[nummer 1]
Redactioneel
In 't ziekenhuis te Amsterdam - dat gasthuis heet, ik weet niet waarom - moest 'n matroos geamputeerd worden. Professor - ik meen Tilanus - zette hem z'n been af. De man rookte bedaard z'n pyp, beet nu en dan op de tanden, maar verhief zich boven de pyn.
Professor T bewonderde die sterkte van ziel, en sprak daarover met lof, terwyl hy 't verband legde.
Op-eens geeft de moedige patiënt 'n gil. Professor had hem met 'n speld gestoken.
‘Hoe, zó schreeuwt gy, gy die zo-even...’
‘Dat 's waar... maar zieje, professer, die speldeprik hoort er niet by.’
De macroos had gelyk.
Multatuli, Idee 86.
In het redactioneel van het vorige nummer werd gepoogd de in ieder van ons sluimerende muze wakker te kussen ten behoeve van uw lijfblad, het Nieuw Letterkundig Magazijn. Die oproep is niet zonder succes gebleven.
Van de oud-parlementariër Peter Hoefnagels mocht de redactie een bijdrage ontvangen waarin de lezer een kijkje gegund wordt in de met uitgelezen wijnen besprenkelde Belgisch-Nederlandse besluitvorming rond de spellingswijziging van 1994 - een onthutsend kijkje, zeker voor de velen die nog steeds raar aanhikken tegen kattenkwaad en kwarto. Een eveneens geheel spontane inzending kwam van Joh. de Vries, die de bellettristische en deels parodistische pennenvruchten van de boekhouder-accountant Lion Marcus afstoft.
Voor Stefan van den Bossche was een enkel zetje voldoende aansporing om voor het Magazijn een mooie, uitvoerige biografische schets van de Vlaamse schrijver Ary Delen op papier te zetten. Onze trouwe contribuant Kees Thomassen hoeft gekust noch gepord te worden om in de pen te klimmen en op behartenswaardige wijze enkele kolommen te vullen, deze keer over de identiteit van ‘Crito’, criticaster van C.G. Withuys.
Voor het poëtische hart van dit nummer tekent Paul van Capelleveen, in 2003 toegetreden als lid van de Maatschappij. Tot voor kort waren zijn gedichten, grotendeels verscholen in bibliofiele uitgaven met beperkte oplage, een goedbewaarde geheimtip. De recente verschijning van zijn bundel Laatste metamorfose (Amsterdam: Meulenhoff, 2004) brengt daar ongetwijfeld verandering in.
In Amsterdam dreigt het Multatuli-Museum - in de Korsjespoortsteeg, baken van beschaving temidden van rood verlichte ramen - opgeofferd te worden aan schraapzucht met oneigenlijke argumenten. Marita Mathijsen schreef onlangs in NRC/Handelsblad een welsprekend protest, dat de redactie graag overneemt in dit Nieuw Letterkundig Magazijn.