De Nieuwe Stem. Jaargang 10
(1955)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 165]
| |
SoedjatmokoGa naar voetnoot1)
| |
[pagina 166]
| |
in zou slagen oorlog te voorkomen, dan zouden zijn activiteiten op deze andere gebieden zinloos worden, daar de bereikte resultaten vernietigd zouden worden alvorens ze een doeltreffende bijdrage hebben kunnen leveren tot de stabilisering van de wereld. Ze zouden op zijn best, wanneer de wapenen waren neergelegd en de tijd weer was gekomen om opnieuw te streven naar internationale samenwerking, kunnen dienen om de mensheid te herinneren aan wat bereikt had kunnen worden. Derhalve zullen we, alvorens de andere aspecten te bezien, ons hier eerst bezighouden met de rol van de vn als orgaan ter handhaving van de internationale vrede en veiligheid. | |
II
| |
[pagina 167]
| |
ring om het hoofd te bieden aan de situatie, die het gevolg was van deze ineenstorting. Eerst werd de Interim Commissie ingesteld, waardoor het de Algemene Vergadering mogelijk werd het hele jaar in zitting te blijven en in geval van nood op te treden. Vervolgens kwam in 1950 de ‘Uniting for Peace’ resolutie. Toch konden deze maatregelen de militaire bepalingen van het Handvest niet vervangen, daar de Algemene Vergadering geen de leden juridisch bindende besluiten kan nemen. De ineenstorting van het veiligheidssysteem van het Handvest heeft een situatie geschapen, waarin een aantal leden van de vn zich genoodzaakt hebben gezien andere voorzieningen te treffen, bij voorbeeld door het oprichten van organisaties buiten de vn ter verzekering van de collectieve veiligheid, zoals de nato. Het Handvest laat regionale regelingen toe en moedigt ze aan, maar het is een open vraag, of men daarbij organisaties als de nato op het oog heeft gehad. Hoe het ook zij, het bestaan van dergelijke organisaties kan alleen worden verklaard door het ineenstorten van het collectieve veiligheidssysteem van de vn. Wanneer we echter naar een andere oplossing zoeken, waarbij toch de bepalingen van het Handvest uitgevoerd worden, dan stuiten we zeer waarschijnlijk op de onwil van de belangrijkste deelnemende landen om een eventueel optreden van de nato te laten afhangen van een voorafgaande beslissing van de Veiligheidsraad. Bovendien zou naar hun mening iedere militaire actie van de vn uitgevoerd moeten worden door de in de nato georganiseerde mogendheden en ze vertonen weinig lust hun organisatie bloot te stellen aan de wisselvalligheden van de debatten in de vn. Wat hiervan ook waar zij, de gevaren voor de vn in deze zijn duidelijk. De beslissingsmacht om het apparaat voor collectieve veiligheid in werking te stellen is aan de vn ontnomen. Er wordt nog slechts een beroep op de vn gedaan om zijn morele goedkeuring te hechten aan daden, waartoe buiten de volkerenorganisatie om besloten wordt. | |
b. Nog meer beslissingen genomen buiten de VN om, die zich niet aanpast aan de bestaande situatieDe doeltreffendheid van een organisatie hangt onder andere af van haar verhouding tot de werkelijkheid, die haar omringt en waarin zij haar werk moet doen. Als deze werkelijkheid verandert, moet de organisatie ook veranderen, als zij tenminste doeltreffend wil blijven werken. Dit geldt ook voor de vn. Toen de vn opgericht werd, was het niet | |
[pagina 168]
| |
twijfelachtig, welke landen de meeste macht hadden en aan welke landen dus de verantwoordelijkheid voor het handhaven van de vrede moest worden opgedragen. Sindsdien is er heel wat in de wereld veranderd. Japan en Duitsland zijn weer op het internationale toneel verschenen met hun geweldige potentiële macht, zowel ten kwade voor oorlog als ten goede voor vrede. Verder hebben de volkeren van Azië hun plaats weer ingenomen en heeft in China de revolutie gezegevierd. Men kan met recht vragen, of de vn de huidige machtsconstellatie in de wereld nog wel op realistische manier tot uitdrukking brengt. Of men er aan kan vasthouden, terwijl Frankrijk als grote mogendheid behandeld wordt, Duitsland en Japan te behandelen, als waren zij van mindere orde. Is het realistisch, niet dezelfde positie van grote mogendheid toe te kennen aan een van de nieuwe Aziatische landen - India bij voorbeeld - en daarmee meer gewicht aan de nieuwe politieke machten, die tot ontwikkeling gekomen zijn? Zou het niet wenselijk zijn, de samenstelling van de Veiligheidsraad en het aantal permanente leden periodiek te bezien in het licht van de wijzigingen in de machtsverhoudingen? Vele van de problemen van oorlog en vrede houden nauw verband met Duitsland en Japan. Kan de vn het zich permitteren deze landen niet als leden te tellen en derhalve de oplossing van de problemen, die zij opleveren, buiten zijn rechtsmacht en bevoegdheid te laten vallen? Een dergelijk dilemma bestaat met betrekking tot de opneming van de Chinese Volksrepubliek als lid van de vn. Er zijn maar weinig problemen verband houdend met de veiligheid in het Verre Oosten, waarbij niet op een of andere manier de toelating van deze regering tot de vn aan de orde komt. De vn zal zich niet doeltreffend met deze problemen kunnen bezig houden, wanneer in niet-toelating volhard wordt. De ontwikkelingen van de laatste tijd hebben aangetoond, dat, tenzij deze vraagstukken aangepakt worden, meer en meer internationale problemen zullen worden opgelost, meer en meer beslissingen zullen worden genomen buiten de organen van de vn om. De oorlog in Korea, de conferentie van de Grote Vier in Berlijn, de onderhandelingen in Genève laten duidelijk zien, hoe acuut het gevaar voor de vn is tot louter toeschouwer te worden en tot onbelangrijkheid te vervallen, terwijl de grote mogendheden regelingen treffen. Als de vn een organisatie wil blijven, die iets bereikt, dan moet hij in staat zijn zich voortdurend aan te passen aan de veranderende machtsconstellatie en die kwesties te behandelen, waarvan oorlog en vrede afhangen. | |
[pagina 169]
| |
III
| |
a. De Algemene Vergadering tengevolge van polarisatie niet opgewassen tegen nieuwe rolHet belangrijker worden van de Algemene Vergadering ten koste van de Veiligheidsraad, vooral tengevolge van de ‘Uniting for Peace’ resolutie, zou in theorie een belangrijker rol voor de kleine staten hebben betekend. Maar voor deze verschuiving binnen de vn een feit werd, had er al een polarisatie van de kleine landen rond de twee wereldmachten plaats gevonden in direct verband met de intensivering van de koude oorlog. De schijnbaar onmiddellijke bedreiging van hun nationale vrijheid maakte voor kleine landen het niet-partijkiezen vrijwel onmogelijk en dus werden ze opgeslokt door één van de beide invloedssferen. Het is duidelijk, dat, waar deze polarisatie een gevolg is van de bedreiging van de wereldvrede, de logische consequentie, een verdeling van de hele wereld in twee streng gescheiden, vijandige kampen, op zichzelf weer een gevaar voor de wereldvrede vormt: er zou dan immers geen plaats meer zijn voor toepassing van vreedzame middelen ter regeling van geschillen, want een bemiddelende derde zou er in een dergelijke verstarde situatie niet meer zijn. Een of andere politieke wijziging in een van de uithoeken, waar de gepolariseerde blokken aan elkaar grenzen, zou voldoende zijn om het machtsevenwicht in gevaar te brengen en een wereldbrand te ontketenen. | |
b. De betekenis van de landen, die geen partij hebben gekozenDeze gevaren beseffend hebben een aantal landen, in het bijzonder Aziatische landen, getracht zich niet te laten betrekken in dit | |
[pagina 170]
| |
polarisatieproces. Ze worden geleid door hun overtuiging, dat, zolang er landen zijn, die bereid zijn de prijs voor het blijven buiten deze beide machtige blokken te betalen en door een gelukkig samentreffen van strategische en politieke factoren dit kúnnen doen, de situatie in de wereld voldoende mogelijkheden zal openlaten om tot een vreedzame oplossing van de geschillen tussen de beide blokken te kunnen geraken. Zolang het polarisatieproces niet zijn rampzalig einde bereikt heeft, is er gelegenheid voor de kleine landen een belangrijke rol te spelen bij het instandhouden van de kansen om oorlog te verhinderen. De kleine landen zijn zich dit niet steeds voldoende bewust geweest. Er zijn ogenblikken geweest, dat het leek, alsof de meerderheid van hen zich had neergelegd bij de hegemonie van de machtspolitiek binnen de vn, bij de onvermijdelijkheid van de polarisatie, en bij hun positie als niets-meer-dan-stemautomaten. De stemming over de herkiezing van Trygve Lie als Secretaris-Generaal van de vn vormt een illustratie. De gevaren van een dergelijke resignerende houding zijn duidelijk. Wanneer de kleine landen zich zouden neerleggen bij de polarisatie, zou de Algemene Vergadering verworden tot een stemapparaat ten gunste van het Westen. Vooral sinds de aanneming van de ‘Uniting for Peace’ resolutie, zou dit het voor de Sowjet-Unie uiteindelijk onmogelijk maken in de vn te blijven. Deze zou dan veranderen in een soort Westelijk bondgenootschap, waarin verscheidene niet-communistische en in het bijzonder verscheidene Aziatische landen zich weinig op hun gemak zouden voelen, en dat ze op een gegeven ogenblik zouden overwegen te verlaten. Dat zou het eind van de vn betekenen. | |
c. Belang van de publieke opinieOf de vn zal kunnen blijven doorwerken, gezien de kloof tussen de grote mogendheden, hangt dus grotendeels af van de houding van de kleine landen en van hun bereidwilligheid zich krachtiger te doen gelden.Ga naar voetnoot1) Dit zal echter alleen mogelijk zijn, wanneer ze op voldoende wijze gesteund worden door een publieke opinie, die zich actief uit. De publieke opinie heeft door middel van de kleine landen de vn er | |
[pagina 171]
| |
meer dan eens toe gebracht, aandacht te besteden aan problemen, die anders niet zo licht op de agenda waren gekomen. Ze heeft de vn ook herhaaldelijk gedwongen een bepaald geval op zijn feitelijke mérites te beschouwen en niet alleen in verband met de strategie van de koude oorlog. En zelfs waar de vn gefaald heeft, waar hij de situatie niet het hoofd geboden heeft en niet gehandeld heeft, moest de aangenomen houding onder woorden gebracht worden op een manier, die niet krenkend was voor de wereldopinie. Naarmate pers en radio, film en televisie zich ontwikkelden en de geheime diplomatie in onbruik geraakte, is de publieke opinie tot een machtige invloed geworden, die geen diplomaat of staatsman ongestraft kan verwaarlozen. Veel meer dan vroeger moet hij er op toezien, dat zijn daden en beslissingen acceptabel zijn voor de publieke opinie in zijn eigen land, en als ze dat niet zijn, dan moet hij in staat zijn het publiek te overtuigen, dat ze toch de best mogelijke oplossing vormen, niet alleen gezien de belangen van het eigen land, maar ook van de wereld in het algemeen. | |
d. Gevaren van onvoldoende voorlichtingHet belangrijker worden van de publieke opinie in de internationale politiek heeft ook zijn gevaren. De publieke opinie moet om een gezonde invloed te kunnen uitoefenen, voorgelicht worden. Ieder in gebreke blijven van de pers om voldoende informatie te geven over wat gebeurt in de vnGa naar voetnoot2) vindt zijn neerslag in de houding van de lezers, wat op zijn beurt weer de vn beïnvloedt. | |
e. Starheid van de niet-geheime diplomatieDe toenemende invloed van de publieke opinie heeft in sommige opzichten het onderhandelen niet makkelijker gemaakt, zeker niet in de vn. Het is niet eenvoudig voor de vertegenwoordigers van de verschillende landen te onderhandelen, wanneer alle microfoons aan staan | |
[pagina 172]
| |
en iedere uitlating onmiddellijk in verscheidene talen vertaald wordt. Zodoende worden door de vn-vergaderingen de moeilijkheden soms groter, want een delegatie-lid weet, dat als hij spreekt, het publiek luistert (al geldt dit misschien meer voor politici dan voor beroeps-diplomaten). Overwegingen van binnenlandse politiek gaan een rol spelen en de spreker heeft de neiging, een starrer houding aan te nemen. Vaak is er ernstig getwijfeld aan de waarde van de diplomatie-in-het-openbaar. Er is echter - gelukkig - geen weg terug. De enige oplossing is, het juiste evenwicht te vinden tussen de verlangens van de publieke opinie en die van de diplomatie. In dit verband zijn de nu bijna gebruikelijk geworden niet-genotuleerde informele gedachtenwisselingen vóór de officiële zittingen van de vn niet zonder verdienste. Maar de publieke opinie is, ondanks de door haar veroorzaakte nieuwe moeilijkheden, een voor goed gevestigde waardevolle factor geworden in de internationale politiek. Het spreekt daarom vanzelf, dat zij niet moet worden vergeten, wanneer het er om gaat de vn te verbeteren en dat alles gedaan moet worden om haar nog beter voor te lichten, zodat zij zich duidelijker kan uitdrukken en een nog actiever rol kan gaan spelen. | |
IV
| |
[pagina 173]
| |
nale zeggenschap. De voornaamste redenen hiervoor zijn het misbruik, dat de koloniale mogendheden van de tegenwoordige formulering hebben gemaakt, en het feit, dat de vn zich niet doeltreffend kan richten tegen de onderdrukking van raciale minderheden (en zelfs meerderheden) in verscheidene landen, tenzij dit artikel gewijzigd wordt. | |
a. Mogelijkheden van herziening van het HandvestHet is duidelijk geworden, hoe weinig kansen onder de huidige omstandigheden een herziening heeft. De Sowjet-Unie heeft meegedeeld, onwelwillend te staan tegenover ieder wijzigingsvoorstel. De Verenigde Staten hebben bekend gemaakt, bezwaar te hebben tegen afschaffing van het veto en ongetwijfeld zullen de andere grote mogendheden hetzelfde standpunt innemen. Er is dus geen kans op wijziging van de eenstemmigheidsregel of op activering van de Veiligheidsraad in zijn tegenwoordige of in een andere vorm. Bovendien is het bij de bestaande spanningen in de vn weinig waarschijnlijk, dat het universaliteitsprincipe precieser geformuleerd zou kunnen worden en dan toch nog acceptabel zou zijn voor alle leden, of dat de paragraaf over binnenlandse aangelegenheden zonder gevaar voor de eenheid van de vn zouden kunnen worden gewijzigd. Immers verschillende landen hebben het dreigement de vn te zullen verlaten al op doeltreffende wijze gebruikt om debatten te voorkomen over onderwerpen, die hun onaangenaam waren. Herziening zal derhalve alleen mogelijk zijn bij samentreffen van een aantal uitzonderlijke omstandigheden, in het bijzonder pas na het intreden van een ontspanning op het gebied van de internationale politiek. Dan zouden besprekingen kunnen worden ingeleid over herziening of althans over een eventuele gemeenschappelijke interpretatie van het Handvest, waaraan de grote mogendheden zich alle zouden houden. De vn heeft alleen een kans in leven te blijven, wanneer het vreedzaam naast elkaar bestaan van de twee blokken wordt aanvaard, niet alleen als mogelijk, maar voor het ogenblik ook als wenselijk. Anders is de vrees niet ongegrond, dat de vn, zoals we die kennen, alleen een overgangsverschijnsel is tussen twee perioden van oorlog in de wereldgeschiedenis. | |
b. Aanpassing door veranderingen in procedureDaar een herziening in optima forma dus voor het ogenblik onuitvoerbaar is, zal wijziging van procedure en werkwijze het enig moge- | |
[pagina 174]
| |
lijke en misschien wenselijke alternatief voor de vn zijn. Maar ook hier schuilen gevaren. Wanneer de bindende kracht van een zich strikt houden aan letter en geest van het Handvest wegvalt, is de vn zonder vaste grond. Veel zal afhangen van de politieke wijsheid van al zijn leden gezamenlijk. Meer dan ooit zal het voor de leden nodig zijn zich te realiseren, dat het idee de vn bijeen te houden noodzakelijk is voor zijn voortbestaan en - naast het bewaren van wat reeds bereikt werd - een lofwaardig doel op zichzelf is. | |
V
| |
[pagina 175]
| |
Zelfs binnen het beperkte gebied van de mogelijkheden is het de vraag, of de structuur van de betreffende organen van de vn aan de eisen van hun taak beantwoordt. Er zijn in de vn pogingen gedaan om tot de vorming van een internationaal lichaam tot ontwikkeling van de achtergebleven gebieden te komen. Er is ook betoogd, dat de Trustschapsraad geen werkelijk stimulerende invloed kan uitoefenen op de volkeren in de beheerde gebieden en hen niet naar zelfbestuur kan leiden, zolang de koloniale mogendheden een overheersende positie in de Raad hebben. Mutatis mutandis wordt ten aanzien van ecosoc hetzelfde betoogd. Zodra een serieuse herziening van het Handvest politiek mogelijk is, zullen al deze kwesties bezien moeten worden. Maar tot het zover is, zullen de leden van de vn moeten werken binnen het bestaande kader en op die manier moeten streven naar verwezenlijking van doeleinden, die naar hun mening door deze organen nagestreefd moeten worden. | |
VI
| |
[pagina 176]
| |
Het in de structuur van de vn opgenomen overwicht van de grote mogendheden en de daaruit voortvloeiende machtspolitiek vormen echter een ernstige belemmering bij het bereiken van dit noodzakelijke morele gezag. Machtspolitiek geeft immers per definitie aan politiek de eerste plaats. Vanzelfsprekend kan ook de machtspolitiek niet ongestraft de principes van de internationale moraal verwaarlozen of in openlijke tegenspraak met hen handelen. Maar ze zullen licht gebruikt worden ter rechtvaardiging van door nationale politiek bepaalde doeleinden. De internationale moraal is derhalve vaak geworden tot werktuig voor een nationale politiek. Als de vn zich wil houden aan de principes belichaamd in het Handvest en opgesomd in de preambule daarvan, principes, die de elementen van zijn internationale moraal vormen en waaraan hij zijn morele gezag ontleent, dan zal het begrip internationale moraal ontdaan moeten worden van zijn machtspolitieke tintje. Dit vereist een heel wat krachtiger optreden van de kleine mogendheden, die in een betere positie zijn om het redelijke en rechtvaardige van een zaak te beoordelen, een meer actieve inschakeling van een goed voorgelichte publieke opinie, die geen enkele staat en staatsman meer onbekommerd kan voorbijzien. Maar toch liggen de zaken niet zo eenvoudig. Men kan nog niet spreken van een gevoel van moraal en rechtvaardigheid, gelijkelijk gedeeld door alle volkeren ter wereld. In iedere cultuur zijn de normen en criteria ten aanzien van internationale moraal verschillend en ze wijzigen zich met de wijzigingen, die de cultuur van een volk ondergaat. De wereld maakt een reusachtig overgangsproces door, dat in al zijn verschillende aspecten - ook moreel - door verschillende volkeren op verschillende wijze beschouwd en gewaardeerd wordt. Vele millioenen tellende volkeren zijn voor het eerst sinds eeuwen uit hun passiviteit opgestaan en ze hebben hun plaats in de wereld ingenomen. Hoe weinig duidelijk geformuleerd soms ook, toch brengen ze hun eigen ideeën mee over wat met hen en met de wereld rondom hen gebeurt, en hun eigen opvattingen - ook van de moraal. Het zal heel wat tijd in beslag nemen, voordat de verschillende manieren, waarop de verschillende volkeren de betekenis van dit overgangsproces zien, elkaar voldoende genaderd zijn om de ontwikkeling van althans enige mate van onderling begrip mogelijk te maken. In dit proces, waaruit een nieuwe erkenning van de principes van de internationale moraal zou kunnen voortkomen, moet de vn een leidende rol spelen. Hij moet een forum vormen, waar de verschillende zienswijzen op de verande- | |
[pagina 177]
| |
ringen, die de wereld doormaakt, kunnen worden bediscussieerd, waar de normen en criteria voor morele waardering en de axiomata uiteengezet worden, waarop de nationale politiek van de verschillende landen is gebaseerd, opdat ze kunnen worden begrepen ook door hen, die ze niet delen. Daarvoor zal ieder lid van de vn de betrekkelijkheid van zijn eigen morele criteria moeten erkennen en inzien, dat volharden bij de algemene geldigheid daarvan anderen zou kunnen afstoten en het nut van de vn als een dergelijk forum zou kunnen teniet doen. Opgeven van eigengerechtigdheid, benaderen van de uiteenlopende standpunten binnen en met betrekking tot de vn met de nodige nederigheid des geestes, opschorten - al zij het tijdelijk - van een morele beoordeling, zou morele problemen van eigen aard kunnen oproepen, maar we dienen uit ons vertrouwen in de mensheid de moed en het geduld te putten om de problemen van de vn pragmatisch en niet dogmatisch te benaderen. Indien de vn als een dergelijk forum in stand gehouden kan worden, is het misschien voor de staatslieden en - met behulp van pers en radio - voor de volkeren mogelijk, meer onderling begrip te scheppen en daarmee gepaard meer geneigdheid de betrekkelijkheid van eigen standpunt en de gerechtvaardigheid van andere standpunten in te zien, en boven alle verschillen uit de gemeenschappelijke waarden te zien, die alle mensen samenbinden. Hieruit zullen misschien eens de nieuwe criteria en morele normen te voorschijn komen van het tijdperk, in de pijnlijke overgang waarnaar we ons bevinden, criteria en normen, die het hele mozaïek van schakeringen en vormen omvatten van de morele waarden, die de mensheid van dan zullen leiden.
Tenslotte: we kunnen zien naar de tekortkomingen in de structuur van de vn en proberen ze door wijzigingen van het Handvest te verbeteren. We kunnen gebreken ontdekken in de procedure en werkwijze, en nieuwe procedures en werkwijzen proberen. We kunnen ons de verschillen in politieke axiomata en ideeën bewust maken en verstandelijk proberen ze met elkaar te verzoenen. Maar dit alles zal de vn niet kunnen redden of verbeteren, als er niet de wil is, de vn een succes te laten zijn, de wil gelijkelijk gedeeld door de kleine, zowel als de grote mogendheden, om uit te komen boven de enge grenzen van zuiver-nationale doeleinden en politieke gedragingen, om de onderlinge afhankelijkheid van alle landen der wereld te aanvaarden als grondslag, waarop hun nationale politiek kan en moet worden geba- | |
[pagina 178]
| |
seerd. De wil, niet te handelen op grond van de veronderstelling, dat de ontwikkeling van de militaire techniek onvermijdelijk leidt naar machtsconcentratie en de hegemonie van één land over de hele wereld. Hiervoor is het noodzakelijk, dat alle landen geleid worden door de overtuiging, dat er een gemeenschap der volkeren bestaat, waarvan de belangen het waard zijn gediend te worden en terecht factoren moeten zijn, die een rol spelen bij de formulering van de eigen, nationale politiek. We moeten er naar streven, deze wil en ons vertrouwen in de noodzaak en de mogelijkheid van internationale samenwerking voortdurend te hernieuwen. Dan zullen we de kracht hebben, de vn geleidelijk te maken tot de organisatie, die we wensen en nodig hebben. |
|