De Nieuwe Stem. Jaargang 19(1964)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 175] [p. 175] Jozef Eyckmans Op de grens met recht alleen zijn in lange straten op het eind van de dag ver van het centrum af lichten voorbij laten gaan eerbiedwaardige lichten van de grote stad na zoveel jaren met recht de ruimte hebben (iemand post een brief een vrouw staat voor een etalage) de nacht is zoel en herhaling doet de doden niet opstaan maar begraaft ze dieper in de vreemdeling (een kat steekt de weg over) voor niemand staat daar die verlichte klok 18 graden mensen zijn spoken op dit uur ik bereik de buurt ik sta voor mijn huis ik breek in bij mijn dubbelganger [pagina 176] [p. 176] Evocatief gemaakt door wetten voor het leven noodzaak je menigeen verstek te laten gaan je rusting dient om zelfs niet in een situatie te geraken maar aartsengel brandmerk dit papier het is al goed dat je bestaat ● de legende dit romantisch blazen troost niet meer de legende heeft geen toekomst meer het bos wandelt op zijn pad alleen sluit zich af met een enkel sprokkellicht ik heb gezien hoe iedereen jaagt nu ben ik om de hoek een stil veld wat ik zag als goed gaat nu met droge ogen staal en wielen braken het laatst verzet [pagina 177] [p. 177] nog vindt het plaats honden geblaf aangaan van lichten in de avond ● derderangs deugden maar het land is groen al is het koud voor de tijd van het jaar gladde jongens overdadige meisjes de wind is te schraal ik verwonder mij over de bloemen in dat beetje zon in dat beetje zon een vogel fluit dacht je dat dit anders klinkt voor een oudere man dover zwarter dacht je ze maken maar uit tegen wie ik spreek (het is immers nog altijd koud) maar ik zeg geen verrassing is misplaatst want kijk een vlinder Vorige Volgende