De Nieuwe Stem. Jaargang 1
(1946)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 800]
| |||||||
Met Telders in VughtGa naar voetnoot1)
| |||||||
[pagina 801]
| |||||||
Hij bleef - en ik ben nu hier. Hij wenkte lang en bemoedigend toen we afscheid namen. Ik heb er onderweg - naast Eddy in de goederenwagen - nog aan gedacht. Juist een maand geleden. Hij zal nog wel bij Philips zijn. Wat zou hij hier van de kamp-bibliotheek genieten. Hij heeft me beloofd later Hegel's ‘Aesthetica’ met me door te werken, en ik verheug me daar nu al op. Hopelijk heeft hij de ‘Wilhelm Meister’ gevonden, die ik, samen met de essays van Schmidt-Degener, onder zijn matras heb gestopt. | |||||||
's AvondsTelders lijkt eigenlijk op een verloopen Romeinsche keizer. Een buitengewoon groot hoofd - een ongespierd, wat zakkerig lichaam. Hij is ook heel onsportief, doch van een geestelijke charme, die me ontwapende vanaf de eerste minuut. Sommigen beweren, dat hij hooghartig is, maar dat is niet waar. Hij zat al te lang om nog mee te kunnen doen aan het dagelijksche onvruchtbare kankeren, aan gesprekken over naar-huis-gaan, waar toch niets van komt, maar met hooghartigheid heeft dat niets te maken. | |||||||
23 JuniVoor de eerste maal bloed ‘gespendet’ 350o. Voor een Nederlander op zaal I. Ze hebben gisteren zijn rechterbeen geamputeerd. Ali, de Poolsche Häftlings-chirurg, deed de transfusie. Ik heb er niets van gemerkt en daarna ook geen gevoel van flauwte gehad. Ik wist van te voren niet, dat ik daarna een liter wijn kreeg, een brood en veertien dagen lang ‘Sonderdiät’. Een halve teleurstelling want al is die bijvoeding heel erg welkom, toch geeft het me nu een gevoel, alsof ik het daarvoor deed. | |||||||
24 JuniWeer lang aan Telders liggen denken. Hij was de centrale figuur in mijn leven te Vught. We aten aan dezelfde tafel - barak 17 bij Chris - sliepen naast elkaar en stonden naast elkaar op het appèl. 's Morgens - weer of geen weer - liepen we tweemaal het kamp om, en 's avonds na het appèl deden we hetzelfde. We hebben onze vrijetijd - geloof ik - goed besteed en niet verdonderd door onvruchtbaar gekanker. (Luchtalarm! Weer München! Bijna dagelijks en precies op dezelfde tijd.) We hadden het trouwens niet altijd over zware problemen, maar | |||||||
[pagina 802]
| |||||||
toch wel plezier ook. Vooral E. heeft het vaak erg van ons te verduren gehad. Dagenlang hebben we hem om zijn lacunes op literair gebied - die hij als letterkundige niet zoovele mocht hebben - geplaagd en 's avonds onder het appèl overlegd, wat we hem onder het eten zouden vragen en tevens de rollen verdeeld. Ik herinner me nog een der laatste avonden in blok 17. ‘Hoe vindt jij Adriaan van Oordt, E.?’ Zwijgen... ‘Je vindt toch ook “Warhold” zeker beter dan “Irmenloo”?’ Zwijgen... ‘Of houd je meer van een historische roman, zooals b.v. “Wallenstein” van Döblin?’ Zwijgen... ‘Vind je niet, dat de boeken van Flavius Josephus eigenlijk weer heel actueel zijn?’ Zwijgen... Vele avonden hebben we het spelletje herhaald. E. nam het gelukkig niet kwalijk, en de vriendschap is er niet door bedorven. En de gesprekken met Telders over politiek! Bijna elken dag hebben we erover gedebatteerd - vooral 's avonds in bed; O., een overtuigd calvinist en een prima kameraad, Chris, de communistische blokoudste, Telders en ik. ‘Ik heb graag met communisten te maken - in de kampen,’ lachte hij dan. Hij was en bleef tegen de doodstraf en was voor verbanning. Maar hij hoopte wel, dat ze dan daarginds door het klimaat zouden sterven... Meestal eindigde het debat met een scheldpartij van een der duitsche capo's vlak in onze buurt: ‘Schnauze halten! Ruhe Ihr mit Euren politischen Gesprächen! In Mauthausen würdet Ihr dafür erschossen! Vught ist gar kein richtiges Lager! Keine Disziplin hier, der reinste Kindergarten.’ Vreemd dat dit alles nog maar een maand geleden is... | |||||||
25 JuniVanmiddag tijdens het bombardement op München - weer op dezelfde tijd - een heftige woordenwisseling gehad met J. Ik geloof niet, omdat ik zenuwachtig was, hoewel ik dat ook ben geweest. J. zeide, toen de bommen vielen: ‘De mooiste muziek die ik ken.’ Hij lachte er bij en herhaalde, toen de tweede golf | |||||||
[pagina 803]
| |||||||
kwam: ‘Lekker!’ Ik was er woedend over en heb er geen heel uit gemaakt. Er is niets wat me in deze situatie dieper treft dan frivoliteit. Laten we bij zoo'n aanval stil zijn en voelen dat zich hier een tragedie afspeelt. Ik weet, dat deze bombardementen noodig zijn, dat de overwinning anders niet mogelijk is, maar ik kan niet helpen, menschen die dit ‘mooie muziek’ vinden, zijn voor mij halve fascisten - al zijn het misschien nog zulke goede vaderlanders. Echte humor kan ik ook op z'n oogenblik wel verdragen, dat is heel iets anders. Toen b.v. gisteravond Karl, terwijl vlak boven ons kamp een Engelschman in een parachute naar beneden kwam - tegen Fred, onze Engelsche verpleger, die toen juist was gaan slapen, riep: ‘Aufstehen Fred! Kaffee kochen! Du kriegst einen Landsman auf Besuch! - heb ik hartelijk gelachen. Humor heeft op zoo'n moment een bevrijdende uitwerking, terwijl frivoliteit aan dit diep-tragische gebeuren het historische en politieke karakter tracht te ontnemen. | |||||||
26 JuniWe hebben vandaag nieuw ondergoed gekregen, en daarbij moest ik weer aan Telders denken. Aan een avond in het bad te Vught. We stonden met honderd opgepropt in de veel te kleine ruimte, en Emiel, de duitsche capo, loeg er weer met z'n stok op los. De onderkleeren, die ons toegesmeten werden, waren dit keer nog kleiner dan gewoonlijk. Een van Telders' collega's uit Leiden, die nog maar pas in het kamp was, wist zich geen raad en keek hulpeloos in het rond, met in z'n hand een veel te nauwe onderbroek. Telders lachte. Wijs en ongedwongen. ‘Het is alleen maar een kwestie van inscheuren collega - verder niets’ en voegde de daad bij het woord. Een kwestie van inscheuren! Wat ging er een kracht van hem uit, en wat jammer, dat hij nu niet bij ons is. | |||||||
27 JuniZag van uit het straatje tusschen block 7 en 9 pater van G. (S.J.) heen en weer loopen met de vroegere N.S.B.-priester de Leeuw, die een maand geleden met ons uit Vught is gekomen. De meesten van ons laten hem aan zijn lot over, maar vanmiddag scheen hij door een zijner kerkelijke superieuren ondervraagd te worden. Van | |||||||
[pagina 804]
| |||||||
G.'s gezicht leek me nog strenger dan anders, zijn gang statiger en hij leek zelfs langer dan hij in werkelijkheid is. Ze hebben wel twee uur heen en weer geloopen over de Lagerstrasse. Beide Häftlingen - maar wat een verschil! | |||||||
30 JuniIk hoop, dat ik van dit dagboek iets behoorlijks zal maken, en dat mijn notities over literatuur eenige waarde hebben, maar ik weet nu reeds zeker, dat ik mij niet zoo intens concentreeren kan als Telders. Dag-in dag-uit werkt hij - op het gevaar van gesnapt te worden en dan in de Bunker gestopt - op zijn commando bij Philips aan een nieuwe uitgave van zijn werk over het Nederlandsch Octrooirecht. Ondanks controleerende capo's, ondanks een jaar Scheveningen en twee jaar Buchenwald, die hij al achter de rug heeft, ondanks de flegmonen aan zijn beenen, ondanks dagelijks dreigende transporten. Het Nederlandsche Octrooirecht interesseert me slechts matig, maar Telders' prestatie imponeert me. Ik ben blij met zijn vriendschap. Het is nu acht uur. In Vught is het appèl al afgeloopen - als ze ten minste niet langer staan moeten, omdat er iemand weggeloopen is. Zou hij weer in ‘Wilhelm Meister’ lezen? Ik ben benieuwd of hij het tweede deel van Spengler al gekregen heeft, dat Bram hem zou laten sturen - via Philips - en dat we samen door wilden werken... * * *
In deze jaargang hebben wij een reeks herdenkingen opgenomen van personen die voor de Nederlandse cultuur van bijzondere betekenis zijn en die ons tijdens en tengevolge van de bezetting zijn ontvallen. De herdenkingen in dit laatste nummer van 1946 sluiten de reeks. Redactie | |||||||
[binnenkant achterplat]
| |||||||
Aan dit nummer werkten mee:
Zo juist verscheen:
Dr C.J. SCHUURMAN
PERSPECTIEF DER ZIEL
tweede, geheel omgewerkte druk
De moderne mens, benauwd en beklemd door de problemen van het leven om hem heen, voelt steeds meer zijn zieleleven in verdrukking komen. Dit geschrift van de bekende psychiater heeft reeds velen een weg tot innerlijke bevrijding gewezen. Het verschijnt thans in een intensief omgewerkte uitgave.
Prijs f 3.90 gebonden
VERKRIJGBAAR IN DE BOEKHANDEL
van loghum slaterus n.v. |
|