De nieuwe vermakelyke Utrechtse min-stroom
(1767)–Anoniem Nieuwe vermakelyke Utrechtse min-stroom, De– Auteursrechtvrij
[pagina 27]
| |
Op een Aangenaame Wys.WAt werd ons al vreugd gegeven,
In het Vermakelyk buiten leven,
Het is zoo aengenaem en zoo zoet:
Alles wat den Landman doet.
Hy verheugd hem onder ’t Lommer,
Van het Geboomt hy vind geen kommer,
Niemand weer hier van verdriet,
Hooftze staetzugt kweld ons niet.
Al die lieffelyke streken,
Het ruyze van die klare Beken,
Het Pluim-Gediert dat lieffelyk kweeld,
’s Lands-Mans hert en zinnen streeld.
Onder dees lieffelyke Elze,
Mogt ik myn Philis daer omhelzen,
Al in dat aengename groen,
Myn grage lusten te voldoen.
Jonkheid die in de Jeugd van u Jaren,
Ook gezind zyt om te Paren:
Besteed u tyd zeer lief en zoet,
Gelyk als deze Landman doet.
|
|