Nieuw-jaars geschenkje voor kinderen
(1809)–Anoniem Nieuw-jaars geschenkje voor kinderen – Auteursrechtvrij
[pagina 26]
| |
De Cameleon, die een soort der hagedissen is, is een viervoetig dier; dat uit een ei voorkomt. De kop van dit dier is verbazend groot, dewijl hij een vierde van het geheele ligchaam uitmaakt. Echter is dezelve fraai gemaakt en als met een helm gedekt, het welk sommigen ook wel een kroon noemen. De rug van het dier is hoekig en gebuld even als die der varkens, doch meer boog rond, eindigende in een langen ronden staart, waar mede het dier zich, wanneer het klimt, vasthoud. Ook zijn de klauwen zijner pooten van scherpe nagelen voorzien, waar door hij zich zeker vast kan houden. Zoon. En is dit dier ook met haar gedekt, vader? Vader. Neen, het vel, over het geheele ligchaam, is even als het vel der robben; scherp als een rasp en zeer koud bij de aanraking. Zoon. Zo dat dit dier dan niet aangenaam | |
[pagina 27]
| |
bij de behandeling moet wezen; maar, vader! waar voed zich dit dier mede? Vader. Het voed zich gewoonlijk met insecten die het zeer behendig vangt en zonder ze eenigzins te kauwen, of te vermalen, inslikt. Zoon. Men had mij wel vertelt, vader! dat de Cameleon alleen van de lucht leefde; dit is dan toch zo niet? Vader. In 't geheel niet. Het is wel waar, dat de Cameleon de lucht met een open mond zeer sterk inzuigt, en zelfs zó, dat het dier, daar door, tot eene buitengewoone dikte kan opzwellen. Echter gebruikt hij, zo als ik u daar daadelijk gezegd heb, ook voedsel; wetende hij de Insecten met zijne tong (die bij de vier duimen lang en met een kleverig vogt bezet is) op eene ongewoone snelle wijze te vangen. Zoon Dan moet het dier zeer gauw op de | |
[pagina 28]
| |
pooten zijn, vader. Vader. Neen, Hendrik! het dier is niet gauw, maar zelfs zeer langzaam in 't gaan; doch zijne lange tong, die in eene schede zit, welke aan de keel vast is, weet hij met zulk eene ongemeene vaardigheid uitteschieten, dat dezelve als een felgeschoten pijl op zijn prooi aankomt; en dat met zulk een juistheid dat hij nooit zijn doel mist. Eerst begint hij de diertjes, dien hij denkt te vangen, sterk en scherp aan te zien, vervolgens opent hij den wijden bek, dien hij tot aan het agterhoofd kan opensperren, legt dan het voorste gedeelte der tong tusschen de lippen en schiet vervolgens op het voorwerp af, zó als ik u daar zo daadelijk gezegd heb, en dat wel op drie duimen afstand van den mond. Zoon. Zo dat de Cameleon dan een goede schutter is. | |
[pagina 29]
| |
Vader. Voorzeker, want zo verre men dit dier heeft kunnen bespieden, schoot het de tong nooit uit, wanneer het voorwerp te verre af was en hij, daar door, zijn doel niet zou kunnen treffen. Zoon. Dan heeft de Cameleon een goed overleg. En zou hij den mensch ook kunnen beschadigen, vader? Vader. Neen, hendrik! ten minsten ik heb van het dier maar alleen aangetekend gevonden: dat, wanneer men het tergde, her dan wijd gaapte, een hoogen rug, even als een kat, zette, een zagt geluid maakte, dat naar het schuifelen van eene kleine slang geleek en den staart naar onderen opkrulde Terwijl het op eene verbazende wijze in eenkromp, wanneer het schrikte. Zoon. Maar, vader! ik heb wel gehoord, dat de Cameleon zulk eene kleur kan aan. | |
[pagina 30]
| |
neemen als hij wil, waarom men de valsche menschen bij dit dier vergelijkt. Vader. Het is niet waar, hendrik! dat de Cameleon, willekeurig, zulk een kleur kan aannemen als het dier wil; maar dat sterk gekleurde voorwerpen, waar hij digt bij, of op zit, eenig afschijnzel op zijn huid geven, dit is waar; het welk veroorzaakt word door dat zijn huid glanzig is. Deze eigenschap van den huid des diers, is het dus alleen die aanleiding gegeven heeft, om te verspreiden, dat de Cameleon zich zulk eene kleur zoude kunnen geven als het dier wilde hebben. Later en beter onderzoek heeft dit echter anders aangetoond. Zoon. En hoe is dan de eigenlijke kleur van het dier, vader? Vader. De kleur van het dier is groen, aan den buik iets ligter dan op den rug. | |
[pagina 31]
| |
Zoon. Nu wenschtte ik nog wel te weten of de Cameleon een Water, of Landdier is? Vader. De Cameleon onthoud zich meest altijd op de boomen, en daar zijne kleur veel overeenkomst met die der bladeren heeft, zo is hij niet gemakkelijk te vinden. |
|