De Nieuwe Stem. Jaargang 19
(1964)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 257]
| |
[Nummer 5]
Anna Muntjewerf
| |
[pagina 258]
| |
met De Plaatsbekleder. Bij de opvoering in West-Berlijn heeft regisseur Piscator in de allerlaatste slotzin de laatste gevangenen wel laten bevrijden maar ‘durch russische Soldaten’ maar weggelaten.Ga naar voetnoot2) Het stuk van Hochhut is nu eenmaal vanwege de lengte in zijn totaal onspeelbaar. Alle verkortingen zijn daarom noodzakelijkerwijze beperkingen èn interpretaties. De bewerking van Anty Westerling voor Nieuw Rotterdams Toneel is, alweer volgens de NRC, eerlijker tegenover Hochhuth dan de bewerking die in Bochum is gegeven, die veel meer toegespitst was op de houding van de paus (NRC, 18 maart j.l.). In Rotterdam heeft men, met coupures natuurlijk, meer geboden: Men krijgt hier dus ook een blik in de Jägerkeller sinds het begin van de luchtaanvallen op Berlijn, de plaats van samenkomst van S.S.'ers en aanverwanten, en in het hoofdkwartier van de Gestapo te Rome met o.a. de gebruikelijke mensonterende behandeling van Joden. Men krijgt voorts grepen uit de Auschwitzscènes. (NRC, 4 april j.l.). Of de interpretatie van de regisseur t.a.v. de houding van de paus t.a.v. Hochhuths bedoelingen helemaal ‘eerlijk’ is lijkt me een vraag. Hij legt de nadruk op het algemene menselijke tekort, van iedereen en alle instanties ten opzichte van de Jodenvervolgingen. Het stuk appelleert aan het geweten van iedereen, aldus Flink, die over Pius XII te kennen geeft: een man die aan het hoofd stond van een in die tijd verkalkt instituut; een redelijk man, die een beleidsfout heeft gemaakt. (NRC, 18 maart j.l.). Dit laatste staat recht tegenover de mening van Hochhuth die de paus, als Plaatsbekleder van Christus op aarde, zijn zwijgen toen de nood het hoogst was, als een zware schuld aanrekent, vooral omdat het zijn - onbewijsbare - stelling is dat de Nazis een duidelijk en openlijk protest van het het hoofd van miljoenen katholieken nooit hadden durven | |
[pagina 259]
| |
negeren, waardoor de vergassingen op zijn minst vertraagd zouden zijn tot na de ‘overwinning’ van Hitler, die na Stalingrad al hoogst dubieus was geworden. Ergo: het zwijgen van de paus heeft de Nazi's de vrijheid gegeven door te gaan met hun miljoenenmoord. Overduidelijk maakt Hochhut deze visie in de na het stuk gegeven keuze uit zijn documentatiemateriaal: Der Vatikan und die ‘Endlösung’ (p. 236 e.v.), waarin hij eveneens aantoont dat het Vaticaan volledig op de hoogte was van de gebeurtenissen. In vele interviews heeft hij dit onomwonden benadrukt, o.a. in een gesprek met Der Spiegel: Ik moet er van uitgaan dat terwijl voor de deur van de paus de Joden bijeengedreven werden, het Vaticaan er zich met een kletserig, nietszeggend artikel in de Osservatore van afmaakte. Dat was, om het eens duidelijk te zeggen, buitengewoon weerzinwekkend. Als in deze situatie van mijn stuk de paus duidelijk negatief naar voren komt, is dat zijn schuld, niet de mijne. (NRC, 18 maart). In de grote vierde akte, Il Gran Rifiuto, waarin Ricardo, gesteund door zijn vader graaf Fontana die als leek een belangrijke post aan het Vaticaan bekleedt, probeert de paus te doordringen van de noodzaak van een openlijke stellingname, tekent hij de paus als een koude berekenende diplomaat (volledig gesteund door ‘de kardinaal’). De paus beklaagt zich bitter dat Ricardo niet tevreden is met alles wat de Kerk doet: de Romeinse kloosters zitten vol met ondergedoken Joden en de voedselvoorziening is hem een ‘voorwerp van aanhoudende zorg’. Ook vertelt hij Ricardo dat de Kerk voor veel goud de Jodenvervolgingen in Italië heeft proberen af te kopen. Hochhuth probeert hiermee kennelijk een maximum aan rechtvaardigheid zijnerzijds t.o.v. de paus en de hulp die de Kerk incidenteel geboden heeft, duidelijk te maken. Maar angst voor het communisme drijft Pius tot een gecompliceerd diplomatiek spel waarin Hitler moet fungeren als buffer tegen een eventueel naar het Westen oprukkend Rusland: PAPST: Hitler allein, lieber Graf, verteidigt jetzt Europa. Und er wird kämpfen, bis er stirbt, weil ja den Mörder kein Pardon erwartet. Dennoch, der Westen sollte ihm Pardon gewähren, solange er im Osten nützlich ist. | |
[pagina 260]
| |
als Banditen anzuprangern, er muss verhandlungswürdig bleiben. Wir haben keine Wahl. | |
[pagina 261]
| |
eine Stellungnahme zum Kriegsgeschehen. Der Heilige Stuhl soll dem neutralen Geiste eine Wohnstatt bleiben. ...... Ricardo kàn zich hiermee niet tevreden stellen en begint opnieuw, hoewel de paus zich inmiddels alweer met zijn ‘zaken’ bezighoudt en eist: ‘Heiligkeit, sprechen Sie Hitler ultimativ an’. (p. 173). .... Ondertussen heeft Ricardo zich de Jodenster op de soutane gehecht, tot grote opwinding en ergernis van allen, en vooral van de paus, die bij het ondertekenen van het zojuist opgestelde document zijn vingers met inkt bevlekt. Toch een ‘menselijk’ geschokte paus? Of alleen maar verbijstering over de ongehoorzaamheid van Ricardo die weigert de Jodenster af te doen. En die vertrekt met de woorden: Gott soll die Kirche nicht verderben, nur weil ein Papst sich seinem Ruf entzieht. Ricardo gaat met de Romeinse Joden mee naar Auschwitz, als Plaatsbekleder van de Plaatsbekleder, om de Kerk te redden. Als zinloze martelaar? Ook Hochhuth laat de vraag open.
De aanval van Hochhuth op de paus die als Stellvertreter Christi gefaald heeft door zijn zwijgen is het centrale thema van het stuk. De Berlijnse opvoering van Piscator heeft dit benadrukt, evenals blijkbaar in versterkte mate in Bochum is gebeurd. Toch heeft Hochhuth tegelijkertijd meer willen geven: inderdaad een appèl aan het wereldgeweten, het stellen van de schuldvraag die voor iedereen geldt, toen en nu. Daardoor heeft zijn stuk een dualistisch karakter gekregen. De tweede scène in de Jägerkeller, het ‘opvoeren’ van Auschwitz, de gebeurtenissen bij de Jodenvervolgingen in | |
[pagina 262]
| |
Rome kunnen niet gemist worden als men Hochhuth recht wil doen. Ook de documentatie beperkt zich niet tot rechtvaardiging van zijn aanval op Pius. Krupp ontbreekt niet (p. 262), evenmin een lik uit de pan voor het Rode Kruis (p. 250). Ook zonder de - om het speelbaar te maken - noodzakelijke bekortingen zouden door het dubbele karakter van het stuk de interpretaties altijd gebleven zijn. Zwakte van de compositie of pleit het voor de dramatische kracht? Er is veel over getwist (zie b.v. Barbara Klie: ‘Der Stellvertreter’ - Drama oder Pamphlet’ in Summa Iniuria). Misschien is het beter geschikt als ‘lees’- dan als ‘speel’-stuk.
Der Stellvertreter is behalve een ‘christelijk drama’ een historisch stuk: het schildert een situatie van twintig jaar geleden. Voor de middelbare schooljeugd van nu is de oorlog werkelijk geschiedenis, voorbij. De gevolgen en de consequenties hebben we echter nog te dragen, zullen op alle mogelijke terreinen nog heel lang doorwerken en dat deel ervan dat werkelijk passé is hebben we nog lang niet verwerkt. De ‘schuldvraag’ b.v. is van een brandende actualiteit, niet alleen om duidelijke zondebokken te kunnen aanwijzen, maar ook om een actuele politieke stellingname mogelijk te maken en vooral te rechtvaardigen. De historische actualiteit is ook een kant van het dualisme van het stuk, duidelijk merkbaar bij de kritiek, pro en contra, die het stuk heeft opgeroepen, ook in kerkelijke kringen. Een Nederlands Katholiek standpunt is in Streven geformuleerd door C.L. Brenninckmeijer S.J. in zijn: Paus Pius XII en de Joodse tragedie. Deze recensent die veel kritiek heeft op Hochhuths voorstelling van zaken, noemt het stilzwijgen van Paus Pius XII kenmerkend voor heel de kerk en de christenheid. Hij eindigt zijn artikel dat in drie opeenvolgende nummers van ‘Streven’ is verschenen aldus: ...... zijn vooringenomen kijk op de Paus heeft ons toch voor de veel wezenlijker vraag geplaatst, of de Kerk als geheel niet schuldig is geworden. Nu wij een zoveel beter overzicht over de toenmalige gebeurtenissen hebben, is het vermoeden en de mening gewettigd, dat de Kerk destijds duidelijker had moeten spreken. Daarbij mogen we dan niet uit het oog verliezen, dat wij in dat geval ook de bereidheid hadden moeten tonen tijdens de opkomst van het nationaal-socialisme een onomwonden christelijk | |
[pagina 263]
| |
‘neen’ te spreken tegen het optreden der Nazi's. Aangezien dit blijkbaar niet fors en algemeen door de christelijke wereld is geschied, had de christenheid in een later, nog gruwelijker stadium van het Nazisysteem grotere bereidheid moeten tonen het martyrium te aanvaarden, dat de bezeten wildeman Hitler niet geaarzeld zou hebben aan haar op te leggen voor dit bewijs van verzet. Het is de positieve kant van Hochhuts negatieve stuk, dat wij thans deze vraag niet meer vrijblijvend uit de weg kunnen gaan. (Streven, april 1964, p. 691). Rowohlt heeft een verzameling artikelen uitgegeven in september 1963, toen de discussies nog in volle gang waren, onder de titel: Summa iniuria oder durfte der Papst schweigen? Hochhuths ‘Stellvertreter’ in der öffentlichen Kritik. Het is een verzameling ‘Wichtiger Stimmen, die sich im In- und Ausland in der Diskussion über Rolf Hochhuths Drama zu Worte meldeten....’ Er is een keuze gedaan uit ongeveer 3000 brieven en kritieken, gericht aan uitgever en auteur. De anonieme scheldbrieven zijn - misschien wel jammer: een Duits ‘Pays Bah’ is het daardoor niet geworden - niet opgenomen. Bovendien: ‘In diese Debatte einbezogen konnte allerdings nicht werden, was sich “Deutsche Nationalzeitung und Soldatenzeitung” nennt; unterhalb einer bestimmten Grenze an Denk- und Artikulationsvermogen ist ein Gespräch nicht mehr möglich’. Dat laatste is zonder meer waar, maar een paar voorbeelden ervan als illustratie van de opinies die bepaalde Duitse kringen er nog op na houden, zouden me niet ongewenst geleken hebben. Die Frage nach dem Verhältnis von Macht und Moral ist so alt wie diese Begriffe selbst, und so darf es nicht verwundern, dass die Meinungen besonders krass und heftig aufeinanderprallen, wenn eine der fundamental moralischen Machtsinstitutionen des Abendlandes zur Debatte gestellt wurde: der Stuhl Petri. Daarom: Dieses Taschenbuch bringt also nichts Unbekanntes - soll kein neues Material aus Geschichte oder Kirkengeschichte publizieren, sondern kontroverse Stimmen zum Dialog, zum Disput vereinen. (Uit de Vorbemerkung van Fritz J. Raddatz.) Het is inderdaad een verzameling ‘wichtiger Stimmen’, bijzonder zwaarwichtig af en toe, wat ook trouwens moeilijk | |
[pagina 264]
| |
anders kan bij een dergelijk onderwerp. De bijval en afkeuring van lekenkant is vaak het best leesbaar (voor een leek). De bijvalsbetuigingen van individuele geestelijken, katholiek of niet, getuigen van een eerlijk worstelen om met Kerk en geweten in het reine te komen of te blijven. De houding van de R.K. Kerk zelf, officieel en officieus is langzamerhand wel bekend. Ondanks dat toch een voorbeeld: Die deutschen Katholiken können nur traurig und beschämt davon Kenntnis nehmen, dass im freien Westberlin ein Theaterstück ‘Der Stellvertreter’ aufgeführt wird, in dem das Andenken Papst Pius' XII, dessen wir in grösster Liebe und Verehrung gedenken, auf das hässlichste verunglimpft wird. ...... Wenn aber wir als Deutsche uns so ein Theater gefallen lassen, ohne es erbittert abzulehnen, machen wir uns wieder einmal anstössig vor aller Welt. Gerade in Westberlin sollte man das begreifen! Het zal Fürst zu Löwenstein uitermate verheugen ‘dat een christendemocratische afgevaardigde, Luigi d' Amato, in het parlement aan de Italiaanse minister van sport en vermakelijkheden heeft gevraagd, welke stappen deze heeft genomen om vertoning van Der Stellvertreter in Italië te voorkomen’ (NRC, 28 maart j.l.). (Volgens een mededeling van Hochhuth zullen er voorstellingen komen in een klein theater in Rome.) Eén van de belangrijke discussiebijdragen in Summa Iniuria is van Carl Amery. Amery spreekt zonder meer van een ‘pausdrama’ (In: Der Bedrängte Papst, Summa Iniuria, p. 84), vergelijkbaar met de ‘Nachfolger’ van Reinhard Raffalt. Een vergelijking die hij ook werkelijk maakt om zijn - overigens gunstige - stellingname t.o.v. Der Stellvertreter duidelijker te maken. Amery heeft een analyse gegeven van het karakter van het Duitse katholicisme in zijn boek: Die Kapitulation oder Deutscher Katholizismus heute (Rowohlt, mei 1963), waarop hij in dit artikel terugkomt met zijn stelling dat het Duitse Katholieke volksdeel rijp was voor de kapitulatie voor het fascisme en dat een protest en een strijdbare houding van de geestelijkheid toen nauwelijks weerklank zou hebben gevonden. Daarom staat hij uiterst gereserveerd tegenover Hochhuths stelling dat een openlijk protest van de paus midden in de oorlog wèl effect zou hebben gehad, maar hij | |
[pagina 265]
| |
laat de mogelijkheid open. (Summa Iniuria, p. 90). Het typische karakter van het Duitse katholicisme en de ontwikkeling van het pausdom - zoals hij dat ziet - geeft hem ook een verklaring voor de vele en felle anti-reacties op Hochhuth. Door alleen maar van een pausdrama te spreken miskent Amery het dubbele appèl van Hochhuth op kerk- èn wereldgeweten, wat ook medebepalend is voor de geschakeerdheid van de pro- en contra's. Opmerkelijk is overigens dat Hochhuth in zijn centrale thema: Pius XII had openlijk en duidelijk moeten protesteren, zo enkelvoudig is. Hochhuth eist in de eerste plaats een handelen van de paus als plaatsbekleder van Christus op aarde. De R.K. Kerk en daarmee haar hoofd, de paus, heeft echter een dubbele functie: die van plaatsbekleder, maar tegelijkertijd is de Kerk een instituut. De ‘tragiek’ van Kerk, paus en misschien voor iedere Christen ligt in de wezenlijke onverenigbaarheid van beide functies, die toch als een Siamese tweeling vergroeid zijn en ook alleen op deze manier kunnen voortbestaan. Hochhuth eist - op een werkelijk kritiek moment en vanuit een echt christelijk standpunt - een scheiding: het in de allereerste plaats in de praktijk brengen van het hoogste christelijke beginsel, de naastenliefde, t.b.v. miljoenen onschuldigen. Dat de paus hierin tekort is geschoten veroordeelt hij hard en fel, vanuit zijn christelijk geloof. Vanuit deze keuze is een veroordeling noodzakelijk geworden. (Of een protest van de paus werkelijk het effect zou hebben gehad dat Hochhuth veronderstelt, is in wezen irrelevant, evenals de vraag of b.v. Johannes XXIII een andere houding zou hebben ingenomen.) De stellingname die Hochhuth van de paus eist is onmogelijk: de beide functies van het pausdom zijn onverzoenlijk, onverenigbaar, maar volstrekt onscheidbaar. Zolang de Kerk zich als instituut zal handhaven - wat ook haar nieuwe organisatievorm zal worden na het jongste concilie - zal zij als machtsapparaat ‘onbetrouwbaar’ blijven, zoals iedere machtsconcentratie, gebaseerd op welke ideologie ook. Waar Hochhuth dus dualistisch had moeten denken - dus oog had moeten hebben voor de dubbele positie van het pausdom - is hij simplistisch. Zijn dualismen, zoals het ethische beroep op het wereldgeweten tegenover dat op de Kerk, en het actuele element in zijn drama naast het historische, hadden in een erkenning van dit dualisme hun bekroning moeten vinden. Hoewel hij dan zeker minder | |
[pagina 266]
| |
bijval - vooral minder van de kant van individuele Katholieken - zou hebben gevonden. Een derde dualisme dat we bij Hochhuth wel kunnen constateren, is dat hij een ouderwets idealisme vertoont. Ouderwets, niet om zijn christelijke stellingname - misschien ook wel daarom - maar zijn roepen om, zijn eisen van een in de praktijk onmogelijk zuiver door te voeren idee. Eén van de redenen, ook dit, waarom Hochhuth ondanks alle kritiek zoveel bijval vindt, in ieder geval zoveel mensen bezighoudt, is dat we gedwongen zijn te kiezen uit ideeën en ideologieën die grotendeels hun zin en waarde voor ons verloren hebben. In die zin is zijn ‘ouderwetsheid’ actueel, omdat hij (èn de kritieken) een afspiegeling is van de situatie waarin we ons - zeker in ‘het Westen’ - bevinden. Zonder het houvast van een ‘idee’ kunnen we het blijkbaar nog niet. Toch vertegenwoordigt Hochhuth een tussenfase, waardoor zijn stuk, niet alleen om het thema, typisch tijdgebonden is. We zullen, naar alle waarschijnlijkheid, moeten leren leven in een ideologisch vacuum, wat wel eens een geweldige reinigende werking zou kunnen hebben. Hierna en hieruit zullen wel nieuwe inhouden groeien. Tijdens het vacuum zullen we alleen duidelijk kunnen zijn in het ‘nee’ zeggen - tegen Jodenvervolgingen en alle andere vormen van racisme b.v. - het volledige en overtuigde ‘ja’ zal nog maar zelden een kans kunnen krijgen. Wat niet betekent dat er geen grote èn noodzakelijke betrokkenheid zal zijn bij het algemeen menselijk gebeuren en de problematiek daarvan, integendeel. |
|