De nieuwe Amsteldamsche buyten-zingel
(na 1770)–Anoniem Nieuwe Amsteldamsche buyten-zingel, De– AuteursrechtvrijStem: van Capotje.1.
Meysje wilje met myn trouwe,
Gy zult in myn gratie staen.
| |
[pagina 85]
| |
Neen het mogt myn zomtyds rouwe,
Ik en durf het niet bestaan.
Geeft maar uw hand op trouw
Neen ik hou myn hoofd nog boven
Want gy zyt myn reeds te schouw.
2.
Ik zal u zoo beminnen,
Als een Moeder mint haar Kind,
Ja maar al de ligte zinnen,
Die vervliegen met de wind.
Ik en zal u nooit verlaten,
Want ik heb u leeven lief
Ag wat kan my dat tog baaten,
Als gy blyft zoon viesen dief.
3.
Ik zal my in alles voegen,
Als gy maer een woordjen spreekt
Maar daar na geheel misnoegen
Slagen dat de Rotting breekt:
Hoe zou ik u konnen aanraaken,
Ik beet liever myn handen af
Ja maer al u knorren en braken,
Brengen my in ‘t duyster graf.
4.
Ik soek maer in vreede te leeven,
Ik en hou van geen gekyf
Ja den bras van t’huis te blyven,
Laaten al de zorg aen ‘t Wyf.
Ik zal naarstig voor uw werken
En oppassen als een Held
Ja ook suypen als een Verken
Zo dra als gy heb maar gelt.
5.
Ik en zal myn nooit vergeeten:
| |
[pagina 86]
| |
In den drank van bier of wyn,
Ia maar als gy zyt gezeten,
Daar veel ligte Quantjes zyn.
Ik zal doen gelyk als vooren,
Kruypen na myn Bed het eerst,
Ja maar door ‘t gedurig rooken,
Stinken als een Toebaks beest.
6.
‘k Heb liever wat zoets te smooken,
Als een Toebakspyp in de hand
Nooit en zal ik kunnen kooken:
Dat zal zyn na uwen trant.
Als wat gy kookt dat zal my smaaken,
Ik ben met weinig conrent
Als de Vrouw maar wat zal make
Zult gy zyn den boozen Vend.
7.
Maakt gy alle zoort van Kleeren,
Naar de moode van de Stee
‘k Wil u nu myn trouw vereeren
Daar is myn hand ik ben te vree
Sa laat ons dan lustig drinken,
Op succes van ons ackoord
En laat nu de Glaze klinken,
Nooit en ga ik van myn woord.
|
|