zijn opdrachtgevers te werken.
Ik moge tenslotte nog een tweetal voorbeelden geven van de vreemde verhoudingen, die tegenwoordig bij de vakbonden ontstaan. In het najaar van het vorige jaar, toen de metaalbedrijfsbonden een eis tot verhoging van de lonen met 8% op tafel hadden gelegd, werden in de afdelingen de reglementair voorgeschreven goedkeuringsvergaderingen gehouden. Een districtsbestuurder van de bond gaf een toelichting. Er waren veel debaters. De meerderheid van hen meende, dat 8% loonsverhoging te weinig was. In zijn antwoord ontweek de districtsbestuurder deze belangrijke opmerkingen. In tweede instantie naar zijn mening gevraagd, gaf hij als antwoord: Hierover kan ik niet oordelen, dan moet je bij het bondsbestuur in Den Haag zijn.
Op zo een moment neem je je voor nooit meer een bondsvergadering te bezoeken, zolang men niet geleerd heeft zijn leden weer au serieux te nemen.
Mijn tweede voorbeeld ligt iets vroeger; in de periode, toen al wel een achterstand was geconstateerd, maar er nog geen nieuwe looneisen waren gesteld. In sommige bedrijven was er toen actie voor een uitkering ineens van 2%. Een aantal van deze acties werd door wilde stakingen ondersteund. In het bedrijf waar ik werk, wilde men ook een uitkering ineens. Deze zaak is toen met de secretaris van de ondernemingsraad besproken. Hij was enthousiast. Hetzelfde verlangen leefde, volgens hem, in de ondernemingsraad en ook de vakbond zou niet afwijzend staan tegen dergelijke acties in de bedrijven. Het zou prettig zijn als er een concreet stuk op tafel kwam; dit zou de positie van de ondernemingsraad tegenover de directie versterken.
Het concrete stuk - heel gematigd geformuleerd - kwam op tafel en werd bij de secretaris van de ondernemingsraad ingeleverd, die er zeer content mee was. Een paar dagen later werden drie van de ondertekenaren van het stuk bij een lid van de directie geroepen om de zaak in tegenwoordigheid van de secretaris van de ondernemingsraad te bespreken.
We waren fout; dat stond vast. De onderhandelingen over primaire arbeidsvoorwaarden zijn immers voorbehouden aan werkgever en vakbonden. Het verweer, dat dit stuk was opgesteld op verzoek van de ondernemingsraad en dat