De Nieuwe Stem. Jaargang 2
(1947)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 410]
| |
In kort bestek
| |
[pagina 411]
| |
sociale invloed kan een beweging op Java nog slechts krijgen met steun van de nieuwe westers-geschoolde middenstand. Vóór de oorlog dreef de Nederlands Indische Regering volkomen op de feodale hoofden. In de Malino-gebieden zijn er tekenen, dat onze regering meent, de traditionele politiek ook nu nog te kunnen voortzetten. Het spel met Balinese vorstentelgen en de Sultan van Pontianak riekt nog te zeer naar de oude methode. Hiermee wedt Nederland op het verkeerde paard. Nederland zal spoedig genoeg bemerken, dat deze traditionele politiek geen toekomst meer heeft. De feodale klasse kan de opkomende macht van de nieuwe middenstand niet tegenhouden. Nederlandse militairen en politici vergissen zich als zij menen, dat de Soendase afscheidingsbeweging ons in de kaart speelt. Door met Soeriakartalegawa te coquetteren, vervreemden wij de nieuwe middenstand, die een groot aandeel bezit in de leiding van de Republiek, nog meer van ons. En van deze middenstand moeten wij het hebben. Daarom is de Pasoendan-kwestie voor ons een valstrik. Trappen wij er in, dan verliezen wij, wat wij met Linggadjati wonnen. |
|