Een nieu Guese liede boecxken(1576)–Anoniem Een nieu Guese liede boecxken– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De Thien Gheboden des Aertschen Gods, Heft op v hooft, steect op v ooren, Ghy volck willich ende bereyt Om de stem des Paus te hooren, Jn als te doen dat hy v seyt. Jck ben (spreect hy) v Aertschen vader, Gods Stadthouder met volre macht Weest my ghedienstich allegader, Gheen ander neuen my en acht. Maken doet v Beelden met hoopen, Van Goudt, Siluer ende van Steen: Bewijst haer eer, wilt Beuaert loopen, [Folio 6r] [fol. 6r] Wilt niet aenbidden Godt alleen. Wilt mijnen naem in weerden houwen, Oft anders naect v Vyer en Sweert, Al vloect ghy Godts Naem sonder flouwen, Tis een cleyn saeck, geen straffens weert. Ses dagen is te veel om wercken, Aldus heb ick vier daghen gemaeckt, Om my te doen eer in mijn Kercken: Want al mijn volck daar meest na haect. Vader en Moeder wilt versaken, Om in mijn Religy te gaen: Tot groot gemack suldy gheraken, Met Wijf noch kinder zijn belaen. So ghy dootslach en Hoererijen, Valscheyt en Dieuerije bedrijft: Sucht niet, van als can ick v vrijen, Mits datter van v veren blijft. Hebt ghy veruordert te begeeren Ws naesten Huys, Wijf, ofte Goet, Brengt ghelt, ick sal v absolueren: Want ghelt alle misdaden boet. O Mensche siet hoe goedertieren Mijn Wet is, end onsorghelijck: Soo wie hem daer na wil regieren, Sal salich zijn, gelijck als ick. Vorige Volgende