Nieuw Letterkundig Magazijn. Jaargang 9
(1991)– [tijdschrift] Nieuw Letterkundig Magazijn– Auteursrechtelijk beschermdAdriaan van der Hoop jr. (1802-1841): een romanticus in de krantOp 19 juni 1802 stelt Adriaan van der Hoop de lezers van de Rotterdamsche Courant op de hoogte van de geboorte van zijn derde kind: ‘Heden verloste myne Huisvrouw, MARIA ROCHUSSEN, van een welgeschapen ZOON.’ In 1841, negenendertig jaargangen later, verschijnt in dezelfde krant de overlijdensadvertentie van Adriaan junior.Ga naar eind1 Op de ochtend van 4 november 1841 stierf de dichter in zijn huis aan de Glashaven. In de rubriek met plaatselijk nieuws bericht de krant: ‘[...] overleed alhier, in slechts negen en dertigjarigen ouderdom, ten gevolge eener kwijnende ziekte, de heer A. van der Hoop Jr., ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw, correspondent der tweede klasse van het Koninklijk Instituut, lid der Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde te Leyden, enz. Van der jeugd af was hij een ijverig beoefenaar der nederduitsche poëzij en letterkunde, die hij dan ook met talrijke voortbrengselen zijner levendige en vlugge pen verrijkt heeft, velen waarvan hem een eervollen rang onder onze oorspronkelijke Dichters en Letterkundigen, en onder de gelukkige navolgers van buitenlandsche vernuften, verworven hebben.’
De krant beschouwt in 1841 zijn dood als vermeldenswaardig nieuws en lijkt er geen moeite mee te hebben Van der Hoops reputatie positief te beschrijven. De lezer kende hem als een belangrijke figuur in het culturele leven van de stad. In bijeenkomsten van allerlei verenigingen en genootschappen trad hij op als spreker. Vaak droeg hij voor uit eigen werk en jarenlang zat hij in het bestuur van het letterkundige genootschap Verscheidenheid en Overeenstemming. Zijn naam prijkte in allerlei tijdschriften en jaarboekjes, waarin hij veel gedichten publiceerde. Dat Van der Hoop de anonieme criticus was die in verscheidene tijdschriften de roem van gevestigde auteurs (onder wie Beets en Tollens)Ga naar eind2 aantastte, wisten natuurlijk maar weinigen. Veel meer Rotterdammers konden zich wellicht nog herinneren hoe tien jaar daarvoor, in 1831, de boekwinkel van Smit door lezers was bestormd toen zijn gedicht De kanonneerboot uitkwam; of hoe het publiek hem in 1835, na de opvoering van zijn treurspel Johanna Shore, uitbundig had toegejuicht.Ga naar eind3 Maar is er anno 1991 een lezer van het Rotterdams Dagblad die zich bij de naam Van der Hoop jr. iets kan voorstellen?
Niettemin is over de preciese betekenis van Adriaan van der Hoop jr. voor de Nederlandse literatuurgeschiedenis het laatste woord nog niet gezegd. Neerlandici stellen het meest belang in de vraag in hoeverre hij echt een typische romanticus was. Voor de oplossing van dit probleem moet zijn oeuvre grondig geanalyseerd worden. Bijna even interessant is in dit opzicht hoe de tijdgenoot | |
[pagina 38]
| |
Portret van A. van der Hoop jr. uit de Muzenalmanak voor 1832.
op zijn werk reageerde. En in deze receptie speelt ook de krant een rol. Onbekend was tot nu toe zijn positie als de meest besproken auteur in de Nederlandse dagbladkritiek in de eerste helft van de vorige eeuw. In de jaren 1830-1842 publiceren de dag-, nieuws- en weekbladen minstens 29 recensies van 20 titels van hem. Dat is meer aandacht dan iemand als Van Lennep of - laat staan - Beets op dat moment van journalisten kreeg. Vooral de Arnhemsche Courant, de Bredasche Courant en de Utrechtsche Courant reageren op zijn werk; om welke critici het gaat, valt evenwel zelden te achterhalen. Elf van de twintig besproken titels hebben te maken met de Belgische Opstand en worden besproken in de jaren 1830-1832, in zestien recensies. Gezien de Belgische dreiging is het niet verbazend dat de dagbladcritici Van der Hoops anti-liberalisme en nationalisme luid prijzen. De strekking van gedichten als De kanonneerboot en De tiendaagsche veldtocht kan in de kranten op aller bijval rekenen.Ga naar eind4 De dagbladkritiek van destijds zag deze politieke poëzie niet als romantisch. Deze gedichten vertonen in hun gerichtheid op de gemeenschap of tenminste op het nut van het individu voor die gemeenschap, op de positieve kanten van heden en verleden, en in hun verheerlijking van God, vorst en vaderland eerder kenmerken van de Biedermeier-literatuur.Ga naar eind5 De Utrechtsche Courant typeert de functie van Van der Hoop in deze tijden kernachtig: ‘[...]; wat Körner in 1813 voor Duitschland was, dit is van der Hoop in 1831 voor OudNederland.’Ga naar eind6 De krant noemt hem een volksdichter. Dat is zeker geen gangbare kwalificatie van een hemelbestormende individualistische romanticus. Daarbij: in de ‘Proeven van Noordsche poezij’ uit Van der Hoops bundel Poëzy (1830) zijn al romantische trekken te bespeuren, maar dit boek lieten de dagbladcritici onbesproken!
Komt de romantiek in de overige recensies ter sprake? De Utrechtsche Courant refereert in een bespreking van Hugo en Elvire aan Van der Hoops bekendheid met het werk van de ‘romantische school’.Ga naar eind7 In De Onpartijdige valt te lezen: ‘Het Leyden ontzet van Van der Hoop heeft vele en schitterende verdiensten; hij is beurtelings stout en nieuw, schoon wel eens triviaal, iets dat de romantikers onzer dagen maar al te dikwerf zijn.’Ga naar eind8 Slechts een enkele dagbladrecensent associeert Van der Hoop dus expliciet met de romantiek, niet per se in gunstige zin. Wel onmiskenbaar positief betitelt de Utrechtsche Courant Van der Hoop al in 1832 als ‘den Byron onzer letterkunde’.Ga naar eind9 Byron afficheerde men toen als romanticus,Ga naar eind10 maar eigenaardig is de vergelijking met deze revolutionair wel: Van der Hoop openbaarde zich immers als een romanticus van conservatieve snit. Het liberale blad De Onpartijdige moet niets van zijn absolutistische opvattingen hebben; zelfs de behoudende Bredasche Courant vindt dat hij zich in Warschau kritischer had kunnen opstellen tegenover het gedrag van de Russische keizer in de opstand van de Polen.Ga naar eind11 Ook in de krant, evenals in de tijdschriften, figureert Bilderdijk als leermeester van Van der Hoop - zonder dat de recensenten hier wijzen op overeenkomsten in het romantische vlak.Ga naar eind12 In een nog steeds classicistisch georiënteerde literatuur heeft het nieuwe tijdens deze periode met de opkomst van de romantiek te maken. Op twee plaatsen brengt men Van der Hoop onmiskenbaar in verband met iets nieuws. De Avondbode verklaart in 1838 dat het gedicht ‘De brandmerk’ in de bundel Het klaverblad ‘eenigszins in den nieuweren Franschen geest geschreven, eenen smartvollen indruk achterlaat, toch tevens krachtvol en gloeijend van echt dichterlijk gevoel is.’Ga naar eind13 Auguste Clavareau ontdekte al in 1832 het nieuwe in Warschau, onder andere een grote variatie in toon en vorm.Ga naar eind14 In de dagbladrecensies van Van der Hoops werk komen we dikwijls opmerkingen over vormvrijheid, gevoel en de rol van het verschrikkelijke tegen. Een grotere aandacht voor deze drie aspecten was inherent aan de literatuur uit de romantiek en werd niet altijd enthousiast begroet. De Bredasche Courant en de Utrechtsche Courant, bijvoorbeeld, hebben moeite met het verschrikkelijke en het onzedelijke in Müllners treurspel dat als basis diende van Hugo en Elvire: zij waarderen het dat Van der Hoop die elementen in zijn versie heeft afgezwakt.Ga naar eind15 De Utrechtsche Courant verwijst naar, onder anderen, Horatius en Boileau en bekritiseert Van der Hoops vrijheden in taal en stijl.Ga naar eind16 Een criticus in de Bredasche Courant ziet hem zondigen tegen de (classicistische) eis van waarschijnlijkheid, maar beoordeelt | |
[pagina 39]
| |
Foto uit W. Wijnaendts van Resandt, Het geslacht Van der Hoop uit Scherpenzeel te Arnhem, Amsterdam, Rotterdam, Groningen en elders. [Z.pl.] 1926, p. 171.
de rol van het gevoel in Johanna Shore daarentegen positief.Ga naar eind17 Benadrukt De Avondbode het gevoel in de bundel Het klaverblad, ook in een recensie van het gedicht De winterharp wordt de emotie geaccentueerd. In een bespreking van Van der Hoops Napoleon wordt de dichter gezien als vervuld van een ‘hoogere geest’ en bijna beschouwd als een soort ziener wiens poëzie buiten-menselijke dimensies heeft (‘heilige beeldspraak’) en het produkt is van ‘hetgeen men inspiratie noemt’.Ga naar eind18 De Avondbode koestert in relatie tot Van der Hoop een duidelijk romantisch beeld van het dichterschap.Ga naar eind19
Mijn conclusie is dat het merendeel van de dagbladcritici zich concentreerde op zijn niet-romantisch werk. Zijn vaderlandse poëzie werd in de krant vaker en positiever besproken dan zijn latere werk. Ontdekten de recensenten romantische trekken in zijn poëzie en toneelwerk, dan stonden ze daar in de regel weinig welwillend tegenover, met uitzondering van de critici in De Avondbode. De waardering of afkeuring van Van der Hoops werk werd in de dagbladpers meer door classicistische dan door romantische maatstaven bepaald. Opvallend is bovendien dat het gedicht dat de literatuurhistorici tegenwoordig met nadruk naar voren schuiven als echt romantisch en typerend voor Van der Hoop, De renegaat (1838), door de kranten niet gerecenseerd werd. Ook besprekingen van ander als romantisch te boek staand werk van hem, bijvoorbeeld het toneelstuk Han van Ysland en het noodlotsdrama De horoskoop, heb ik in de dagbladpers niet gevonden.
Na zijn overlijden werd er in de krant weinig meer over Adriaan van der Hoop jr. geschreven. In 1842 signaleert het Journal du Limbourg de verschijning van de bundel Hy is niet meer! Weemoedstonen, gedichten ter nagedachtenis aan de jonggestorven schrijver door G.Th. Mohrman, en bespreekt de krant zijn postume Lente en herfst. Verspreide en nagelaten dichtloveren.Ga naar eind20 Meer dan een eeuw later - ik pretendeer niet volledig te zijn - gedenkt het dagblad De Waarheid de 175ste geboortedag van de auteur. In een warrig artikel wordt hij afgeschilderd als een typisch bourgeois-slachtoffer van eigen conservatisme: de ware weg naar de vooruitgang heeft hij niet gezien.Ga naar eind21 De NRC, ten slotte, geeft G.W. Huygens in 1965 ruimte voor het geven van biografische informatie over Van der Hoop jr., die Huygens mist in de herdruk van De renegaat.Ga naar eind22 Hoe het tegenwoordig met de belangstelling van de krant voor Adriaan van der Hoop jr. staat, laat zich raden. Welk dagblad heeft er aandacht besteed aan zijn 150ste sterfdag? Korrie Korevaart | |
[pagina 40]
| |
|