Nieuw lied. of het tweede vervolg op de Muyder Cronyk

Een Nieuw Lied,

Wys: Schep vreugd in 't leeven.

Zegt, van der Meulen,

Waart gy dan ganschlyk zot,

Toen Slenderhenke,

U heeft bedot?

Maar neen, 't was uw geldgierigheid,
Die u zoo deerlyk heeft misleid,

die uwen geest zo heeft verblind,

dat gy dien Mof geloofde,

Voor veertig geeltjes,

Kreegt gy veertig duiten weer,

Met uw' ducaaten,

Speeld de Mof Myn Heer!

ô van der Meulen!

Raakt gy u geld zoo kwyt?

Zyn zoo uw geeltjes,

U ontrukt? - spijt!

Gij meende buiten Muidens Stad,
Te vinden eenen grooten schat,

Maar Slenderhenk die 't beter wist,

Ging met uw geeltjes schuiven,

Voor uw' ducaaten,

Kreegt gij veertig duiten weer,

En met uw geldje,

Speelt den Mof Mijn Heer.