Bij den nieuwen jaargang
In de geschiedenis van het Nederlands geestelijk en politiek leven zal het laatste jaar van de eerste helft van de twintigste eeuw als een keerpunt te boek staan: Nederland gaat 1950 in als een Europees land - en niet langer als een koloniaal rijk.
Voor de Redactie van de Nieuwe Stem ligt hierin slechts reden tot vreugde. De Nieuwe Stem behoorde in het naoorlogs Nederland tot de weinige periodieken, die zich zonder enig voorbehoud hebben uitgesproken tegen een herstel der koloniale verhoudingen, in welken vorm dan ook. Door zijn consequent verzet tegen de beide militaire acties heeft de Nieuwe Stem velen in Nederland tegen de haren in gestreken; des te meer verheugt het ons dat de eerste door Indonesië gezette schreden op den weg naar de vrijheid thans een voldongen feit zijn geworden, dat ook door Nederland wordt erkend; en dat Indonesië door Suriname en de Antillen binnenkort in zijn gang naar de vrijheid zal worden gevolgd.
Deze ontwikkeling doet ons deugd - óók om de ware vrijheid in ons eigen land. Ook de Nederlandse cultuur zal zich alleen waarlijk vrij kunnen ontplooien in een sfeer, waarin de koloniale gedachte definitief is uitgebannen.
Wij hopen in de Nieuwe Stem de nieuwe vormen van politieke en culturele samenwerking met Indonesië en Suriname, op de basis van erkenning der wederzijdse vrijheid en ontdaan van elke koloniale bijgedachte, in de toekomst tot een levende werkelijkheid te maken. Des te meer verheugt het ons, dat ook van Indonesische en Surinaamse zijde deze samenwerking blijkt op prijs te worden gesteld.
Als eerste symbool van deze toekomstige samenwerking hebben Sujono Hadinoto en Lou Lichtveld zich bereid verklaard, respectievelijk Indonesië en Suriname in onze redactie te vertegenwoordigen. Wij heten hen in ons midden van harte welkom, en spreken onze oprechte wens uit dat de samenwerking met Indonesië, Suriname en de Antillen op deze culturele basis zich zal ontwikkelen en uitbreiden, naarmate de resten van het kolonialisme in onze wereld ineenschrompelen.
Bij het ingaan van den vijfden jaargang van de Nieuwe Stem ondergaat de redactie verder een uitbreiding door het toetreden van den Vlaamsen schrijver Julien Kuypers. Er valt niet licht iemand te noemen die in de jaren na de oorlog, en sinds het heengaan van den betreurden vriend van Nederland Fernand Toussaint van Boelaere, zozeer voor de versterking van den culturelen band tussen Noord en Zuid voortdurend en metterdaad heeft geijverd als hij. Met hem zijn wij ons bewust dat niet in de