De Nieuwe Stem. Jaargang 16
(1961)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 61]
| |
Socialistisch cabaretHij, die Hovings langzamerhand befaamd geworden cabaret kent, was er al op voorbereid: op de overgang van oud-minister Hofstra, lijstaanvoerder der P.v.d.A. in Amsterdam, naar de directie van Verolme. Er werd ‘Morgenrood’ gezongen in dat cabaret - dat was in een nummer, dat zijn sloteffect in een ander socialistisch zang-evenement gevonden had: de lofprijzing van ‘de techniek en het ka-apitaal’ als gold het ‘Aan-u-o-volk de ze-egepraal’. Een schoner argument ten gunste van het altijd wat dubitatieve dogma van de uitholling der particuliere eigendom is nauwelijks te vinden: nee, niet in een persiflerend cabaretnummer, maar in ‘het brok nuchtere realiteit’ (om in P.v.d.A.-taal te spreken), dat Hofstra's overgang ons te zien geeft. Tot nog toe dobberden wij inzake die uitholling immer wat tussen links en rechts. Thans echter is het duidelijk, dat we niet meer behoeven af te wachten wat eerder vermolmen zal: de expansieve vaderlandse metaalnijverheid van self made men of de ‘socialistische belastingpolitiek’. Hofstra's boek van deze naam geniet althans een ruime belangstelling sinds het voor een krats in restantenboekhandels te krijgen is. Zo is waarlijk een ‘c.a.o. in de metaal’ ontstaan, en ze zal wel moeilijk open te breken zijn, sinds de arbeidspartij één harer bekwaamste mannen zag gaan... de J. | |
Anthony en het communismusOngetwijfeld was Anthony Winkler Prins een achtbaar man: zijn kennis en belezenheid waren in de volle zin van het woord: encyclopedisch. Wat híj nog vrijwel | |
[pagina 62]
| |
alleen kon, konden na hem nog slechts velen gezamenlijk. Zijn naam bleef echter van een groeiend aantal dikke delen titelblad en rug dekken. Die naam legde de historische afstand af van monopolistisch encyclopedie-schrijver tot bijna monomaan encyclopedistisch uitgeversbedrijf. Terwijl ondertussen die uitgeverij zijn eigen roemruchte naam slechts om der goodwill wille draagt, is er een reële historische band tussen de verschillende W.P.'s. Het was van de Uitgeversmaatschappij Elsevier een zeer te waarderen gedachte deze ontwikkeling van haar kostbare en duur-zame monomanie in een eenvoudig pocketje te gieten. Men vindt in deze ‘Roman van een reus’ een wél verteerbaar hapje cultuurhistorie. Het thema is: hoe dacht vader Anthony over de dans, de adelaar, het communismus e.t.q. Met onweerstaanbare kracht werden wij naar dat communismus getrokken. Anthony's artikeltje blijkt over een uitstervende dwaalleer te handelen, die onder miskenning van 's mensen individualiteit de gemeenschap van goederen leert. Veel reëler is het socialismus, dat in de verhouding kapitaal en arbeid ingrijpen van staatswege wenst. Dáárheen trekken blijkens de druk van 1907 de meest voormalige communisten. Hun beweging heeft geen toekomst. Aldus zo zegt de anonyme schrijver van de reus in zakformaat, blijkt, dat men zich niet aan voorspellingen wagen moet. Hebben we thans niet ‘een communistische helft’ van de wereld? Met mate en onder garantie van hun wetenschappelijkheid mogen dan ook ‘onvervalste marxisten’ sedert 1947 meeschrijven in de encyclopedieën. Dat laatste is een vriendelijke geste, die ook in De Nieuwe Stem soms wordt toegepast. Misschien is het zelfs daardoor, dat we menen wat sceptisch te moeten staan tegenover de wat krasse historische uithaal waarmee de anonymus elsevirianus de goederen-gemeenschap van Anthony verbindt met de politiek van de Sowjet-Unie. Zelfs de bijziendheid van een reus is niet in verziendheid om te praten. O, Anthonius, wijs mij waar ik het communismus terug kan vinden! de J. |
|