Een museum voor Louis Couperus
Louis Couperus in 1892, tekening door J. Veth
Deze zomer ging een wens van het Louis Couperus Genootschap in vervulling. Op 10 juni 1996, Couperus' 133ste geboortedag, opende het Louis Couperus Museum in Den Haag zijn deuren met de tentoonstelling Couperus en Indië. Het oprichten van een Museum was van meet af aan een der voornaamste doelstellingen van het Genootschap.
Het tweede Louis Couperus Genootschap - het eerste genootschap van die naam ging in de jaren dertig ter ziele - werd in 1992 opgericht door twee Leidse Couperusliefhebbers en -onderzoekers. Zij begonnen met het organiseren van Couperuswandelingen door Den Haag en lezingen over het werk van de auteur door specialisten. Frédéric Bastet, die in 1987 Louis Couperus. Een biografie publiceerde, is ere-voorzitter van het Genootschap.
In drie jaar tijd is het Louis Couperus Genootschap uitgegroeid tot een der grootste literaire genootschappen in ons land. Thans heeft het bijna vierhonderd donateurs. De wandelingen, ongeveer drie per maand, trekken bezoekers uit heel Nederland en België. Studie- en leeskringen in Amsterdam, Den Haag, Leiden, Nijmegen, Rotterdam, Utrecht, Brussel en Rome bestuderen het werk van de auteur. De lezingen worden steevast uitgebreid met voordrachten, tableaux vivants en sketches of eenakters. Het Nieuwsbulletin besteedt aandacht aan de laatste wetenschappelijke publicaties en vertalingen, en biedt andere wetenswaardigheden omtrent de auteur en diens werk. In 1995 verscheen het eerste deel in de reeks Couperus Cahiers, Zingende lijnen, gebeeldhouwde impressies. Louis Couperus: ‘Reis-impressies’ (1894) van Jeanette E. Koch. Onlangs kwam het tweede deel uit, Angst en schoonheid. Over Louis Couperus en Indië, door Bas Heijne. Publicatie van een Jaarboek ligt in het verschiet.
Het Louis Couperus Genootschap is tevens de Vriendenkring van het Louis Couperus Museum. Door donateur te worden van het Genootschap steunt u de oprichting en instandhouding van het Museum. Donateurs ontvangen tweemaal per jaar het Nieuwsbulletin, waarin het Museum een eigen katern heeft, en korting op alle activiteiten. Het donateurschap bedraagt ƒ 39,50 per jaar voor Nederland en ƒ 49,50 voor het buitenland.
Per jaar worden twee exposities georganiseerd rond thema's uit het oeuvre van de schrijver, aansluitend bij de onderwerpen van de lezingen door het Louis Couperus Genootschap. Het Museum toont voorwerpen uit Couperus' persoonlijke omgeving, zoals het bureau waaraan hij schreef, een portret van zijn vader en de roze smoking die Couperus liet ontwerpen voor het slotbal van het Carnaval in Nice in februari 1910. Ook foto's en documenten die het leven van de schrijver belichten worden tentoongesteld. Het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatie Centrum geeft de voorwerpen in bruikleen.
Het Museum is gevestigd op de parterre van Javastraat 17 in de Haagse Archipelbuurt, de negentiendeeeuwse stadswijk waar zoveel personages uit Couperus' boeken ronddwalen, zoals Eline Vere, uit de gelijknamige roman. Couperus kende de buurt als geen ander. Als schooljongen woonde hij aan het Nassauplein 4; zijn eerste roman schreef hij in het in opdracht van zijn vader gebouwde huis Surinamestraat 20. Het Museum bevindt zich schuin tegenover de Surinamestraat, waar sinds 1963 Couperus' bronzen borstbeeld staat.
10 juni 1996 - 1 december 1996: Couperus en Indië.
10 december 1996 - 1 juni 1997: Met Louis Couperus in Nice (1900-1910).
Openingstijden: donderdag en vrijdag van 12 tot 17 uur, op zaterdag en zondag van 11 tot 16 uur; op woensdagen is het museum op afspraak te bezichtigen voor scholieren.