De wens naar de geschetste A-afdeling is niet in strijd met een ander streven, van harte bij het tegenwoordig onderwijs te steunen, te stimuleren en allerwegen te bevorderen: dat het Nederlandse onderwijs zich veel meer dan tot nu toe zal laten leiden en voegen naar de eisen van de maatschappelijke levenspraktijk. Want het is óók maatschappelijk en cultureel nodig, dat een kleine groep anders wordt opgeleid. Niet tot snobs; niet tot pedantelingen die menen, dat ‘so ein bischen Latein den ganzen Menschen ziert’; niet tot in eigen ogen vertegenwoordigers van ‘de geleerde stand’; niet ook tot standsbevooroordeelden. Maar tot een kleine groep, waarvan de leden hun bijzondere cultuur wensen uit te dragen tot steun van de verzinkende cultuur van het Westeuropese leven.
Met schroom wordt op deze plaats nog één gedachte bepleit, waardoor ongetwijfeld ‘de deskundige’ schoolclassici tegen de ondeskundige niet-classicus, die dit waagt te schrijven, zullen opspringen.
Het boek, dat ongetwijfeld op de mensheid in de loop der eeuwen de allergrootste invloed heeft geoefend, en nog oefent, is de Bijbel. Welnu, die Bijbel is in vertaling tot bijna alle mensen gebracht. In vertaling is de Bijbel tot een der allervoornaamste cultuurdragers voor ontwikkelden en eenvoudigen geworden. Met de grote achteruitgang der bijbelkennis schrompelde ook de Westerse cultuur, voor allen, ineen. Laat Allard Pierson in ‘Oudere Tijdgenoten’ uiteenzetten, wat de Bijbel ook voor ‘ongeletterden’ als beschavingbrenger betekent. Welk een diep gefundeerde cultuur treft men niet in de bijbelvaste Calvinistische autochthone bewoners der Veluwe, en elders. En steeds sprak hun Bijbel in vertaling.
Het onderwijs in de Klassieken heeft altijd vertalingen gemeden, zo niet gebannen. Zij werden slechts door de leerlingen steeds gebruikt als smokkelpapiertjes. De kennis der klassieke Oudheid zou echter ongetwijfeld groter zijn in het moderne leven, als vertalingen niet met zo afwerende schuwheid werden en worden bejegend. Ik bewaar een levendig bijgebleven herinnering. Tijdens het verblijf in Engeland gedurende de jongste oorlog had ik mij, o.m., tot taak gesteld, kennis te nemen van het onderwijs in Grieks en Latijn aan de Engelse scholen, door het persoonlijk bijwonen van lessen. Zo kwam ik tot een bezoek aan Harrow-School, de na Eton-College meest genoemde Public School in Engeland, die er trots op gaat, dat Churchill er eens een matig voldoende en Pandit Nehroe een zeer voldoende leerling was. Ik was aanwezig bij een Griekse les, aan de oudste leerlingen gegeven door de Headmaster, een in het Engelse schoolleven vooraanstaande paedagoog. Gelezen werd in de Griekse tekst een gedeelte van Paulus' brief aan de Romeinen; een