Het nieuwe tulpje
(ca. 1800)–Anoniem Nieuwe tulpje, Het– AuteursrechtvrijVersierd met de allernieuwste Liederen, welke heeden gezongen worden
[pagina 17]
| |
Stem: Voor uw alleen schenk ik de Bloemen.1
Indien ik eenmael met genoegen,
En regten ernst verlieft mag zijn,
Zo wens ik dat het lot wil voegen,
Dat het in min maer niet in schijn.
2
Ik val wel aerdig in het minnen,
Al schoon ik juist niet keurig ben,
Ik stel zo aenstonds niet mijn zinnen,
Op iemand die ik niet en ken.
3
Mijn lief hoeft geen Adoon te wezen,
Die, schoon ik haer om schoonheid roem,
Mijn schoonsten schoon mijn uitgeleezen,
Verandert even als een bloem.
4
Niet al te dik niet al te mager,
Niet al te groot niet al te kleyn,
Niet al te morsig niet al te slordig,
Zo wens ik dat mijn lief mag zijn.
5
Verstandig teffens niet al te schrander,
Goed van leeden niet al te fijn,
Niet te gedienstig voor een ander,
Zo wens ik eens getrouwd te zijn.
6
Daar by moet zy met hart en zinnen,
Mijn dienen altoos even fijn,
En mijn alleen opregt beminnen,
En mijn alleen en anders geen.
|
|