De nieuwe hofsche Rommelzoo(1655)–Anoniem Nieuwe hofsche Rommelzoo, De– AuteursrechtvrijGedischt voor de laatdunkende knip-rymers en rymerzen Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] Vreugde-zang. Toon: Ey wat hoortmen vieze grillen, &c. OF men schoon de zoetste dieren Wil beklagen om haar vel, Och! dat is maar veinzend' vieren 't Wenend oog van haar gequel. Is dit Juffers ramp beklagen? Of is klacht, en schempen een? Is dat min tot liefjes dragen Als men scheldt? ik denk wel neen. 2 Vonnis-strijker van haar schoonheidt; [pagina 59] [p. 59] Schoonte breekt uw' muil aan twee. Lelijkheidt uw' neus ten toon leidt, Ghy hebt enk'le en dubb'le wee; Zijtge op voorspoed zo hoogmoedig, Trotsche Roskam van haar lot? Is u 't lot niet mede spoedig? Vrees vry voor het Spaansch verrot. 3 Laat de snaakjes in haar wezen, Wijl dat ghy haar Dienaar zijt; In uw' wezen is te lezen Datge zulke en and're vrijt. Grand Monsieur is nu vertrokken, Aarelant zit in getreur. Wie zal met haar schoonheidt lokken Als die u maakt Serviteur? 4 Zijtge Dienaar van de pryen, [pagina 60] [p. 60] Lieve dient u zelven doch; Lieve laat haar schand ter zyên, Of verwacht haar slange-spoch. Vrind ghy hebt het heel verkurven Met uw' schimpdicht wijd en zijd. Waren schimpers uitgesturven, Juffers bleven noch gevrijd. 5 Niet dat ik haar vuil wil roemen, Daar bewaar my d'Hemel voor; Maar dat ghy haar vuil wilt doemen, Slaat my yslijk in het oor. Krout doch eerst uw' holle bonken, Gaat dan heen, en haar geneest, Na uw' naauw-volgroeide schonken: Schurfde Schapen blaten meest. Vorige Volgende