aan de andere kant wilde ik ook niet de indruk verwekken, dat ik persoonlijk er iets op tegen had dat hij daar voor mij zat, op die bank gereserveerd ‘Uitsluitend vir Blankes’. Ik weifelde. Ik ben van nature verlegen. Ik deed niets. Ik keek naar buiten naar het grijs-grauwe postkantoor, de krantenverkoper, de mensen, de regen.
Een blond jongetje van een jaar of negen in school-uniform kwam de bus binnen en ging gemoedelijk naast de donkere man zitten. Een zware koffie-kleurige Bantoe vrouw met een mollige, slapende baby op haar rug gebonden, hees zich moeizaam naar binnen en liep door naar het achterste gedeelte van de bus. Een aantal scholieren kwam binnen; de bus werd langzamerhand voller. Een jonge soldaat met een puisterig gezicht kwam naast mij zitten. De bestuurder kwam aanlopen en klom in z'n cabine. Hij lichtte zijn pet op, krabde zich intensief op het hoofd en verdiepte zich daarna voor een moment in de ochtendkrant. De conducteur kwam de bus binnen. Het was een oude, dikke conducteur met een goedig, vaderlijk gezicht. Fanatieke rassenhaat stond er niet op te lezen. Over zijn stalen bril heen overzag hij de bus en de passagiers als een waardige dorpsschoolmeester, die een klas nieuwe kinderen opneemt. Hij ontwaarde de donkere man, de gebogen man die op de verkeerde plaats zat. Hij bekeek hem een ogenblik met de verbolgen blik van een propere huisvrouw, die een bord ziet dat niet op de juiste plaats in haar keurige glazenkast staat. De donkere man voelde de blik van de conducteur op zich rusten en keek op. De conducteur maakte zwijgend een bijna onmerkbaar gebaar met z'n duim naar achteren toe. De man, die op mijn oom in Twente leek, sprong op alsof de bank onder hem plotseling in brand vloog en haastte zich naar het achterste gedeelte van de bus. Hij deed denken aan een goed afgerichte hond, betrapt op een pluche fauteuil in de salon. Hij had een schandelijke flater geslagen; zijn hele houding drukte diepe verontschuldiging uit. Het speet hem kennelijk, dat hij daar maar zo botweg op de verkeerde bank had gezeten, op die heilige bank ‘Uitsluitend vir Blankes’.
De conducteur gaf het sein tot vertrekken en begon kaartjes te verkopen. Behalve ikzelf had niemand het voorval opgemerkt. De bus zette zich kreunend in beweging en reed