maar de rest van zijn studietijd heeft hij in een op deze plek staand pand op kamers gewoond. Hier heeft hij ook belangrijke delen geschreven voor wat zijn bekendste boek is gebleven, de Camera Obscura. Na een kort woord van Peter van Zonneveld, dat door het verkeerslawaai helaas nauwelijks te verstaan was, trad een der in historisch kostuum gestoken personen naar voren in wie de meeste omstanders reeds de jonge Nicolaas Beets, alias Hildebrand, herkend hadden. Met een ferme ruk aan het koord trok hij het doek weg dat een pas geplaatste gevelsteen bedekte. Deze handeling sloot het eerste en meest speelse onderdeel van de plechtige herdenking af.
Hierna begaf het gehele gezelschap zich te voet naar het Faciliteitengebouw van de Faculteit der Letteren aan de Cleveringaplaats. In afwachting van het begin van de herdenkingsbijeenkomst konden de genodigden hier onder het genot van een kopje koffie of thee een gesprek aanknopen met deze of gene. Nadat iedereen had plaatsgenomen in een der grote zalen sprak de bibliothecaris van de Maatschappij, P.W.J.L. Gerretsen, een woord van welkom. Hij richtte zich met name tot de leden van de familie Beets, voor wie deze dag in het bijzonder memorabel was. In zijn herdenkingsrede ging Peter van Zonneveld in op het leven en de betekenis van Beets als schrijver en dichter, als predikant, en als hoogleraar. Zeker sinds de grootse, nationale huldiging bij zijn zeventigste verjaardag genoot hij de status van Bekende Nederlander. Uit niet lang geleden boven water gekomen brieven van een zoon van zijn zuster Dorothea komt echter naar voren dat de alom geliefde persoonlijkheid in huiselijke kring wel eens een minder prettige kant van zijn karakter toonde. Maar er bestaan gerede twijfels of dit neefje zijn oom zonder vooringenomenheid beschouwde. Op Van Zonnevelds rede volgde een optreden van de Letterlievende Vereniging J.J. Cremer uit Haarlem. Een aantal figuren uit de Camera Obscura stelde zich op (aangepaste) tekst van H.L. Prenen aan het publiek voor. De meeste bijval verwierf Robertus Nurks (‘Niet veel zaaks!’).
Voorafgaand aan de aanbieding van het eerste exemplaar van De Beetscollectie te Leiden schetste André Bouwman, conservator Westerse handschriften van de Leidse universiteitsbibliotheek, de geschiedenis van de totstandkoming van de verzameling-Beets. Drie jaar na zijn overlijden ontving de bibliotheek door bemiddeling van zijn zoon Adriaan een eerste part uit de schriftelijke nalatenschap en in de loop van de eeuw zouden, met tussenpozen, door schenking en aankoop diverse delen volgen. Reeds in 1978 is door Ellen Krol een begin gemaakt met de inventarisatie van de papieren, in 1993 volgde een globale ordening in dozen, maar pas in de tweede helft van 2002 kon, mede dankzij het ter beschikking komen van financiële middelen vanuit het zogeheten Metamorfoze-project, absolute prioriteit aan de beschrijving van de collectie gegeven worden. Het resultaat is een 448 pagina's tellend, rijk geïllustreerd boekwerk. Uit handen van de heer Gerretsen nam de heer Gijs Beets, demograaf en achterachterkleinzoon van Nicolaas, het eerste exemplaar in ontvangst. Hij dankte, namens de familie, allen die aan de totstandkoming hadden bijgedragen van dit naslagwerk waar geen Beetsvorser omheen kan. Toch sloot hij niet uit dat er binnen of buiten de familie nog nieuwe papieren zouden kunnen opduiken. De inventaris daarvan zou dan in 2014, bij gelegenheid van de tweehonderdste geboortedag, als supplement bij dit boekdeel kunnen verschijnen.
Nog was de koek niet op. Opnieuw nam Peter van Zonneveld het woord, om de uitgave Jeugd in het Beetsenhuis, de herinneringen van Ada Went-Beets, de jongste dochter van Nicolaas, kort toe te lichten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stelde zij deze jeugdherinneringen te boek op initiatief van haar schoonzoon, P. Rienstra van Stuyvesande. Ze bieden een informeel inkijkje in huize Beets in de Boothstraat in Utrecht. Het eerste exemplaar werd overhandigd aan mevrouw Peti van Campen-de Lange, petekind en erfgename van het echtpaar Rienstra van Stuyvesande-Went. Daarna sloot de heer Gerretsen het officiële gedeelte af, niet echter dan nadat hij had gewezen op de tentoonstelling ‘Beets 1903 - 2003’ in de nabijgelegen Universiteitsbibliotheek. In een aantal vitrines waren daar t/m 11 mei jl. bijzondere stukken uit de Beetscollectie te bewonderen. Bij het verlaten van de zaal ontving eenieder een vouwblad met merendeels niet eerder gepubliceerde gedichten van Beets.
Dick Welsink
De inventaris De Beetscollectie te Leiden, samengesteld door André Bouwman, m.m.v. Ellen Krol en ingeleid door Peter van Zonneveld, is verschenen als nr. 36 in de reeks Codices Manuscripti van de Universiteitsbibliotheek Leiden en is voor € 40 verkrijgbaar bij de receptie van de bibliotheek.
Jeugd in het Beetsenhuis van Ada Geertruida Went-Beets, uitgeverij Athenae Batavae, is te bestellen bij Universiteitsbibliotheek Leiden, Postbus 9501, 2300 RA Leiden, t.a.v. K. van Ommen. Het boekje kost € 12, exclusief verzendkosten.
Beide uitgaven zijn ook per e-mail te bestellen: K_van_Ommen@library.leidenuniv.nl.