Nieuw Letterkundig Magazijn. Jaargang 31
(2013)– [tijdschrift] Nieuw Letterkundig Magazijn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 26]
| |
‘Dat moet u dan maar doen!’
| |
DraakMet Maartje Draak persoonlijk maakte ik kennis op een symposium dat haar leerlingen Doris Edel en Wim Gerritsen voor haar georganiseerd hadden in het gebouw van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen in Amsterdam, in 1987. Ik was nog maar net afgestudeerd. Zes verse promovendi hielden daar een verhaal over hun onderzoek, | |
[pagina 27]
| |
in het voetspoor van Maartje Draak, en ik was één van hen. Het was de eerste lezing die ik ooit in mijn leven heb gehouden. Over een ontmoeting met Maartje Draak had ik afschrikwekkende verhalen gehoord. Maartje Draak kon scherp zijn als het haar niet beviel, was me verteld. Ze hield niet van onzin. ‘Ja’, voedde Wim Gerritsen het vuurtje van mijn angstige voorgevoelens, ‘dan smijt ze haar tas op het podium en wast ze je de oren.’ Natuurlijk speelde haar naam op de achtergrond een rol. Een vrouw met de naam ‘Draak’, tegen wie zelfs Wim Gerritsen opzag, boezemde mij als beginnend onderzoeker enorm ontzag in. Zelf herinnerde ze aan de draak als onbetrouwbaar kwaad in haar rede ‘De levensloop van een draak’, een terugblik op haar (werkende) leven, die ze uitsprak op datzelfde symposium in 1987.Ga naar eind2 In die lezing zei ze: ‘Ik ben ervan overtuigd dat mijn levensloop anders geweest zou zijn als ik “Van Doesburg” of “Muller” had geheten.’ Toen wij promovendi op dat symposium onze lezingen hielden, zat Maartje Draak op de eerste rij, in gekleed zwart en met een flinke handtas voor haar buik. Maar ze gooide nergens mee. Ze luisterde heel geïnteresseerd en welwillend, ze stelde indringende vragen en ze bedankte ons na afloop. De draak als het symbool van de schatbewaarder en van de vruchtbare regen, begon op die dag voor mij gestalte te krijgen. Maartje besloot haar rede met de woorden: ‘Zo goed mogelijk je werk doen zonder anderen schade te berokkenen - dat is de wijsheid waartoe ik geraakt ben.’ Die uitspraak heeft diepe indruk op me gemaakt. Net zoals ik geïmponeerd ben door het feit dat ze in de oorlog de Brandaan niet wilde publiceren onder haar eigen naam, omdat Bertus Aafjes ondergedoken zat en zijn naam niet op de omslag kon verschijnen: ze wilde het Brandaan-scheepje niet valselijk alleen onder haar eigen vlag de wereld insturen. Vandaar dat het boek pas in 1949 kon verschijnen. Over integriteit gesproken. | |
LidmaatschapMaartje Draak was de eerste vrouw die lid werd van de eerbiedwaardige Afdeling Letterkunde van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, maar ze was ook, al sinds 1941, lid van deMaartje Draak. 29 december 1927.
Maartje Draak. Ongedateerd, waarschijnlijk jaren dertig.
| |
[pagina 28]
| |
Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Een Levensbericht is haar nooit ten deel gevallen, omdat ze geroyeerd was. Ondanks een aanmaning had ze vergeten haar contributie te betalen. Schriftelijke dreigementen dat ze uit de Maatschappij verwijderd zou worden, vond ze voor iemand van haar leeftijd ongepast en een laatste telefonische aanzegging van royement ging voor haar alle perken van fatsoen te buiten. Het bracht haar, na vijftig jaar trouw lidmaatschap, tot de woedende uitval: ‘Dat moet u dan maar doen!’ Waarvan akte. Een Levensbericht is er dus niet van gekomen - maar Maartje Draak zou ongetwijfeld tevreden zijn te horen dat haar leerling Wim Gerritsen, inmiddels zelf een ‘kleine draak op leeftijd’, werkt aan een biografie. Toen ik daar een gedeelte uit mocht lezen, raakte ik meer dan geïnteresseerd in de jongere jaren van mijn ‘wetenschappelijke grootmoeder’. Uit haar archief kwamen foto's tevoorschijn waarop een twintig- en vermoedelijk dertigjarige Maartje de lens inkijkt. Met die karakteristieke blik: nieuwsgierig, onderzoekend en met lichte spot. Een draak blijft een draak.
clara strijbosch promoveerde in 1995 op het proefschrift De bronnen van de Reis van Sint Brandaan (Engelse versie: The Seafaring Saint, Dublin, 2000) en werkt als onderzoeker, journalist en docent. Zij publiceerde boeken en artikelen over middeleeuwse reisverhalen en laatmiddeleeuwse lyriek. |
|