| |
| |
| |
Gemengde berichten
Jaarvergadering MNL 2010
De eerstkomende jaarvergadering is vastgesteld op zaterdag 29 mei 2010 in het Academiegebouw, Rapenburg 73 te Leiden en omvat de volgende onderdelen:
10-10.30 uur |
Ontvangst met koffie |
10.30 uur |
Huishoudelijk gedeelte |
12.30 uur |
Lunch in de nieuwe Faculty Club, Rapenburg 73 |
14.15 uur |
Drie lezingen van elk twintig minuten door leden van de werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde |
15.30 uur |
Uitreiking van de Van der Hoogt-prijs en de Henriëtte de Beaufort-prijs |
16.00 uur |
Receptie |
| |
Menno Hertzbergerprijs
Mw. dr. M. (Rietje) van Vliet wint Menno Hertzbergerprijs
‘Uitstekend voorbeeld boekgeschiedenis nieuwe stijl’.
Op 12 november 2009 is voorde veertiende maal de Menno Hertzbergerprijs onder auspiciën van de Nederlandsche Vereeniging van Antiquaren in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag uitgereikt. Mevrouw dr. M. van Vliet kreeg de prijs voor haar studie Elie Luzac (1721-1796): boekverkoper van de Verlichting (Nijmegen, 2005).
De studie van Rietje van Vliet is naar het oordeel van de jury een uitstekend voorbeeld van de ‘boekgeschiedenis nieuwe stijl’, dat wil zeggen historisch onderzoek naar het boekenbedrijf dat over de volle breedte is ingebed in de cultuur- en ideeëngeschiedenis van Nederland en Europa. Onderzoekers en belangstellenden van velerlei huize zullen in dit boek iets van hun gading kunnen vinden.
De Menno Hertzbergerprijs werd in 1963 ingesteld door de Nederlandse antiquaar Menno Hertzbetger, toenmalig voorzitter van de Nederlandsche Vereeniging van Antiquaren, ter stimulering van de bestudering van de geschiedenis van het boek en de beoefening van de bibliografie. De prijs wordt eenmaal in de drie tot vier jaar toegekend aan de auteur(s) van een al dan niet gepubliceerde studie op het gebied van de (carto)bibliografie of de geschiedenis van het boek in de ruimste zin des woords en bedtaagt € 2.500.
Sinds 2002 bestaat ook de Menno Hertzberger Aanmoedigingsprijs, bedoeld om jonge boekwetenschappers te stimuleren tot het publiceren van werken of artikelen op genoemde terreinen. Deze prijs bedraagt € 1.000.
De Aanmoedigingsprijs viel ten deel aan dr. M. van Egmond voor zijn studie Covens & Mortier: productie, organisatie en ontwikkeling van een commercieel-cartografisch uitgevershuis in Amsterdam (1685-1866) ('t Goy-Houten, 2005), proefschrift Universiteit Utrecht.
De jury, tevens het bestuur van de Stichting Menno Hertzberger Prijs, wordt gevormd door de heren Freek Heijbroek (voorzitter), Peter Pruimers (secretaris), Paul Hoftijzer, Frans Laurentius en Paul van Capelleveen.
| |
Constantijn Huygens en de vrouwen
Onder de auspiciën van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde werd in 1987 de driehonderdste sterfdag van Constantijn Huygens (1596-1687) op tal van manieren herdacht. Er was een tentoonstelling in het Museon te Den Haag en in paleis Het Loo te Apeldoorn, er waren congressen, er verscheen een biografie door de helaas te vroeg overleden Huygens-kenner Leen Strengelt en natuurlijk was er een officiële herdenking in de Kloosterkerk te Den Haag. Het Huygens-jaar 1987 is goed gedocumenteerd in het Jaarboek van de Maatschappij en het Nieuw Letterkundig Magazijn.
Zonder een direct biografische aanleiding wordt de komende maanden opnieuw op diverse fronten aandacht geschonken aan Constantijn Huygens. Huygensmuseum Hofwijck opent namelijk op 9 april 2010 in samenwerking met het stadsmuseum Leidschendam-Voorburg een fraaie expositie onder de titel ‘Vrouwen rond Huygens’. Het concept voor deze tentoonstelling is ontwikkeld door Belle van den Berg, directeur van het Huygensmuseum en Lea van der Vinde, conservator bij het Mauritshuis, die als gastconservator optreedt. Bijgestaan door een adviesraad met enthousiaste deskundigen, zijn zij erin geslaagd een indrukwekkend beeld te geven van vrouwen rondom Huygens. Lea van der Vinde is ook de auteur van de tentoonstellingscatalogus. Als opmaat voor de tentoonstelling verschijnt in november 2009 bij uitgeverij Boom te Amsterdam in samenwerking met het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (ing) te Den Haag een editie van de briefwisseling tussen Constantijn Huygens en de hertogin van Lotharingen, Béatrix de Cusance. Deze editie is het resultaat van de samenwerking tussen Rudolf Rasch, editeur van onder meer Driehonderd brieven over muziek van, aan en rond Constantijn Huygens (Hilversum, Verloren 2007) en Ineke Huysman, medewerkster van het ing, die een dissertatie voorbereidt over het leven van Béatrix de Cusance. Aan vrouwen rondom Huygens wordt ook aandacht besteed in het laatste nummer van de jaargang 2009 van het tijdschrift De Zeventiende Eeuw. Over al deze Huygens-activiteiten volgt hieronder meer.
| |
| |
| |
Tentoonstelling ‘Vrouwen rondom Huygens’
Constantijn Huygens had wat met vrouwen. Dat kan worden afgeleid uit de talrijke gedichten en brieven die hij aan zeventiende-eeuwse vrouwen heeft geschreven of van hen heeft ontvangen. Huygensmuseum Hofwijck organiseert daarom in het voorjaar van 2010 in samenwerking met het stadsmuseum Leidschendam-Voorburg een verrassende expositie over de vrouwen rondom Constantijn Huygens.
In deze tentoonstelling maakt men kennis met de vrouwen rond Huygens. De een is bekender dan de ander, maar stuk voor stuk zijn het interessante voorbeelden van vrouwen uit de zeventiende eeuw. Natuurlijk horen daar zijn buurmeisje, zijn vrouw en zijn dochter bij, maar ook zijn werkgeefster, Amalia van Solms, de ambitieuze vrouw van stadhouder Frederik Hendrik. Huygens onderhield contacten met vrouwen over muziek, kunst en wetenschap, onder anderen met de zeer geleerde Anna Maria van Schurman en de vrijgevochten hertogin van Lotharingen, Béatrix de Cusance.
Niet alleen zijn portretten, brieven en gedichten van deze vrouwen en van Huygens te zien, maar ook voorwerpen, zoals borduur- en tekenwerkjes en zelfs een loden reliekkistje met het hart van Béatrix de Cusance. De vrouwen rondom Huygens waren geen doorsneevrouwen. Ze waren vaak rijk, van adel en zeer getalenteerd. Op de tentoonstelling is er ook aandacht voor het leven van de gewone vrouw in de Gouden Eeuw. Bovendien geven vrouwen uit onze tijd hun mening over de positie van de vrouw, toen en nu.
| |
Themanummer De Zeventiende Eeuw
Ter begeleiding van de tentoonstelling wordt een nummer van het tijdschrift De Zeventiende Eeuw gewijd aan de vrouwen rondom Huygens. De gastredacteuren Els Kloek, Frans Blom en Ad Leerintveld verzamelen hierin bijdragen over Huygens' moeder en zusjes, over zijn jeugdliefde, over zijn echtgenote, over muzikale vriendinnen, over geleerde vrouwen en over hoogadellijke vrouwen met wie hij graag verkeerde.
Talrijke specialisten, kenners van de zeventiende eeuw en van Constantijn Huygens en zijn wereld, hebben hun medewerking toegezegd: Mieke Smits-Veldt portretteert Huygens' moeder Susanna Hoefnagel. Lisa Jardin probeert Huygens' jeugdliefde Dororhée van Dorp meer historische context te geven. Frans Blom laat zien hoe Huygens zijn zusjes Geertruydt en Susanna een rol geeft in zijn debuutbundel Otiorum libri sex. Ton van Strien belicht Huygens' muzikale vriendin Maria Casembroot. Rudolf Rasch schrijft over Huygens en Utricia Ogle. De geleerdste vrouw van de zeventiende eeuw, Anna Maria van Schurman, komt aan bod in een uitgebreid artikel van Katlijne van der Stighelen en Jeanine de Landtsheer, die de correspondentie tussen Huygens en Van Schurman opnieuw uitgeeft. Nadine Akkerman en Marguérite Corporaal introduceren de andere geleerde vrouw met wie Huygens contact had, Margaret Cavendish. Ook de adellijke dames komen aan bod in artikelen over Elisabeth van Boheemen (door Nadine Akkerman) en Béatrix de Cusance (door Ineke Huysman). De tentoonstelling en het bijbehorende themanummer van De Zeventiende Eeuw vormen een waardevolle aanvulling op het boek Het volk met lange rokken; vrouwen rondom Constantijn Huygens (1987) van Elisabeth Keesing (1911-2003).
Uitgeverij Verloren brengt dit themanummer van De Zeventiende Eeuw uit in een aparte handelseditie die te koop zal zijn bij de tentoonstelling.
| |
De briefwisseling tussen Béatrix de Cusance en Constantijn Huygens
Béatrix de Cusance (1614-1663), Hertogin van Lotharingen en Constantijn Huygens waren in veel opzichten elkaars tegenpolen. Het is opmerkelijk hoe goed Constantijn en Béatrix het met elkaar konden vinden. Ruim tien jaar hebben zij intensief met elkaar geschreven tussen ontmoetingen in Antwerpen, Den Haag en Brussel door. De correspondentie die in dit boek bijeen is gebracht, bestrijkt alle aspecten van hun leven, van hun liefhebberijen, zoals muziek, dichtkunst, schilderkunst en snuisterijen, hun familieleven, tot hun maatschappelijke positie en de politieke toestand om hen heen.
De in het Frans geschreven brieven worden in dit boek in de oorspronkelijke taal én in een toegankelijke en goed leesbare Nederlandse vertaling gepresenteerd. Béatrix en Constantijn. De briefwisseling tussen Béatrix de Cusance en Constantijn Huygens 1652-1662 door Ineke Huysman en Rudolf Rasch, verschijnt bij uitgeverij Boom, in samenwerking met het ing.
| |
Tot slot
Het thema Vrouwen rondom Huygens inspireerde Michel Meissen tot het toneelstuk Rokken rond Constantijn. In samenwerking met de Stichting Het Portret Spreekt is dit al in diverse theaters in de regio Den Haag gespeeld door André van den Berg als Constantijn Huygens; Gepke Witteveen als Susanna Hoefnagel, Dorothea van Dorp, Susanna van Baerle, Helene Liefferts en Maria Casembroot; Harry Mertens als Mary Stuart I, troubadour en gitaarspeler. Het is te verwachten dat dit indrukwekkende theaterstuk ook tijdens de tentoonstelling zal worden opgevoerd.
Ad Leerintveld
Raadpleeg voor informatie over de tentoonstelling de websites van de beide musea:
www.hofwijck.nl en
www.stadsmuseum-lv.nl.
Informatie over de bundel artikelen is te vinden op de website van uitgeverij
Verloren: http://www.verloren.nl/
Zie voor het boek Béatrix en Constantijn:
www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/Beat rix-en-Constantijn/
Zie voor het toneelstuk:
http://www.hetportretspreekt.nl/ Pub-Constantijn.html
| |
Vrunt-buuc van Jan van Hout
Op 11 december 2009 heeft de presentatie plaatsgevonden van het Vrunt-buuc van Jan van Hout (1542-1609).
Ter herinnering aan de 400ste sterfdag van Jan van Hout verschijnt een facsimile-uitgave van het Vrunt-buuc. Deze luxe editie (ca. 180 blz., met alle inscripties afgebeeld in kleur op ware grootte, gebonden) is bezorgd door neolatinist em. prof. dr. L. Heesakkers.
Aan het Vrunt-buuc of album amicorum hebben indertijd 26 tijdgenoten van Jan van Hout bijgedragen, die hem eren als baanbreker voor de volkspoëzie. Onder hen bevinden zich zijn vrienden Janus Dousa en Justus Lipsius, alsook Roemer Visscher, Dirck Volkertsz. Coornhert en Christophorus Plantijn.
Jan van Hout was decennialang stadssecretaris van Leiden, sleepte de stad door de Spaanse belegering en stond aan de wieg van de universiteit. In zijn Vrunt-buuc laat Jan van Hout zich nadrukkelijk van een heel andere kant zien en treedt hij naar voren als de kunstminnaar die hij óók was.
| |
| |
| |
Tentoonstelling ‘Sint Nicolaas op Bezoek’
Op 1 oktober 2009 is in het Museum Catharijneconvent te Utrecht de tentoonstelling ‘Sint-Nicolaas op bezoek’ geopend. Deze duurt tot 3 januari 2010.
De tentoonstelling belicht de herkomst en de ontwikkeling van de verering van de heilige Nicolaas en laat zien hoe hij in de loop der eeuwen in de kunst is weergegeven. Legenden rond zijn persoon hebben aanleiding gegeven tot het ontstaan van tradities die in Nederland tot op de dag van vandaag gehandhaafd zijn. Het is buitengewoon interessant dat dit van oorsprong katholieke feest - met name in Nederland - de reformatie zo glorieus heeft overleefd. Pas in de negentiende eeuw wordt de figuur van Zwarte Piet aan het verhaal toegevoegd.
Bij de tentoonstelling hoort een boek, Het Sinterklaasboek (Waanders Uitgevers, Zwolle), samengesteld door Eugenie Boer en John Helsloot. Eerstgenoemde auteur behandelt de (kunst-)historische, laatstgenoemde de volkskundige aspecten van Sint-Nicolaas.
| |
Siegenbeek essaywedstrijd
Neerlandici in binnen- en buitenland worden uitgenodigd om mee te doen aan de Siegenbeek Essaywedstrijd. Inzending staat open tot 1 juni 2010. De winnaar ontvangt € 200,-.
Betoog van den rijkdom en de voortreffelijkheid der Nederduitsche taal, en eene opgave der middelen om de toenemende verbastering van dezelve tegen te gaan.
Onder deze titel verscheen in 1810 een welluidend en wijdlopig essay van Matthijs Siegenbeek als antwoord op een prijsvraag, uitgeschreven door de Bataafsche Maatschappij van Taal- en Dichtkunde. Siegenbeek, de eerste hoogleraar in de neerlandistiek en naamgever van de alumnivereniging van Leidse neerlandici, gaf aan zijn betoog een aan Bilderdijk ontleende zinspreuk mee:
Bataven, kent uw spraak en heel heur' overvloed:
Zijt meester van de taal, gij zijt het van't gemoed.
De rijkdom van de Nederlandse taal is volgens Siegenbeek onder meer af te leiden uit het grote aantal namen voor de verschillende diersoorten en voor de eigen benamingen voor hun lichaamsdelen, zoals kop naast hoofd en bek of muil naast mond. Maar hij verwijst ook naar Simon Stevin, die al in 1605 wetenschappelijke werken in het Nederlands uitgaf, en naar de vertalingen door Coornhert en Hooft, die in schoonheid niet onderdoen voor de originele teksten van klassieke auteurs.
De voortreffelijkheid van het Nederlands zou onder meer blijken uit zijn hoge ouderdom, die af te leiden is uit zijn verwantschap met het Perzisch en het Grieks. Siegenbeeks klachten over de verbastering van onze taal en zijn oproep om het gebruik van leenwoorden te vermijden als er een goed Nederlands synoniem voorhanden is, klinken verrassend bekend in de oren.
| |
Oproep
Siegenbeeks betoog werd met een gouden erepenning bekroond. Omdat het volgend jaar precies 200 jaar geleden zal zijn dat het stuk verscheen, roept het Siegenbeekbestuur op tot een nieuw essay over de rijkdom (of het gebrek daaraan) van de Nederlandse taal. Het spreekt daarbij vanzelf dat uw betoogeen geheel andere strekking mag hebben dan dat van Siegenbeek. Zijn verhandeling dient slechts als aanleiding - en wellicht als inspiratie. De erepenning is vervangen door een prijs van € 200,-. Bovendien zal het winnende essay worden gepubliceerd in Metaal, het tijdschrift van de Leidse opleiding Nederlands, en op de Siegenbeek-website, www.siegenbeek.nl.
| |
Voorwaarden
De maximale lengte van uw inzending is 2000 woorden. De uiterste inleverdatum is 1 juni 2010. Alle stukken zullen worden beoordeeld door een zeer deskundige jury, bestaande uit Louise Cornelis, Susanne Onel en Joop van der Horst.
Deelname staat open aan eenieder die Nederlands studeert of Nederlands gestudeerd heeft. Inzendingen kunnen worden gemaild aan bestuur@siegenbeek.nl of gestuurd naar de Universiteit Leiden, Opleiding Nederlandse Taal en Cultuur, t.a.v. Siegenbeek aln, Postbus 9515, 2300 ra Leiden.
| |
Projectplan 150 jaar Max Havelaar
1. Vrijdag 14 mei 2010: non-stop marathonlezing Max Havelaar
Tijd 08.00-00.00 uur
Plaats hub Campus Koningsstraat, Koningssttaat 336, 1030 Brussel Op deze dag zullen 96 deelnemers, studenten, hoogleraren, en belangstellenden, non-stop voorlezen uit Max Havelaar, om te gedenken dat 150 jaar geleden, op 14 mei 1860, in het Algemeen Handelsblad de allereerste advertentie verscheen van dit boek dat de Nederlandse literatuur, het leven van Eduard Douwes Dekker en de koloniale politiek in Nederlands-Indië voorgoed zou veranderen.
| |
2. Vrijdag 15 oktober 2010: symposium Max Havelaar vertaald
(in samenwerking met ceres, Centre for European Reception Studies)
Tijd 14.00-15.30 uur
Plaats hub Campus Koningsstraat, Koningsstraat 336, 1030 Brussel
Gratis toegang
Drie specialisten spreken over de vertalingen van Max Havelaar in resp. het Frans (Philippe Noble), het Engels (Reinier Salverda) en het Duits (Kees Snoek).
Het najaarsnummer 2010 van Over Multatuli zal geheel gewijd zijn aan dit symposium en aan de viering van 150 jaar Max Havelaar in Vlaanderen.
| |
3. Vrijdag 15 oktober 2010: concert Max Havelaar getoonzet
Tijd 19.30 uur
Plaats Koninklijk Conservatorium Brussel, Regentschapsstraat 30, 1000 Brussel
Tijdens deze avond zullen allereerst vier bestaande composities worden uitgevoerd die geïnspireerd zijn door Max Havelaar. Vervolgens zal de ‘wereldpremière’ uitgevoerd worden van het beroemdste gedicht uit Max Havelaar: Saïdjah's lied Ik weet niet waar ik sterven zal. Vijf jonge Vlaamse componisten hebben onafhankelijk van elkaar ieder een van de vijf strofen getoonzet voor tenor, piano en cello.
Op dit moment zijn nog besprekingen gaande met de stichting Max Havelaar over een receptie na afloop van het concert waar Fair-trade-dranken en -hapjes geserveerd zullen worden.
Ook worden er pogingen ondernomen om een cd te produceren met de composities die tijdens het concert van 15 oktober 2010 uitgevoerd worden.
|
|