naar wat schoon was en waar, en tenslotte, last but not least, het besef een taak te hebben in dit kort bestaan: de plicht om op eigen manier onophoudelijk te getuigen van het vele dat onze geestelijke voorouders ons hebben nagelaten als grondslag van een betere samenleving.
Natuurlijk spreekt het vanzelf, dat deze groei niet zonder schokken en zonder strijd heeft plaats gevonden: hij heeft pijn gedaan en verdriet veroorzaakt door zijn uittreden uit de kerk der vaderen, door zijn afscheid van het ouderlijk huis en de omgeving waar de familie al zo vele eeuwen gevestigd was. Maar hij is zich, heel vroeg al, bewust geweest dit te moeten doen, niet anders te mogen en te kunnen, geleid als hij zich gevoelde (en ik citeer nu hemzelf) ‘door een in Griekenland bewust geworden ideaal: de vrije ontplooiing van ieders persoonlijkheid’. Let wel niet ‘zijn’, maar ‘ieders’ persoonlijkheid; want het sociale gevoel, het zich deel weten van een groter geheel, de hulp aan zwakkeren en ontrechten, strijd tegen bekrompenheid en oneerlijkheid, dat zijn de meest wezenlijke elementen van zijn werkzaamheid op vrijwel elk gebied. Daarom was hij zeker niet in de eerste plaats vakgeleerde en wilde dat ook niet zijn; hij wilde door zijn werkzaamheid als classicus en historicus, als leraar en hoogleraar, bovenal zijn medemensen dienen. Hij heeft zelf dat verlangen in alle bescheidenheid eens als volgt geformuleerd: ‘Wij zijn er weliswaar van overtuigd, dat wij weinig kunnen doen, maar dat besef ontslaat ons niet van de plicht, dat weinige zo goed mogelijk te doen.... Het kost moeizame, stage arbeid, een wal op te werpen tegen de noodlottige stortvloeden, die zovelen in de afgelopen jaren naar nihilisme, barbarij en materialisme hebben meegesleurd en nog steeds met zich meerukken.’
Die ‘moeizame, stage arbeid’, hij heeft haar niet geschuwd, neen, hij heeft haar zelfs gezocht en met vreugde op zich genomen. Wat hij voor honderdtallen leerlingen in de loop der jaren heeft betekend door zijn lessen en colleges, maar meer nog door raad en daad in persoonlijke contacten, het valt nauwelijks te schatten, maar bij zeer velen zal de herinnering aan hetgeen zijn markante persoonlijkheid geweest is, nog jaren levendig blijven. In de strijd tegen het nationaal-