De Nieuwe Stem. Jaargang 9(1954)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] Coert Poort Historisch Wie zal vernieuwen wat niet is behouden maar vergeten? Dit is uit de tijd der verwachting: de deuren kunnen nog open en in de ramen zitten overblijfselen van gebaren, haastig is de tijd voorbijgegaan als een man, omstreeks dertig, vol plannen, vol herinneringen en één dag voor het vertrek om alles te regelen, was het maar betrokken geweest bij een vete getroffen door een plaag afgebroken als een verhaal, door stilte, en stokte het maar, als een stem, van ontroering. Maar de tijd verstrijkt zonder aankomst anders dan van wind in de bomen en in de nauwe doorgangen tussen de huizen waar een hek open en dicht klapt als een erfzonde. Zo is het verdwenen, in de boeken: als één fout opgeheven door de ander en het is er niet uitgekomen aan het einde, het is wel geweest, maar zonder gevolgen het is wel gezegd, maar niet opgevangen het is wel gedronken, maar gedachteloos als een slok water. Toch moet het genoemd zijn in plannen lang tevoren als een mogelijkheid en het werd als het ware zichtbaar ideaal aan het water warm dromerig, [pagina 2] [p. 2] of elders, weer later. gefluisterd als een kans van slagen wel via een omweg maar tien tegen een in het donker. Maar het is er niet van gekomen. Wie zal zeggen waarom? soms is er geen geld en eens trad de dood in, verweg, willekeurig en op een onoverkoomlijke afstand. Dit zijn reizen geworden de straat overvaren, wachten, verweg in een winkel volkroepen het licht buiten zien zoeken met een opgestroopte mouw onder water; de straat uit staan de laatste huizen die meetellen dan nog een paar waslijnen en tenslotte als van ouds, de ingangen en de uitgangen. [pagina 3] [p. 3] Evangelisch Om te zien van de weg af aan het huis aan de man buiten dat er toch nog of eindelijk weer dichtbij leven is en wetend ‘dit is anders’ ‘dit is anders’ ‘dit is volslagen anders’ langzaam te beginnen aan de aankomst bij zo'n wind niet met het lange het gebaar van de zegen maar kortaf met een groet in de landstaal. [pagina 4] [p. 4] Voor de opperzangmeester Heden, met de zon nog eenmaal uitvoerig op alles en de wind, met dezelfde woorden met bijna precies dezelfde woorden U nazeggen dat het klinkt dat het als het ware toch klinkt of het rijmt om te worden gezongen. Vorige Volgende