De Nieuwe Stem. Jaargang 11

[p. 1]

Ter opening van de elfde jaargang

De tien jaren gedurende welke De Nieuwe Stem heeft bestaan, wegen zwaar in de nieuwste geschiedenis. Zelden is een tijdvak zo vol geweest van hoopvolle verwachtingen, zelden zo vol ook van beangstigende bedreigingen van mogelijke verschrikkingen, die tot op heden Onvoorstelbaar waren.

Een tijdschrift als De Nieuwe Stem dat opgericht is met de bedoeling zowel de tekenen des tijds in hun onderscheiden aspecten te weerspiegelen en te doen verstaan als ook naar vermogen een eigen stem in die tijd te doen horen, zal in zijn tien jaargangen uiteraard een tijdsbeeld weergeven dat belangstelling en overweging verdient.

Dat dit tijdsbeeld niet objectief kan zijn spreekt vanzelf, dat het geen karikatuur zal wezen, daarvoor staan, menen wij, zowel de intenties van de redactie als het gehalte der medewerkers borg. De Nieuwe Stem geeft in geen geval een partijdig beeld in zover zij aan geen politieke partij of godsdienstige, casu quo wereldbeschouwelijke groep is gebonden. Anderzijds is haar visie, omdat zij wel degelijk een opinieblad is, geenszins neutraal of kleurloos. Van meet af heeft De Nieuwe Stem een progressieve, in brede zin genomen, humanistische mening voorgestaan. Dit karakter van onpartijdige maar strijdbare progressiviteit, van een ruime belangstellingssfeer geeft het tijdschrift een eigen en door geen ander maandblad op te vangen plaats onder onze periodieken. Bovendien zijn in zijn redactie vertegenwoordigers van de West, Vlaanderen en Indonesië opgenomen.

Het leek de redactie derhalve van belang in de komende jaargang een terugblik te geven op wat het tijdschrift heeft geboden. Tevens willen wij daarmee een tijdsbeeld geven op de verschillende terreinen waarop wij onze belangstelling hebben gericht. Zulk een terugblik is meer dan een retrospectieve beschouwing van een nabij verleden; hij betekent mede een te voorschijn laten treden van gezichtspunten ener actualiteit van langer adem, die preluderen op wat in de komende jaren kan gebeuren en op wat het tijdschrift in de toekomst denkt te geven.

‘Maandblad voor cultuur en politiek’ is de ondertitel van De Nieuwe Stem. Het zullen dus vooral de culturele en politieke aspecten zijn, die ter sprake moeten komen. Zij hangen naar onze mening nauw samen, omdat wij leven in een tijd, waarin men mag spreken van een primaat der wereldpolitiek waarin de vragen van universele vrede en wereldoorlog alle andere overheersen. Maar ook zal, aan de hand van

[p. 2]

wat De Nieuwe Stem heeft gegeven aan literaire bijdragen in poëzie en proza - onder haar medewerkers komen toonaangevende vertegenwoordigers voor van wel al de generaties in onze huidige literatuur - een beeld van die literatuur kunnen worden gegeven en haar gewicht worden gewogen.

Voorts heeft De Nieuwe Stem een groot aantal opstellen geplaatst die zich uitstrekken over vraagstukken van filosofische, psychologische - ook parapsychologische - en artistieke aard. Problemen van wetenschapsbeoefening, stromingen en personen uit de wereldliteratuur verdienen een afzonderlijke beschouwing.

Verspreid over de afleveringen van de elfde jaargang zullen dus een aantal artikelen verschijnen die veel waardevols dat in de voorafgaande jaargangen ligt verscholen weer aan het daglicht brengen en tevens de actualiteit ervan aantonen. Zo houdt De Nieuwe Stem het nabije verleden levend en geeft zij aan het gebeuren van vandaag die achtergrond, waardoor zij haar taak van voorlichting over en doorlichting van wat zich in deze tijd in wezen afspeelt ook langs deze weg vervult.

Redactie