Nieu dubbelt Haerlems lietboeck, ghenaemt den laurier-krans der amoureusen(1643)–Anoniem Nieu dubbelt Haerlems lietboeck, ghenaemt den laurier-krans der amoureusen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Liedeken, ghesonghen in't Spel van 't belegh van Haerlem, Voyse: Hoe wonderlijck, etc. GEen smert en duert des Menschen ronde tijt, Soo blijft geen leyd oock eeuwigh ongewroken, Geen gul gemoet, of 't wort van d'oude tijt Vermorselt, en als krachteloos verbroken. Iuycht nu met ons verloste Borgery, 'tGetraent (daer in ghy dus lang geswommen, Van wegen d'onlijdlijcke slaverny) Is voor Gods Throon ten Hemel op geklommen. De vreemdelingh die hier zijn Vaderlant Nu weder vind, en magh zijn Ziel bewaren, Ten Offer brenght 'tgoet-jonstigh Ingewant, Voor d'Overheyd, op dankbaerheyds Altaren. Der Vorsten die met een gebogen Erm, Ons Vaderlant, voor ons en onse kind'ren, Genomen hebben in haer goet bescherm; Goet voorneem wilt door onwil niet verhind'ren. [pagina 23] [p. 23] Doch Godt voor al gestadelijcken looft, En bid voor 'sLants soo dier gekochte Vryheyt, Betaelt voor langh, met meenich Hollants Hooft, Werckt niet dat die door twist van uwe zy scheyt. Des blijft te vreed', het nutste middel wis Hout vast in een u Pijlen dicht geslooten, En wie hier af de rust-verstoorder is Die wilt met macht ten lande heen uyt-stooten. Liefd' bovenal.Oeff'ningh leer u. Vorige Volgende