Nieuw kluchtig lied van den varkensboer(1840)–Anoniem Nieuw kluchtig lied van den varkensboer– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Een nieuw lied, of Een woord aan de winkeliers, die hunne waar bederven om maar veel te winnen. De Vr. Manlief! kijk toch niet zoo zuur, Als ik zeg: het vleesch is duur; Gaat 't niet door 't heele land, Boven 't menschelijk verstand; en En al te gaâr, en al te gaâr, Leeft in vreugd elk woekeraar. bis. Bleef het maar bij 't vleesch alleen. Dan stapte m' er nog overheen, Maar boter, brood en spek en kaas, Is toch ieder mensch zijn aas, is Is zoo duur, is zoo duur, is Om te koopen krijgt men 't zuur. bis. De man. Vrouw! wat wilt gij dat ik doe, Moet ik naar mijn werk weêr toe! 'k At liever eerst een hartig brok, Geloof dat ik er niet om jok, maar Maar het is alle dag het ouds Een aardappel met een floddersaus. bis. Daarom ben ik ook zoo sterk, Dat ik bang ben voor het werk, En is dat geen ongemak, 'k loop altijd zonder cent op zak, maar Maar 't is waar, maar 't is waar, Een goede tijd voor de woekeraar. bis. De Vr. leder woekert op zijn beurt Men denkt niet dat de armoê truert; [pagina 4] [p. 4] Een manke schaal een scheeve maat, Neemt de woekeraar te baat, en En zijn waar, en zijn waar Wordt verknoeid of 't poespas waar. bis. De Man. De bakker knoeit met het gewigt, Want zijn bollen zijn te ligt, En 't roggenbrood dat is niet gaar, Van grent en zemel maakt bij 't klaar, zoo Zoo knoeit hij grag, zoo knoet hij graag, En steelt het elkeen uit zijn maag. bis. De Vr. De groenman houdt de maat op zij En heeft er een mooi praatje bij, Of zijn aardappelen waren puik Maar smaken slecht in het gebruik, en En de prijs, en de prijs Raakt een elk door van de wijs. bis. De Varkenslagter zijn sausijs. Is louter nuchter kalver vleisch, En dat kost hem niet veel geld, Ofschoon hij 't op hooge prijzen stelt, en En 't is waar, en 't is waar Geloof je me niet dan proef het maar. De Man. En zoo gaat hêt met een elk, De Hospes tapt een kleine kelk, En knoeit water in de drank, Dan duurt zijn okshoofd eens zoo lang, zoo Zoo wordt ieder een gedraaid, }bis. Daar een elk zijn naatje naait }bis. En bij zulk een dure tijd, Zoekt een elk nog zijn profijt, En bij de eerste okatie ja, Gaat men naar Amerika, om, Om hoe 't daar is, om hoe 't daar is, Maar vele maken de rekering mis. bis. [pagina 5] [p. 5] Daar is men vast nog meer gebruid, Want uwe vrijheid is daar uit, En men is een blanke slaaf Al werkt men ook nog zoo braaf, 't is 't Is ver van hier, 't is ver van hier Men wordt daar ook geen Rentenier (bis) Vorige Volgende