Een nieuw lied.
Op het Afvaaren naar de kolonien.
Op een Aangenaame Wys.
1.
Wie gaat naar de Kolenies mee,
Het is voor ons Vaderland,
Roepen viva Hollandsch moed,
Wy haalen onze Zeilen aan,
2.
Van daar weder verder voort,
Zo naar de Surinaamsche oord,
Van den een na de andere Zee,
3.
Nu men onder Hollandsch vlag,
En dat na het Zwarte Land,
Stryden tegen het zwarten goed
Met oude Hollandsch moed.
4.
Kom met ons vaaren voort,
Wy gaan vol moed van wal,
En als men weer komen zal,
Zyn onze Schepen weer ryk gelaan
Gaan wy, het zal wel gaan.
5.
Brengen Zuiker en Koffy mee,
Van Nagelen en Notenmuscaat,
Thee en Foely in der daad;
Vygen, Rozynen en Safferaan:
Gaan wy, het zal wel gaan.
6.
Wy gaan naar Bantem heen;
Daar men veel goed van nam;
7.
Adieu lieve Meisjes zoet,
Wy varen met frissche moed,
En komen t'huis met geld en goed,
Het is voor 't Vaderland.
8.
Moeders maak geen geween,
Weent niet maar zyt getroost,
Denk dat uw jonge Kroost,
Wederkomende zyn op de been
Wy gaan met blydschap heen.
9.
Haalt de Vlaggen in den top,
10.
Wanneer de Zeevaart gaat,
Wy stryden voor ons Land,
Het is geen 19 jaar geschied,
EYNDE.
|
|