Het lied van het water
(Aanhef-fragment)
Als er geen water was, was er geen leven,
geen boter meer in de karnton,
geen kookpotten meer op het vuur te vinden,
geen groen meer op veld en in wildernis,
geen erven meer met hutten, geen steden,
geen ouders meer, en dus geen enkel kind!
Het water is een heel grote bak vol,
Je kunt putten en ze raakt niet uitgeput;
O jij die onze rijst doet rijpen,
O jij waarmee men onze doden wast,
O jij waarvan de kudden drinken,
Voordat ze naar de weiden gaan.
Herderszang laagland Nigeria
Medegedeeld door G. Vieillard.
Vert. Margrit de Sablonière