Dommer
Op 23 augustus kwamen, buiten de advertentiepagina's, de eerste grote koppen in de krant over Planta. Iedereen wist toen, dat het Unilever-concern er in de eerstkomende periode een heel karwei aan zou hebben, het verloren vertrouwen bij het publiek te herwinnen.
Iedereen, behalve de directie van het Unilever-concern. Want die is, om een paar tonnen margarine, of ton guldens - ik wil er af wezen - te besparen, met haar emulgator, margarine, haar reputatie en de gezondheid van de consument gaan knoeien op de manier - ik had willen zeggen van een door de keuringsdienst betrapt dorpsslagertje, maar ik wil de dorpsslagers niet beledigen.
Hebben al die knappe psychologen, die het Unilever-concern in dienst heeft voor reclame - pardon, voor ‘motivation-research’, de directie niet kunnen waarschuwen, dat deze keer geen honderd advertentiepagina's met grote koppen de aangerichte schade zouden kunnen herstellen?
Alweer, wij zijn allerminst politieke vrienden van de grote monopolies. Wij hebben ze er nooit op aangezien, dat zij de volkwelvaart of volksgezondheid hoger zouden stellen dan hun eigen winsten. Maar als een doorgefourneerde communist, geïnfiltreerd in dienst van het Unileverconcern, ze een poets had willen bakken om ‘het kapitalisme’ in zijn verdorvenheid aan de kaak te stellen, had hij het niet beter kunnen bedenken. ‘Rien n'est plus invraisemblable que le vrai’.