| |
| |
| |
Een leven voor de letterkunde, of, Wie was Lodewijk van Hoogeveen Sterck?
Dick Welsink
Aan het slot van de inleiding van zijn artikel in het Nieuw Letterkundig Magazijn (december-nummer 2013) stelt Cees Houtman de vraag: ‘Wie was die Lodewijk van Hoogeveen Sterck?’ In zijn tekst komt hij weliswaar met een aantal aanvullende gegevens, maar een exacte geboortedatum heeft Houtman niet gevonden en een overlijdensdatum in het geheel niet. Met behulp van gegevens uit archieven wil ik in deze bijdrage proberen wat meer licht over de levensloop van Van Hoogeveen Sterck te laten schijnen.
Volgens het Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde van Frederiks & Van den Branden zou Lodewijk van Hoogeveen Sterck in 1815 in Rotterdam geboren zijn. Archiefonderzoek leert dat er noch in dat jaar, noch in de omliggende jaren, iemand met die achternaam in Rotterdam is geboren. Wel zag daar op 24 juni 1814 een zekere Leonhard Sterk, zoon van Jacobus Sterk en Jannetje Hoogeveen, het levenslicht. Hij was het vierde kind uit dit huwelijk - na hem werden er nog vier geboren (zie Bijlage 1) - en hij werd vernoemd naar zijn grootvader van vaderszijde. Vijftien jaar later, in 1829, woonde hij bij zijn ouders, Westzijde Lange Frankestraat, en was hij van beroep kantoorbediende. Op 29 januari 1834, hij was toen negentien jaar en nog steeds kantoorbediende, trouwde hij in zijn geboorteplaats met de zestienjarige Cornelia Maria van Gorkum. Zij was op 18 mei 1817 geboren. De reden voor dit huwelijk tussen twee minderjarigen werd krap zeven maanden later duidelijk: op 2 juli 1834 beviel Cornelia namelijk van een zoontje dat de voornamen Jacobus Philippus Cornelis kreeg. Drieëneenhalve maand later overleed het jongetje.
Op 17 mei 1836 werd een meisje geboren en anderhalf jaar later een zoontje, dat echter dood ter wereld kwam. Leonhard had op dat moment het kantoorbestaan achter zich gelaten en een nieuwe betrekking gevonden: splitter bij de Nederlandsche Koninklijke Loterij. Ook toen zijn vierde kind geboren werd in 1838, een zoontje dat nog geen jaar oud werd, zijn vijfde, een dochter, in 1840, en zijn zesde, wederom een dochter, in 1842, oefende hij dat beroep uit. Hij woonde in die jaren op verschillende adressen in de Hoogstraat. Inmiddels had in 1841 bij de Rotterdamse boekverkoper A. Wijnands zijn eerste publicatie het licht gezien, een Gedachtenis-Rede voor de drukker en uitgever Pieter van Waesberge (1792-1841), met wie hij kennelijk bevriend was. Deze brochure is voor zover bekend de enige uitgave die onder zijn eigen naam is verschenen.
Volgens de Volkstelling van 1839 was Leonhards beroep collecteur in de Loterij. Behalve vrouw en kind woonden bij hem de twintigjarige Petronella Johanna van Gorcum en de tweeëntwintigjarige Maaike Kwakernaat in huis. Eerstgenoemde was een jongere zuster (geboren 1819) van zijn echtgenote, laatstgenoemde was de dienstmaagd. Drie jaar later was hij, volgens het Wijkregister, Loterij splitter. Zijn schoonzusje woonde nog steeds in bij het gezin, maar Maaike Kwakernaat had plaats moeten maken voor een nieuwe, jongere dienstbode, Leentje van de[r] Gevel. Voorts stond aangetekend dat hij was verhuisd, maar niet wanneer en waarnaartoe.
| |
| |
Omslag van Gedachtenis-rede voor P. van Waesberge. Rotterdam, [1841]. Collectie Koninklijke Bibliotheek, signatuur 3164 g 74.
| |
Letterkundige in Antwerpen en Berchem
De verhuizing naar Antwerpen moet hebben plaatsgevonden vóór 31 augustus 1843, want op die datum werd in die plaats een dochter geboren. Het gezin had zich gevestigd in de Gezondstraat (thans Henri Van Heurckstraat), niet ver van de hoek met de Leopoldstraat. In de geboorteakte staat als beroep van de vader: letterkundige. Met recht, want in datzelfde jaar verscheen zijn roman De trappist, alsmede een bundeltje religieuze verzen, Christus. Christen-Kerstoonen, beide bij de Antwerpse uitgever Karel Oberts. Als auteursnaam stond op de titelpagina: L. van Hoogeveen Sterck. Op 1 mei 1845 werd op hetzelfde adres opnieuw een dochter geboren; ditmaal is de vader zonder beroep. Dit is curieus, want van 1844 tot en met 1846 (niet 1848, zoals Houtman in navolging van Frederiks & Van den Branden schrijft) redigeerde hij, onder de naam Lodewijk van Hoogeveen-Sterck, het ‘Tydschrift ter bevordering van Tael-, Dicht- en Letterkunde’ De Vlaemsche Rederyker. Het eerste nummer van dit door hem
Omslag van bundel Christus. Christen-Kerstoonen. Antwerpen, 1843. Collectie Koninklijke Bibliotheek, signatuur 1162 a 31.
opgerichte maandblad verscheen op 1 juli 1844. Het werd uitgegeven door J. van Ishoven. De eerste jaargang bevat naast veel proza van eigen hand poëzie van Noord-Nederlandse dichters als Nicolaas Beets, C.S. Adama van Scheltema (grootvader en naamgenoot van de bekende dichter), Johannes Kneppelhout en J.P. Hasebroek, en van Vlaamse dichters als Karel Ledeganck, Theodoor Van Rijswijck en Johanna Courtmans-Berchmans. Tijdens zijn verblijf in Antwerpen publiceerde Van Hoogeveen Sterck buiten zijn bijdragen aan De Vlaemsche Rederyker een aantal grotere en kleinere geschriften van uiteenlopende aard (zie voor een overzicht Bijlage 2), zowel proza (fictie en non-fictie) als poëzie. In juni 1846 werd hij lid van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde en eind van dat jaar van de Koninklyke Maetschappy voor Schoone Kunsten te Gent.
Twee van de in zijn Antwerpse jaren verschenen publicaties verdienen wat ruimere aandacht, alleen al vanwege hun omvang. Het zijn allebei beschrijvingen in dichtvorm van historische gebeurtenissen, om preciezer te zijn van veldslagen waarin leden
| |
| |
van het Huis van Oranje een belangrijke rol hebben gespeeld. Beide publicaties werden ook, zij het slechts voor een klein deel, voorgepubliceerd in De Vlaemsche Rederyker. In de eerste, De slag by Nieuwpoort (1844), is dat prins Maurits, in de tweede, Waterloo (1846), kroonprins Willem, de latere koning Willem II. In beide dichtstukken wordt uitgebreid de lof gezongen van de heldendaden van de vorstelijke hoofdpersonen. De slag by Nieuwpoort, waarvan Van Hoogeveen Sterck een in paars marokijn gebonden exemplaar met een handgeschreven opdracht aan koning Willem II zond, voorzag hij van 25 pagina's (geschiedkundige) ‘Aentekeningen’. Bij Waterloo achtte hij die niet nodig, maar dit verhalende gedicht liet hij voorafgaan door een inleiding, die begint met de volgende programmatische woorden:
Naast het boek der Goddelyke Openbaring is de Geschiedenis des Vaderlands van het hoogste aanbelang voor den geest eens volks, hetzy de stift der waarheid die nederstelle,... hetzy ze ruische van de harpsnaren, of de beeldende kunst haar aanschouwelyk make,... deze voor het zinnelyk oog, zoo als genen voor het oog der ziel.
Ook deze uitgave stuurde hij, ditmaal een in rood marokijn gebonden exemplaar, naar de koning.
In de geboorteakte van zijn op 16 oktober 1846 in Berchem - hij leed klaarblijkelijk aan verhuisdrift - geboren zoon wordt als beroep weer vermeld: letterkundige. Sterk had zich daar met zijn gezin, inclusief zijn schoonzusje, op 15 oktober 1846, één dag voor de geboorte van zijn zoon dus, gevestigd. In 1847 is de naam van Van Hoogeveen Sterck plots uit De Vlaemsche Rederyker verdwenen. Het lijkt erop dat de felle criticus P.F. van Kerckhoven begin dat jaar achter de schermen een geslaagde greep naar de macht heeft gedaan, hoewel hij pas in 1848 als (hoofd)redacteur in het tijdschrift wordt vermeld. Heeft deze minne streek Van Hoogeveen Sterck van zijn vaste inkomen beroofd en heeft hij daarom besloten zijn heil weer in Nederland te gaan zoeken? Vast staat dat op 3 augustus 1847 een nieuw gezin op het Berchemse adres ingeschreven is, en dat op 30 oktober 1847 in Voorburg zijn tiende kind, een meisje, werd geboren. Zij werd niet ouder dan dertien maanden.
Schutblad (detail), met opdracht aan koning Willem ii, van De slag by Nieuwpoort. Antwerpen, 1844. Collectie Koninklijke Bibliotheek, signatuur kw 9211 e 26.
| |
Verblijf in Voorburg
In Voorburg woonde Van Hoogeveen Sterck in wijk B, nr. 70 (thans Herenstraat?, niet ver van het huis waar in 1848 Marcellus Emants werd geboren). Hier ging hij onverdroten voort met schrijven en publiceren. Behalve een herdruk van zijn bundeltje Christus. Kristen-Kerstoonen uit 1843, en twee dunne gedenkuitgaafjes, alle drie voor eigen rekening gedrukt, verschenen er diverse geschriften waarin hij uitdrukking gaf aan zijn innige verknochtheid aan het koningshuis. In het pamflet Het inkomen der Kroon (1848) verdedigde hij de vorst tegen hen ‘die 's lands finantiele verwikkelingen sedert jaren hebben helpen doen insluipen, en thans als stroohalm aangrijpen de vermindering van het inkomen der Kroon, en het tanen van den koninklijken luister er aan prijs geven’. Ook zijn huwelijk bleef onverminderd vruchtbaar. In 1849 werd een zoontje geboren en in 1850 nog een, respectievelijk zijn elfde en twaalfde kind.
| |
Het einde
Laatstgenoemd zoontje overleed op 17 mei 1851 in Montfoort, waar Van Hoogeveen Sterck zich inmiddels met zijn gezin gevestigd had. In 1852 en 1853
| |
| |
Overlijdensakte van ‘Leonhard Sterk van Hoogeveen’, Utrecht, 19 juli 1854.
werden aldaar opnieuw twee jongens geboren. Ze werden allebei niet ouder dan (ruim) zeven weken. In 1851 publiceerde hij een boekje over Het protestantsch landbouwkundig gesticht te Montfoort. Dit had een woord vooraf van de predikant C.S. Adama van Scheltema, de man van wie hij eerder gedichten had opgenomen in De Vlaemsche Rederyker. In 1853 verscheen nog Gedenkschriften van een handwerkman, een vrije bewerking van Confessions d'un ouvrier van de Franse auteur Émile Souvestre (1806-1854). In de late herfst van dat jaar moet hij zijn opgenomen in een krankzinnigengesticht in Utrecht. Zijn vrouw verhuisde, zwanger van het vijftiende kind, met de overgebleven zeven kinderen naar de Vinkenstraat in Amsterdam. Daar werd op 27 juni 1854 een jongetje geboren, Hendrik Leonhard. Bij afwezigheid van de vader werd de aangifte gedaan door de vroedmeester. Een van de getuigen was Adama van Scheltema. Leonhard Sterk, alias Lodewijk van Hoogeveen Sterck, heeft zijn jongste zoontje nooit gezien: hij overleed nog geen maand later, op 18 juli, veertig jaar oud ‘in het Krankzinnigen Huis te Utrecht’. Hij liet een vrouw en acht kinderen na, in leeftijd variërend van nul tot achttien jaar, én een omvangrijk en divers oeuvre voor kinderen en volwassenen dat de tand des tijds niet heeft doorstaan.
| |
Archieven en literatuur
Stadsarchief Rotterdam: geboorteakten 1814, b177verso; geboorteakten 1817, nr. 942; huwelijksakten 1834, nr. 42; geboorteakten 1834, nr. 1295; overlijdensakten 1834, nr. 1901; geboorteakten 1836, nr. 1035; overlijdensakten 1837, nr. 2446; geboorteakten 1838, nr. 2328; overlijdensakten 1839, nr. 1479; geboorteakten 1840, nr. 1288; geboorteakten 1842, nr. 315; Volkstelling 1829, k 222; Volkstelling 1839, g 39; Wijkregister (1842) 1845-1849, g 94.
FelixArchief Antwerpen, Burgerlijke Stand Antwerpen: geboorteakten 1843, nr. 1724; geboorteakten 1845, nr. 982. Burgerlijke Stand Berchem: geboorteakten 1846, nr. 103; Tafel der Bevolkingsboeken Berchem, wijk i, 1846-1856, [nr.] 1-378, blad 36.
Centraal Bureau voor Genealogie, Burgerlijke Stand Voorburg: geboorteakten 1847, nr. 61; overlijdensakten 1848, nr. 56; geboorteakten 1849, nr. 34; geboorteakten 1850, nr. 68.
Het Utrechts Archief, via website (www.utrechtsarchiefnet.nl), Burgerlijke Stand Montfoort: overlijdensakten 1851, nr. 23; geboorteakten 1852, nr. 3; overlijdensakten 1852, nr. 21; geboorteakten 1853, nr. 33; overlijdensakten 1853, nr. 42; overlijdensakten 1854, nr. 36. Burgerlijke Stand Utrecht: overlijdensakten 1854, nr. 781.
Stadsarchief Amsterdam: geboorteakten 1854, dl. 4, folio 114verso; Bevolkingsregisters 1851-1853.
J.G. Frederiks en F. Jos. van den Branden, Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde. Nieuwe uitg.
Amsterdam, [1888-1891], p. 367
Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, dl. 3 (R-Z). Tielt, 1998, p. 3507.
Michaël Brys en Ada Deprez, Bibliografie van de Vlaamse tijdschriften in de negentiende eeuw. Deel 9: De Noordstar 1840-1842, De Vlaemsche Rederyker 1844-1856. Gent, 1985.
| |
| |
| |
Bijlage 1
Drie generaties Sterk
I Jacobus [Philippus/Filippus] Stark/Sterk, ged. Rotterdam 27 maart 1785, overl. ald. 25 mei 1861, zoon van Leonard Sterk en Neeltje 't Hart, tr. Rotterdam 5 juni 1808 Jannetje Hoogeveen, ged. Kralingen 16 april 1781, overl. Rotterdam 31 juli 1847, dochter van Hubert Hoogeveen en Maria Verboom
| |
Uit dit huwelijk:
1 | Neeltje Stark, geb. Rotterdam 18 juni 1808, overl. ald. 30 juni 1865, tr. ald. 11 september 1839 Jan Meulemans, ged. Rotterdam 16 augustus 1800, kleermaker, overl. ald. 10 maart 1847, zoon van Andreas Meulemans en Anna Maria van Rooij en weduwnaar van Wilhelmina Catharina Hamakers |
2 | Hubertus Jacobus Stark, geb. Rotterdam 19 februari 1810, overl. ald. 15 oktober 1810 |
3 | Huberta Stark, geb. Rotterdam 6 januari 1812, overl. ald. 17 november 1846, tr. ald. 7 juni 1837 Anthonie Cardinaal, geb. Rotterdam 11 augustus 1811, kleermaker, overl. ald. 9 december 1886, zoon van Pieter Cardinaal en Johanna Schik; hij hertr. Rotterdam 12 juni 1850 Maria van Ravenstein |
4 | Leonhard, volgt ii |
5 | Jacobus Philippus Sterk, geb. Rotterdam 3 november 1816, boekdrukker, (toneel)schrijver, overl. 's-Gravenhage 20 april 1878, tr. Rotterdam 3 oktober 1838 Sara Hallensleben, geb. Rotterdam 28 september 1816, overl. Utrecht 30 december 1873, dochter van Adolf Hallensleben en Sara Vijzelaar |
6 | Jan Marinus Sterk, geb. Rotterdam 1 augustus 1819, overl. ald. 20 oktober 1837 |
7 | Maria Sterk, geb. Rotterdam 25 juli 1822, overl. ald. 4 augustus 1901, tr. ald. 1 september 1852 Nicolaas Johannes Hooijkaas, geb. Rotterdam 6 oktober 1825, kantoorbediende, overl. Loosduinen 7 juli 1897, zoon van Nicolaas Johannes Hooijkaas en Jannetje Harkink |
8 | Jannetje Sterk, geb. Rotterdam 27 november 1824, overl. ald. 30 april 1825 |
II Leonhard Sterk, geb. Rotterdam 24 juni 1814, overl. Utrecht 18 juli 1854 (in de overlijdensakten genaamd Leonhard Sterk van Hoogeveen), tr. Rotterdam 29 januari 1834 Cornelia Maria van Gorkum, geb. Rotterdam 18 mei 1817, overl. Haarlem 11 maart 1892, dochter van Arie van Gorkum en Johanna Boonekamp
| |
Uit dit huwelijk:
1 | Jacobus Philippus Cornelis Sterk, geb. Rotterdam 2 juli 1834, overl. ald. 18 oktober 1834 |
2 | Cornelia Pitronello [Petronella] Johanna [van Hoogeveen] Sterk, geb. Rotterdam 17 mei 1836, overl. ald. 16 februari 1909, tr. Amsterdam 23 mei 1861 Louis Henri Beerstecher, geb. Amsterdam 15 november 1836, journalist, overl. Rotterdam 2 september 1906, zoon van Willem Beerstecher en Beertje Goedenberg |
3 | doodgeboren zoontje, Rotterdam 21 november 1837 |
4 | Arie Jacobus Philippus Sterk, geb. Rotterdam 19 oktober 1838, overl. ald. 18 juni 1839 |
5 | Jannetje Cornelia Gerardina [van Hoogeveen] Sterk, geb. Rotterdam 2 juni 1840, overl. Haarlem 18 december 1917, tr. ald. 28 oktober 1875 Dirk Bakker, geb. Haarlem 13 juni 1844, bloemist, overl. ald. 21 april 1923, zoon van Dirk Bakker en Margaretha Sara Weeveringh |
6 | Johanna Maria Suzanna [van Hoogeveen] Sterk, geb. Rotterdam 6 februari 1842, overl. Amsterdam 31 mei 1867, tr. ald. 17 augustus 1865 Willem Albertus Sickler, geb. Leeuwarden 19 april 1833, muziekmeester, overl. Amsterdam 23 januari 1900, zoon van Willem Sickler en Catharina Anna Maria Courtois |
7 | Eleonora Jacoba Arieda [van Hoogeveen] Sterk, geb. Antwerpen 31 augustus 1843, overl. Amsterdam 17 augustus 1902, tr. Batavia 1864 Louis van Houten, geb. Rotterdam 16 februari 1841, lid der firma Daendels & Co. te Batavia, later assuradeur te Rotterdam, overl. 's-Gravenhage 3 juni 1899, zoon van Christiaan Godfried Schutze van Houten en Cornelia Petronella Wilhelmina van Alphen |
8 | Petronella Joanna Apolonia Sterk, geb. Antwerpen 1 mei 1845, overl. Yakima County (wa), usa 30 juli 1927, tr. Amsterdam 19 mei 1864 Charles Erneste Appy, geb. 's-Gravenhage 25 oktober 1834, toonkunstenaar, overl. Kansas City (mo), usa 2 augustus 1895, zoon van Jean Appy en Ernestine Dupuis |
9 | Carel Steven Leonhard Sterk, geb. Berchem 16 oktober 1846, translateur, overl.??, tr. Brooklyn, New York 11 april 1879 Rosij Bersoleze |
10 | Maria Huberta Sophia Sterck, geb. Voorburg 30 oktober 1847, overl. ald. 24 november 1848 |
11 | Cornelis Gerardus Petrus Sterck, geb. Voorburg 28 mei 1849, overl. bivak Penajoeng bij Koetaradja (in de veldambulance) 25 maart 1874 |
12 | Marius Hendrik Philippus Sterck, geb. Voorburg 29 oktober 1850, overl. Montfoort 17 mei 1851 |
13 | Arnoldus Adrianus Leonhard Sterck, geb. Montfoort 18 januari 1852, overl. ald. 7 maart 1852 |
14 | Leonhard Jacobus Philippus Sterck, geb. Montfoort 16 april 1853, overl. ald. 9 juni 1853 |
15 | Hendrik Leonhard Sterk, geb. Amsterdam 27 juni 1854, bloemist, koopman, overl.??, tr. Haarlem 7 mei 1875 Allegonda Catharina Elisabeth Saportas, geb. Ploembon, residentie Cheribon N.I. 1853, overl. Djokjakarta 12 juli 1909, dochter van Lodewijk Alexander (Louis Alexandre) Saportas en Elisabeth Allegonda Catharina Beudeker |
| |
| |
| |
Bijlage 2
Afzonderlijk verschenen uitgaven voor volwassenen
P. van Waesberge. Gedachtenis-rede. Gedrukt bij A. Wijnands, Rotterdam, [1841], 40 blz. |
Christus. Christen-Kerstoonen. Karel Oberts, Antwerpen, 1843, 38 blz. |
Christus. Christen-Kerstoonen. [Herdruk]. V.H. Sterck, Voorburg, 1849, 52 blz. |
De trappist. Een verhael. Karel Oberts, Antwerpen, 1843, 173 blz. + 1 blad met afbeelding. |
Des dichters hulde aen den beeldhouwer Jozeph Geefs, professor in de beeldhouwkunst aan de Koninklyke Akademie te Antwerpen, vervaerdiger van het borst- en standbeeld van Z.M. Willem ii, Koning der Nederlanden. We. L.P. de la Croix, Antwerpen, 1844, 14 blz. |
De slag by Nieuwpoort. Dichterlyk krygstafereel. Ter drukkery van J.P. van Dieren en comp., Antwerpen, 1844, 172 blz. |
De diamant van Venetiën. Oorspronkelijk-romantisch verhaal. [Overdruk uit De Vlaemsche Rederyker]. [Zonder plaats, zonder uitgever], [1845], 90 blz. |
Christus. Christen-Paeschtoonen. J. van Ishoven, Antwerpen, 1845, 24 blz. |
Christus. Christen-Paaschtoonen. [Herdruk]. J.D. Sybrandi, Amsterdam, 1851, 52 blz. |
Waterloo. Dichterlijke krijgstafereelen. J. Boden, Zwijndrecht, 1846, 144 blz. + 1 blad met afbeelding van kroonprins Willem te paard. |
Het biddend Nederland, den tweeden van Bloeimaand 1847. Dichterlijke opwekking. Giunta d'Albani, 's Gravenhage, 1847, 16 blz. |
Het dankend Nederland, den 26sten van Herfstmaand 1847. Dichterlijke opwekking. (2e dr.) Giunta d'Albani, 's Gravenhage, 1847, 16 blz. |
Het inkomen der Kroon. Een woord aan hen, die 's lands finantiele verwikkelingen sedert jaren hebben helpen doen insluipen, en thans als stroohalm aangrijpen de vermindering van het inkomen der Kroon, en het tanen van den koninklijken luister er aan prijs geven. A. Entrop van Poeteren, 's Gravenhage, 1848, 8 blz. |
Aan koning en volk. Dichterlijke opwekking. Broedelet, Voorburg, 1848, 8 blz. |
's Konings rouw. Elegie bij den dood van Prins Alexander der Nederlanden. J.D. Sybrandi, Amsterdam, 1848, 12 blz. 's Konings rouw. Elegie bij den dood van Prins Alexander der Nederlanden. 2e dr. 1848. |
Nederlands heildag, 30 November 1813. Dichterlijke feestherinnering. V.H. Sterck, Voorburg, 1849, 16 blz. |
Een grafbloem op het lijkgesteente van... Willem ii. V.H. Sterck, Voorburg, 1850, 16 blz. |
Het protestantsch landbouwkundig gesticht te Montfoort. Met voorberigt van C.S. Adama van Scheltema. D.H. Fikkert, Amsterdam, 1851, 64 blz. |
Gedenkschriften van een handwerkman. Émile Souvestre vrij gevolgd. J.H. & G. van Heteren, Amsterdam, 1853, 164 blz. |
's Konings beeldhouwer Guillaume Geefs. [Zonder naam, zonder plaats], 1857, 16 blz. + 1 blad met portret. |
|
|