[nummer 1]
Redactioneel
Dit nieuwe nummer van het Nieuw Letterkundig Magazijn put uit het vergeetboek en leidt onder meer langs levende gedichten en verhalen en dode schrijvers.
Met woorden van respect herdenken wij de Friese dichter Douwe Annes Tamminga, die op 5 april van dit jaar overleed. Aan het Nieuw Letterkundig Magazijn droeg hij een van zijn laatste gedichten bij. Verder is er aandacht voor Cornelis Bastiaan Vaandrager, die tien jaar geleden overleed. Aan de reus van de Rotterdamse poëzie wordt tijdens het 33ste Poetry International een speciaal programma gewijd. Van Vaandrager publiceren we enkele gedichten die ongebundeld bleven.
De herdenking van overleden dichters is niet het voorrecht van deze en de vorige eeuw. Ook in de negentiende eeuw werd stilgestaan bij wat door vergeten bedreigd werd: het Nieuw Letterkundig Magazijn laat zien hoe in 1844 de balans van de voorbije en eigentijdse poëzie werd opgemaakt. In de vele noten worden de dode en levende dichters van toen eventjes herdacht. Op andere plaatsen in dit nummer komen ook Hildebrand en Klikspaan weer voorbij.
De keerzijde van de herdenking is het moedwillig vergeten. In de achttiende eeuw klonken wonderlijke pleidooien om de literatuur hardhandig te zuiveren: boeken in de brand. Die pleidooien voor een boekenbrand blijken bij nader inzien veel overeenkomst te vertonen met wat iedereen zo nu en dan met zijn vele boeken doet: vaststellen wat mag blijven en wat niet. Bij het aanleggen van collecties en ook bij geschiedschrijving - van de literatuur en van Leiden, over beide projecten wordt u hier geïnformeerd - wordt kaf van koren gescheiden. Gelukkig verschillen de meningen over het kaf en het koren.
Behalve de hervonden verzen van Vaandrager zijn er in dit nummer twee nieuwe gedichten van Marjoleine de Vos: Mevrouw Despina slaat andermaal toe!