[nummer 2]
Redactioneel
De winter vraagt om stevige kost. Het leek de redactie dan ook gepast de decemberaflevering van het Nieuw Letterkundig Magazijn te openen met twee gedegen, maar daarom niet minder smaakvolle bijdragen. Het toeval wil dat beide artikelen zijn geschreven door gemengde dubbels. Voor het eerste en omvangrijkste tekenen Arianne Baggerman en Rudolf Dekker, die hun licht laten schijnen over een vergeten, want vroeg, lid van de Maatschappij: de achttiende-eeuwse patriot Pieter Paulus. Hij speelde, zij het slechts zeer kort, een belangrijke rol in de woelige jaren rond de Franse en Bataafse Revolutie. Van heel andere aard is de bijdrage van Céline Beijer en Jan de Vet. Zij doen een ernstige poging volgens de methode van close reading te komen tot een interpretatie van de gedichten uit de bundel Verschiet van Anneke Brassinga. Voorafgaand aan deze nauwgezette tekstanalyse zijn twee gedichten uit de bundel in kwestie afgedrukt.
Na deze hoofdgerechten is het tijd voor wat lichtere kost. Maarten Mourik vertrouwde kort voor zijn overlijden op 30 september jl. een amusante herinnering aan J.C. Bloem aan het papier toe. Dat J.J. Slauerhoff niet de enige zeevarende dichter uit onze literatuur is, wordt duidelijk uit het artikel dat George Slieker aan leven en werk van marineofficier H.A. Meijer wijdde. Oud-redactiesecretaris Kees Thomassen schreef heet van de naald een kort in memoriam van de veelzijdige Boudewijn Büch. Dat het Magazijn goed gelezen wordt, bewijzen ten slotte de bijdragen van Cees van Steijnen en Jos Buurlage. Zij reageerden ieder afzonderlijk op de in het voorgaande nummer geopperde verderstelling dat Nicolaas Beets zijn pseudoniem ontleende aan een Haarlemse slagersknecht van Duitse afkomst. Interessant is dat ze beiden met een andere, nieuwe hypothese voor de dag komen. De aankondiging van de verschijning van een publieksuitgave over het Metamorfoze-project en de signalering van een boekje van Jacques van Gent vormen het toetje.
Het staat de lezer vrij een of meer gangen over te slaan, maar de redactie is er vast van overtuigd dat ieder iets van zijn of haar gading zal vinden.