in dit wondere, ‘bonte’ land van Vlaanderen. De auteur is voorzitter van de Stichting Lodewijk de Raet, die een bestendig en veelzijdig onderzoek organiseert van alle levensuitingen en -problemen van de Vlaamse gemeenschap.
In het voorliggende werk lezen we twee soorten gegevens: 1. Wat het allemaal is. 2. Hoe het allemaal werkt.
Wat het is? Deze vraag wordt door de auteur beantwoord met een nagenoeg volledig overzicht, alhoewel we toch missen: een grondiger analyse van de stoffelijke toestanden in Vlaams-België. Budgetten van de arbeidersklasse ontbreken.
Hoe het werkt? De auteur heeft harde woorden voor hen die verantwoordelijk zijn voor de geestelijke, culturele achterstand van het Vlaamse volk. We noteren graag dat hij daarbij passim de binding met de stoffelijke onderbouw bevestigt. In zijn uiteindelijke begrip en in zijn interpretatievermogen blijft Dr. van Haegendoren evenwel een man van de burgerlijke ordening. De kapitalistische structuur is voor hem een evidentie. Dr. van Haegendoren houdt geen rekening ermee dat de kapitalistische structuur niet in haar franjes (b.v.: ‘niet volksverbonden’), maar door haar rol en aanwezigheid de hoofdzakelijke ellendebron is voor het Vlaamse volk. Dr. van Haegendoren slaat op de kenmerken van het kwaad, niet op het kwaad zelf.
Als beschrijving: geslaagd. Als interpretatie: onvolledig en vaak geconstrueerd. De auteur laat de meest wezenlijke kansen onbenut. Aldus op p. 150 van het eerste deel, wordt in het belangrijke hoofdstuk ‘Kerk en Vrijzinnigheid’, midden veel uitvoerige kommer, besteed aan het wel en wee van het Vlaamse politieke en wereldbeschouwelijke keukentje, een eenzame volzin geparachuteerd: ‘De politiek-ideologische verschillen schijnen het minst voelbaar in de wereld van de “haute finance” en het blijkt wel dat katholieken en vrijzinnigen zich zonder grote moeite in dezelfde raden van beheer thuisvoelen’. De auteur dringt niet aan. Wij zijn ontgoocheld wanneer wij Dr. van Haegendoorn dergelijke trein zien missen.
Zoals we hoger schreven: de werkelijke dimensie van de Vlaamse beweging blijft ongemeten. Ook hier heeft Dr. van Haegendoren wezenlijke kansen niet gegrepen: hij verkiest het stilzwijgen te bewaren over Vlaanderen tijdens de