dat zijn ervaringen als duvelstoejager bij een reizende toneelgroep daarvoor voldoende waren; waarschijnlijk dat in het Griekse blijspel dat hij bewerkte die bittere waarheid al stond opgetekend, want de toestanden in het Hellas van een 300 jaar vóór onze jaartelling waren veelal heel weinig verheffend.
Hoe dit zij, van de Engelse wijsgeer Hobbes die deze spreuk tot een van de pijlers van zijn systeem maakte, kennen we die ervaringen wel: bij hem vormen de troebelen van de Fronde in Frankrijk en de Engelse burgeroorlog de historische achtergrond van zijn politieke denken.
Kan de moderne humanist, wiens uitgangspunt toch het geloof in de uiteindelijke goedheid van de mens moet zijn, wil hij de naam humanist verdienen, die tegenovergestelde gedachte als een onredelijke overdrijving eenvoudig ter zijde leggen? Zijn onze ervaringen daarnaar?
Luister, lezer, en oordeel zelf.
In de Verenigde Staten is - de N.Y. Herald Tribune van 28 augustus doet het uit de doeken - een zekere James Henry, in opdracht van het Pentagon, bezig te becijferen, hoeveel slachtoffers een atoomoorlog - alleen in de Ver. Staten wel te verstaan - zou eisen. Hij komt op 80 à 100 miljoen doden.
Maar aangezien hij niet aangesteld is als ‘deterrent’ van de atoomoorlog, zegt hij liever, dat de rest - dat is de andere helft - kan blijven leven, als - U kent het nu al wel - de nodige voorzorgen worden getroffen door het bouwen van schuilkelders.
Men is daar druk mee bezig. Ook particulieren, heel rijke natuurlijk. En wat blijkt nu? Sommigen daarvan hebben hun private schuilkelders o.a. uitgerust met - geweren. Tegen de vijanden? Nee, dat zou niet baten. Maar tegen de buren, die eens van zijn schuilkelder mochten willen mee-profiteren, zou het een probaat middel zijn. Tik, tik. ‘Jammer voor de vrouw en het kind. Maar 't moest wel hè? Nu hebben we fijn de hele kelder en alle voorraden voor ons alleen.’ Een, in een voorstad van Chicago moet er zelfs op gerekend