De Nieuwe Stem. Jaargang 1(1946)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 193] [p. 193] [Nummer 3] De ambtenaar door Joseph Campbell De palissander stoel, 't Bureau, met stukken overdekt, 't Vermoeid, gewichtig air, Wat doen z'er eigenlijk toe? De spade van den boer, die 't land omspit, Is waardiger, voor Gods gestreng gelaat, Dan gansch dit apparaat. Met al je diep gepeins Kun jij geen blaadje laten groeien, maat! De jonge mannen zullen 't spel der minne spelen Met haar, die 't Lot hen huwen deed, Haar schoot zal open gaan, de Dood Zal ouden menschen 't stille ademen nemen, Het openscheurend zaad Zal kiemen en ons brood verschaffen naar behoef, De appelboom zal gouden vruchten dragen, De wind zal komen En hij zal de zware luchten open stooten En in schoone bouwselen uiteen doen gaan, de zon Zal schijnen, regens regenen, 't helder water vloeien En een dauw Zal zachtjes druppen van het duister firmament - Ondanks de stomste landvoogdij En ondanks jou! Vert. J.C. van Schagen Vorige Volgende