De Nieuwe Stem. Jaargang 14(1959)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Fred Pfeifer Ik heb mijn mond rond de korven samengetrokken rond de honende honing der gifdragers ik spreek met lippen van scherven een honderd-en-eenvoudige taal gespleten zinnen die binnen overnachten en buiten aan de kou bederven voltooide tijden van tranen en de onbegaanbare woordbreuk o langzaam heb ik mijn ogen uitgetrokken de zendingen hebben geen gezicht meer onhoorbaar liggen de kleuren op het netvlies ja achter de nacht is het licht blind het voetspoor onnavolgbaar Vorige Volgende