de NATO-oefening ‘Fallex II’, waarbij was gebleken dat ingeval van een atoomoorlog op Duitse bodem geen enkele dienst of organisatie meer zou werken, - behalve dan die van de vijand.
Het is heel wel mogelijk - en zelfs in die zin al openlijk gezegd - dat ‘Der Spiegel’ hier de spreekbuis was van die officieren, die bezwaar hebben tegen Strauss' legerorganisatie, geheel gericht op de bewapening met atoomwapenen, - en dat gegevens verstrekt zijn door de geheime dienst van Gehlen, terwijl de wraakoefening tegen het weekblad het werk was van de militaire geheime dienst onder Strauss. Maar dat mogen pikante bijzonderheden zijn, het doet er tenslotte heel weinig toe; waar het om gaat is, dat ‘Der Spiegel’ in dit en in voorgaande artikelen openlijk tot diskussiepunt heeft gemaakt wat een kwestie van leven en dood voor het publiek is, maar juist daarom niet publiek mocht worden: het vraagstuk van de militaire strategie op grond waarvan de Bundeswehr wordt opgebouwd.
Nu is het een droevig feit, dat inderdaad ‘Der Spiegel’, een sensationeel weekblad met boulevard-allures, het enige massa-orgaan in Duitsland is dat met zulke problemen voor het front komt en op deze wijze uiting geeft aan het onbehagen, dat in brede kringen, vooral onder vele intellektuelen, bestaat. Deze rol heeft het blad vooral kunnen spelen sinds de West-duitse sociaal-demokratie de aktie ‘ohne uns’ verwisselde voor die ‘mit uns’, zij het ook voorlopig zonder sukses.
De methoden, gebruikt bij de aktie tegen het weekblad en vooral de onenigheid tussen de F.D.P.- en de C.D.U.-ministers die hier bleek en geaksentueerd werd, heeft tot een regeringskrisis geleid, die tenslotte op herstel van de koalitie onder hetzelfde hoofd maar met gewijzigd personeel is uitgelopen.
Een lichte verbetering in de politieke situatie van de Bondsrepubliek heeft, zoals ik hierboven aanduidde, het bederf van de burgerlijk-parlementaire demokratie aan het licht gebracht. Die lichte verbetering was het