in de Verenigde Staten. Prachtige toestellen zijn er ook. Meer dure oscilloscopen dan op mijn laboratorium, maar gedeeltelijk stuk. Wie zou ze moeten repareren? De onderzoekers die het zelf enigszins kunnen, hebben ook nog veel ander werk, zorgen dus alleen voor hun eigen apparatuur. Dure apparaten dus, maar geen voorraad weerstanden, geen snoer, nauwelijks een soldeerbout. Eerste klas onderzoekers, maar geen HTS-ers, geen instrumentmakers. Nog nimmer zag ik een instrumentmakerij die zo verwaarloosd was.
Het laboratorium bevindt zich in een groot gebouw, dat meerdere instituten bevat. Allerlei vernieuwingen vinden plaats, maar de goot mondt sinds jaar en dag boven de trap uit. De klok die de studenten naar college toe moet noden wees nimmer binnen ca. 1½ uur van de ware tijd aan. Trouwens in heel Rio lopen nauwelijks twee klokken gelijk. Als dan ook de telefoon (2 cent per openbaar gesprek) maar slecht functionneert, dan moet werkelijk vaak iets ‘amanha’ plaats vinden.
Denk niet dat als ik deze ietwat saillante feiten noem, ik neerbuigend neerzie op mijn dagelijkse omgeving in Rio of dat ik de leiding van het laboratorium niet zou waarderen. Wat men presteert met de mogelijkheden, liever gezegd onmogelijkheden van deze samenleving, vraagt wel degelijk om bewondering.
Misschien is dit ontbreken van een basis voor een technologische en wetenschappelijke opbloei wel gegrond op een veel diepere structuur. Men vindt wolkenkrabbers en vreselijke krotten zonder sanitair of iets, soms nog voor een aanzienlijke huur. Grote bezittingen en mooie flats aan de zee. Maar geen tuindorpen met eenvoudige welvarende gezinnen.
Een ingenieur bij een belangrijke maatschappij kan f 70.000, - per jaar verdienen en zijn arbeiders f 1200, -. Maar het is dan wel nuttig dat de ingenieur zelf met de draaibank kan omgaan. Zo een enkele keer wordt er een camavalsjurk voor f 50.000, - of meer gedragen, maar lees ook het boek Barak 19 van Carolina Maria de Jesu die in Sao Paulo met voddenrapen haar kinderen slechts een schamel bestaan kan aanbieden. Daartussen bestaat natuurlijk wel iets, maar dan nog voornamelijk handeldrijvende middenstand, dus weinig vaklieden.