dadiger een blijvend voorbeeld van wat hen te wachten staat als ook zij misdoen. De uitvoering der doodstraf ziet men slechts gedurende één ogenblik: de geweldige indruk is vlug voorbij. De meesten zien de uitvoering der doodstraf als een schouwspel; een kleine minderheid voelt slechts medelijden, vermengd met verontwaardiging. Het zijn déze gevoelens, die de mensen overheersen, en niét het afschuwelijke voorbeeld, dat men tot doel der doodstraf wil maken.
Een gematigde, maar langdurige straf boezemt daarentegen vrees in, omdat de mens aan vrijheid is gehecht.
Soms is de dood niet langer een straf, maar een bevrijding. Een ontmoedigde kan de dood zien als een middel tot verlossing uit de ellende. De dood kan ook gezocht worden uit fanatisme of uit ijdelheid, twee gevoelens die zich tijdens de gevangenschap langzaam kunnen oplossen.
Een roverhoofdman zet zijn bedrijvigheid soms voort, omdat hij uitgaat van de gedachte dat enkele jaren vrij en weelderig leven opwegen tegen de kortstondige pijn van de doodstraf. Indien hij enigszins gelovig is, kan hij zich ook nog altijd met God verzoenen, en wacht hem nà het weelderige leven op aarde, nog het zalige leven in de hemel! Zou hij niet méér afgeschrikt zijn, indien hij een leven van slavernij en dwangarbeid te verwachten had?
De doodstraf is voor de gemeenschap rampzalig, omdat zij een voorbeeld van wreedheid aan de mensen geeft. ‘Is het niet absurd dat wetten, die slechts de uitdrukking van de algemene wil zijn, en die doodslag verafschuwen en bestraffen, een publieke moord bevelen, om de mensen van de misdaad af te schrikken?’
Wetten die de doodstraf toelaten zijn slechts maskers der tirannie, ze zijn slechts een voorwendsel om ons met grotere zekerheid te slachten. Beccaria besluit zijn boek met de overweging, dat ‘de geschiedenis der mensheid een onmetelijke oceaan van vergissingen is, waarop men hier en daar enkele gekende waarheden ziet drijven’.
‘Ik voel hoe de zwakke stem van een filosoof gemakkelijk zal verstikt worden door de rumoerige kreten van de fanatieke slaven der vooroordelen,’ schrijft hij nog. ‘Maar de enkele wijze mannen die mijn stem zullen horen, zullen mijn inspanningen in hun hart goedkeuren.’