Kort bestek
Ends and means
Thomas Mann schrijft ergens: het boze is niet beslist het omgekeerde van het goede, maar de perversie daarvan.
Het communisme gelooft niet alleen in de mogelijke perfectie van de mens en zijn samenleving, maar het gelooft ook, dat de mens die kans zelf kan verwezenlijken. Het gelooft in ‘short cuts’ ter bereiking van die perfectie. Déze weg, helaas nog een weg van bloed en tranen, slaan wij in, zeggen zij, omdat die rechter op zijn doel afgaat en derhalve een langere weg van méér bloed en méér tranen zal afsnijden.
Dit geloof in de mogelijke uiteindelijke volmaaktheid van de mens is even metafysisch als mijn ongeloof er in. Daarover wens ik dus niet te debatteren. Wèl laat zich twisten over de genoemde ‘short cuts’. Het geloof dáárin is niet alleen onredelijik, het is zelfs criminogeen. Het is onredelijk, omdat de theorie van de ‘Short cut’ gebaseerd is op de theorie dat de mens perfect kan worden, de inhoud van welke laatste leer wij ook zó kunnen stellen: dat de mens dus nu nog niet volmaakt is. Uit deze thans nog heersende onvolmaaktheid van de mens vloeit zijn onmogelijkheid voort om te kunnen voorspellen of wegafsnijdingen werkelijk wegafsnijdingen zullen blijken te zijn. ‘Goed’ kunnen wij verder noemen het verlangen naar een goede mens; logisch is daartegen geen bezwaar. De perversie van dat goede is de gestuwdheid een ontwikkeling ten goede desnoods met het kwade te bevorderen. Dit erbarmelijke optimisme is dus óók criminogeen. Zie hierover ook ‘Volg het spoor terug’, blz. 327 (5e dr.).
Koestler zegt over het hedendaagse communisme: the means swallowed the end. De middelen hebben het einddoel verslonden. Een rake typering. Afschuwelijk genoeg echter gaat zij niet alleen op voor het communisme. Zij past, bijvoorbeeld, op de Nederlandse socialistische regeringspartij als een deksel op een bus. Mooie ‘ends’: socialisme, democratie, vrijheid. Maar de ‘means’ zijn al bezig ze te verslinden: bureaucratie; ex-oostland-propagandist Staf als minister van defensie; gigantisch geldwegsmijten; bestedingsbeperking; de Nato, met Hitler-generaal Speidel als opperbevelhebber.
Die Nato is een ‘means’, maar om die Nato effectief te maken is er een en ander nodig; zo wordt hij ‘end’ in een tweede instantie. Welke zijn de middelen in deze tweede instantie? Duitsland (groot-kapitalistisch, slapend nationaal-hysterisch West-Duitsland, maar al bezig weer