De nieuwen Haagze Parnassus Maagden-Berg(na 1711)–Anoniem De nieuwen Haagze Parnassus Maagden-Berg– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Een Nieuw Vermakelijk Lied, tot Roem van een Fortuynige Vogelaer, die een Meysje een Vogeltje holp vangen. Stemme: Wie ontwaekt den Adelaer. HOord hoe aerdig dat ik voer, Als ik ging uyt vogel schieten, Met mijn Bandelier en Roer, En laet het u niet verdrieten: Kruyt en Kogel in mijn Tas, Puur of ik een Wildschut was. Als ik quam buyten de Stad, Langs het Riedtje dat zoo ruysden, Als het Wintje daer om vat; En de Watergolven bruysden, Sag ik ginder komen veer, 't Was een Maget jong en teer. [pagina 76] [p. 76] Dese Maget sprak mijn aen; En gaet gy uyt vogel vangen: Komt wilt dan met mijn gaen, En daer na is mijn verlangen; In het Bosje aen de sloot: Daer nooyt Vogelaer in schoot. Ik ging met dees Maget fier, Door het Bosje en Waranden: En tot aen de klaer Rivier: Daer ik sag langes de stranden; Sat een Vinkje op die streek: Om te drinken uyt die beek. Ik haelden mijn Laedstok uyt; Maekten mijn Geweer straks vaerdig: Wel versien van Lood en Kruyt; Het was om te schieten aerdig: Ik dee wat fijn kruyt op de Pan; En ley op dat Vinkje an. Ik gaf vuur met mijn Snaphaan En ik schoot het in zijn veeren: Dat het vliegen was gedaen: Maer het hippeld op en neere: En het had nog geen verdriet: Maer het kroop digt in het Riet. Dese Maget is gezwind, Naar het Vinkje toegelopen: En sy was de Hase wind: Ja schier nat van zweet bedropen: Sprak hy is nog onversaegt: Daer diend nog een schoot gewaegt. Terstond gaf ik nog eens vier: Dat kosten de Vink zijn leven: 't Was voor dese Maegd pleyzier: Sy ging soeken daer beneven: En sy kreeg hem alsoo ras; Tusschen 't Riet al in een plas. [pagina 77] [p. 77] En sy sey wel vogelaer, En nu heb ik mijn verlangen, En ik ben verheugd voorwaer, Nu het Vinkje is gevangen, Ik seg adieu daer is tot loon, Ses Gouwe Ducaten schoon. Oorlof Vogelaertjes ziet, Die somtijds eens gaen uyt Vinken, Houd u by het lange Riet, Op dat ook u beurs mag klinken, En dat gy meugt krijgen roem, Van een fiere Maegde bloem. Vorige Volgende