Het nieuwe gevondene Makrollitje ofte Clioos hernieude cyter
(1678)–Anoniem Nieuwe gevondene Makrollitje ofte Clioos hernieude cyter, Het– AuteursrechtvrijVoys: Bel Iris.
VRolijck hertje Venus vreught,
Gy die mijn hebt aengenomen,
| |
[pagina 88]
| |
Om gerust by een te komen,
En te leven met geneught,
Dat sal u mijn Nimphe missen,
Want ick nu van u af-loop,
Om mijn tijt niet te vergissen,
Gae ick om een aer te koop.
Wat is dit voor een gekal?
Och! wat wil my overkome?
Hoe begint gy nu te droomen?
Wort mijn hartje nu heel mal?
Ey wilt hier niet meer van spreeken,
Of ick zweer u by de Goon,
Dat ick u dit doen sal wreeken,
Met vergif of stael tot loon.
Sus mijn Engel weest te vreen,
Wilt mijn droom dees tijdt verdragen,
En loont my doch met geen slagen,
Gebruyckt veel liever goede reen:
Denckt nu eens wat gy sult aenrechten,
Anders niet dan druck en pijn,
Laet ons dees onlusten slechten,
En doen wel en vrolijck zijn.
’t Sal wel gaen als gy maer denckt,
Wat dat gy doen hebt gesproocken,
Doe gy laeght in ’t graf gedoocken,
Spreeckt maer recht en ongeveynst:
Hebt gy mijn (ach!) niet beloovet,
Tot der Doot te zijn getrouw,
Maeckt nu niet dat men u geloovet,
Door ’t schende van u rechte trouw.
’t Is wel waer dat ick heb geseyt,
Dat ick u getrouw sou wesen,
Maer dat doet my met een vreesen,
Om dat ick was by u geleyt,
Ick kan tot u niet resolveren,
En beloven trouwigheyt,
’t Sou my al mijn leven deeren,
Vaer dan wel ‘k neem mijn afscheyt.
‘k Wensche liever Doot te zijn,
Als dit droevigh woort te hooren,
Noch veel liever niet zijn gebooren,
Als te leven in dees pijn:
| |
[pagina 89]
| |
Immers moet ick ’t nu verdragen,
Dat gy mijn soo wreet aendoet,
‘k Wou gy liever mijn met slagen,
Of doot trapten met u voet.
|
|