Klunzig
Het gebeurt niet vaak dat we bezwaar hebben tegen iets wat in ‘De Groene’ staat. Wat ons betreft mag hij zich ‘het enige blad’ noemen, waar ‘De Nieuwe Stem’ niets tegen heeft.
Maar in nummer 39 van 27 september stond toch een entrefiletje waar we het niet helemaal mee eens konden zijn. Het ging over de laatste jaarvergadering van de V.N. En er werd in gezegd dat het aantal leden der wereldorganisatie dat Tsjiang boven Mao verkiest als het er om gaat, wie China rechtens zal vertegenwoordigen, telken jare slinkt.
Tot zover accoord. Hoe zou het ook anders? Dat is slechts een zaak van tot tachtig kunnen tellen.
Maar dan volgt er: ‘Landen als Engeland en Nederland hebben al jaren geleden hun realistische en redelijke keus gemaakt; voor hen is Peking en niet Tapei China's hoofdstad’.
Deze mededeling, juist in zover zowel Londen als Den Haag Peking al lang hebben erkend, wekt nochtans in deze context de onjuiste indruk, als zouden zowel de Engelse als de Nederlandse regeringen nu ook behoren tot diegenen die Mao boven Tsjiang verkiezen door vóór toelating van de eerste in de V.N. te zijn of die daar tenminste over zouden willen praten.
En niets is minder waar. Als ‘De Groene’ de kwestie dan toch wilde aansnijden, had hij beter gedaan met er op te wijzen dat:
1e. wel de Scandinavische landen en Ierland vóór de Indiase nota stemden, waarin gevraagd werd, de kwestie van China's toelating althans te bespreken en landen als Israël, Griekenland, IJsland en Portugal zich tenminste van stemming onthielden. Maar dat Engeland en Nederland met Amerika mee en dus tegen stemden. En dus, wel verre van een realistische en redelijke politiek in deze allesoverheersende kwestie te voeren, het lidmaatschap van het volkrijkste land ter wereld