ons de Wijn,
Uyt Glasen en uyt Pinten,
Holla, holla, holla,
Uyt Glasen en uyt Pinten.
Doen sprak de Waard terstond,
Wie zal 't Gelag betalen,
Of ik zal nu aanstonds,
Schout ende Dienaars halen,
Holla, holla, holla,
Schout ende Dienaars halen.
Doe zijn wy met ons Drie,
Een Sloot over gesprongen,
Ian Danen met zijn Maat,
Die Twee hebben gezongen.
Holla, holla, holla,
Die Twee hebben gezongen.
Den Derden die daar sprong,
Was Daniel van Troyen,
Zijn Hoed kreeg eenen flonk,
Hy kon de weg pas royen,
Holla, holla, holla,
Hy kon de Weg pas royen.
's Morgens vroeg voor den Dag,
In 't krieken van den Dage,
Met 't Rotterdammer Iagt,
Naar Amsterdam gevaare,
Holla, holla, holla,
Naar Amsterdam gevaare.
Doen zijn wy met ons Drie,
| |
[pagina 30]
| |
Naar Lijsje toe geloopen,
Lijsje tapt ons 'er de Wijn,
En dat met volle Stoopen,
Holla, holla, holla,
En dat met volle Stoopen.
Doe wy t'Amsterdam kwamen,
Gingen wy weer aan 't zwieren,
In 't Wijn-Vat, Rotte-Nest,
By alle Venus Dieren,
Holla, holla, holla,
By alle Venus Dieren.
|
|