Nieuw lied. of het tweede vervolg op de Muyder Cronyk

[p. 4]

Een Nieuw Lied, op de ongelukkige Geldzoeker,
of de bedroogen Krygs-Helden,

Wys: Gy die thans zyt met my ter Jagt!

Daar komt nu van der Meulen aan, ha! ha!
Die naar den scheidpaal is gegaan, ja ja
In een wit hembdjen in den nagt,
Hoe word die dweeper nu belacht,

Belacht! belacht! enz.

Waar is het goud nu dat gy vondt? zeg? zeg?
Gy zocht het in en op den grond; 't is weg!
Kom, naar den scheidpaal, blindeman
En bid maar weer van voorn of an

Dat's goed dat's goed, enz.

Kom burger! heb maar goeden moed; o ja
Uw bedevaart word wis verzoet; weldra
Uw Henderik keert weer in 't hembd,
Die nu als eend op 't water zwemt!

Wat vreugd! wat vreugd, enz.

wie u ooit noemt een Anarchist, heeft mis,
Maar dat gy zyt een Fanatist, is wis!
En loopt ge in 't hembd weer met uw kruis,
dan brengt men u naar 't gekkenhuis,

O ja! o ja! enz.

Maar haast komt toch uw leidsman weer dat's waar!
dan heb gy goud, niet waar myn heer? dat's klaar!
Ik kryg dan wat voor dit gezang;
Myn van der Meulen leeve lang,

Hoezee! hoezee! enz.