B.T.W.-vrijstelling voor schrijvers
Een bekende Nederlandse schrijfster van romans heeft een geschil met de fiscus voor de rechter uitgevochten en gewonnen. Voor componisten, schrijvers en journalisten is een b.t.w.-vrijstelling in het leven geroepen. Maar schrijvers worden niet alleen om hun literaire kwaliteiten gewaardeerd. Een bekende Nederlander is ook een gevraagd artikel voor televisieshows of de opening van een winkelcentrum, en die diensten vallen niet onder de b.t.w.-vrijstelling.
Bij de betrokken schrijfster ging het om de verkenning van het grensgebied. We schrijven de jaren 1987 tot 1990 toen de betrokkene (of beter gezegd haar BV) jaarlijks een ton verdiende aan het houden van voordrachten. Dat wordt gerekend tot het ‘promoten’ van de boeken en maakt dus deel uit van de vrijgestelde activiteit als schrijfster. Maar in dezelfde jaren verdiende ze ook ongeveer 25.000 gulden aan televisie-optredens. Daarmee zou ze als ‘showbizz’-figuur in de b.t.w. vallen, maar het complicerende is dat het literaire programma's betrof; een twijfelgeval dus. Het ging om het Avroprogramma Taalmeesters. Daarin kregen Nederlandstalige auteurs de kans hun taalvernuft te tonen door bijvoorbeeld een onvolkomen gedicht aan te vullen of een fantasierijke toespraak te houden. Dat ‘spontane’ optreden was overigens grotendeels doorgestoken kaart, zo blijkt uit de belastingprocedure waarin de Amsterdamse belastingrechter mr. Bijl de status van de tv-uitzending moest beoordelen. De kandidaten wisten van tevoren waar het over zou gaan, al zat er in de uitzending ook wel eens een onverwacht element. Toch was het geheel voor het publiek niet opwindend genoeg en kwam er meer spel en minder literatuur in het programma. De schrijfster stopte er toen mee. Dat woog zwaar voor de Amsterdamse belastingrechter. Hij oordeelde dat de tv-optredens in dienst hadden gestaan van de verbreiding van het gedachtengoed van de schrijfster zoals dat ook in haar boeken te vinden is. Ze hoeft de 10.000 gulden aan b.t.w. die de fiscus van haar vorderde daarom niet te betalen.
Staatscourant, 12 september 1995.