Nu, de militairen hielden het zich voor gezegd. Zij behoefden er slechts voor te zorgen, om steeds op een critiek moment, wanneer enige ontspanning in zicht scheen, voor een nieuw incidentje te zorgen (p. 96/97, 123). Zo kon men zeker zijn, dat de Republikeinse autoriteiten weer ‘onbetrouwbaar’ werden, en dus militair ingrijpen ‘onvermijdelijk’ werd.
Helfrich en Kruls protesteerden al aanstonds bij de Koningin tegen het accoord. De later door de Regering toegevoegde adviseurs, bestemd om aan de Commissie-Generaal als leden te worden toegevoegd, hebben het van het begin af als hun taak beschouwd, de overeenkomst te saboteren. Economische deskundigen rekenden voor, dat met het oog op de deviezenpositie een militaire actie onontkoombaar was. Eigenlijk was al in de allereerste maanden van 1947 de overtuiging gegroeid, ook binnen de kring der Commissie-Generaal, dat militair ingrijpen onvermijdelijk zou zijn, en men kon haast het geduld niet opbrengen om op een aanleiding te wachten.
De enige vraag werd: hoe men zulk een actie zou kunnen ‘verkopen’ bij het Nederlandse publiek en in de internationale wereld. Daarom moest de comedie worden opgevoerd van verlate ondertekening van het accoord nog in maart 1947, en van een schijnpoging om tot uitvoering daarvan te komen. In feite zou het enige, waarmee het militaire ingrijpen had kunnen worden afgewend, een volledige capitulatie van de zijde van de Republiek zijn geweest. Zij is er na aan toe geweest onder sterke druk van Amerika en Engeland. Maar toen zij op practisch elk gebied had toegegeven, werden er snel nieuwe eisen bedacht, waaronder ‘terugtrekking van alle republikeinse militaire organisaties tot een afstand van tenminste 10 km. van de grenzen der bezette gebieden op Java en Sumatra’ (p. 172). De Republiek mocht nog eens door toegeven de militaire actie onmogelijk maken!
Op 20 juli 1947 was de comedie ten einde en begon de tragedie - die nog tot vandaag voortduurt. Van Mook en Schermerhorn, de totdusver als zo progressief teboek staanden, was een ‘beperkte actie’ - beperkt, omdat een omvangrijke actie in binnen- en buitenland ‘onverkoopbaar’ zou zijn - niet genoeg. Zij eisten oprukken naar de ‘pesthaard’ Djokja, voorlopig zonder succes; pas met de tweede militaire actie kregen zij hun zin.
Het is nuttig de voorgeschiedenis van de eerste militaire actie te lezen, nu het gevaar voor een derde actie om de hersenschim Nieuw-Guinea nog steeds actueel is. Waarom moeten anders vrijwilligers en dienstplichtigen naar Nieuw-Guinea? En waarom krijgen onze troepen in Limburg een opleiding in oerwoud-tactiek?
Uit het boek van Smit kunnen wij leren, dat wij ons de bekrompenheid en het wanbegrip ten aanzien van de betekenis van het ontwaken van Azië, heersend in politiek Nederland, en het gebrek