De Nieuwe Stem. Jaargang 9(1954)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 193] [p. 193] M. Croiset Scheveningen alleen het woord was tussen de kim en mij niet de zee niet de boot niet de lantaarns op de havenhoofden links noch de in het blauw gekerfde huizenkartels rechts noch de hotels achter mij alleen het woord het woord kim scheidde mij van de kim vanmorgen toen ik zat te kijken in het Volkszeebad en mij voornam op te schrijven wat ik zag daar waar de zee niet was te onderscheiden van de hemel daar waar het turen naar de kim was als het volgen van een ader onder een geliefde huid daar waar de kim tot een vermoeden werd in kleur tot een herinnering van links tot een hoop op weer beginnen rechts en het voornemen om dit te schrijven thuis tussen de kim der muren dit dichterlijk verraad scheidt mij van alles wat ik zie ook binnensmonds ook onderhuids ook achterwaarts [pagina 194] [p. 194] Koorts de herinnering neemt haar stelling in schilderij en deur tapijt en thermometer niet voelen of achter de ruggen van mijn boeken de bladzijden staan opgesteld niet kijken of het de zon is die wordt onthoofd door het kozijn in de pantoffels voor mijn bed staat mijn laatste stap te wachten [pagina 195] [p. 195] Moeder mijn moeder heeft gelopen ik heb het gezien mijn moeder heeft gesproken ik heb het gehoord mijn moeder had mij lief ik heb het gevoeld mijn moeder is dood zij loopt niet meer mijn moeder is dood zij spreekt niet meer mijn moeder had mij lief nog voel ik het [pagina 196] [p. 196] Parijs 1 het Palais-Royal het palais du Louvre het palais des Tuileries de Bastille is niet meer 2 Montmartre dobbert in de schemer aan zijn schoorstenen [pagina 197] [p. 197] 3 over het spiegelend trottoir stapt ieder op zichzelve mee ik ga lopen in de regen om te kijken waar ik ben 4 weer zie ik die heer op deze boulevard en weer raapt hij papiertjes op doosjes cigarettenpeukjes en doet ze stuk voor stuk in de manden aan de lantaarnpalen ik kijk hem meewarig na maar waar hij geraapt heeft ligt geen papiertje meer geen doosje geen cigarettenpeukje [pagina 198] [p. 198] 5 zij gaan naar links zij naar rechts die komen op mij af nog een paar stappen meisje en jij hebt van mijn links rechts gemaakt ik zal je erbij helpen door te blijven zitten 6 ik ken geen mensen achter deze gevels daarom moet ik in de verte met de rue Saint-Honoré de hoek omslaan [pagina 199] [p. 199] 7 er zit een groene vlinder op mijn knie dat een vrouw daar zat die mij niet zwaarder woog 8 ik reken af sta op ga verder en laat mijzelf hier achter op deze stoel ga maar zitten jij of jij of jij op mij en ga weer verder jij hier jij daar tot deze stoel bezwijkt onder hem of haar die zal zitten op ons allemaal Vorige Volgende